Written by 17:09 slider, Verdieping

Pasen: leven tussen wonderen

Wat heb ik met Pasen na er zelf zoveel jaar over gepreekt te hebben? Dit is natuurlijk typisch de vraag van een emeritus predikant, maar als je dat preken weghaalt is het een vraag van velen in onze cultuur: mijn generatiegenoten maar ook jongeren die misschien nauwelijks nog weten wat dat feest inhoudt. Ik heb de vraag beantwoord in mijn boek Brandend verlangen, dat in mei verschijnt. In deze column een bewerking daarvan.

Door: Wim Jansen | Foto’s: Pixabay

Het woord
Om te beginnen het woord Pasen. Een woord met zo’n expressieve klank. Er zit muziek in. Het explodeert een beetje, heel zacht, een bloem die openspringt. Godfried Bomans: “Alleen het woord Pasen is al zo open, feestelijk en schoongewassen van klank, als een groot, licht ei dat je dicht tegen je oor houdt en je hoort als je schudt het zilveren geluid van een klein korreltje dat er in zit en dat nog niemand ooit heeft gezien.”

En het is afgeleid van Pesach, wat ‘voorbijgaan’ betekent. In die betekenis herinnert het aan de engel des doods in Egypte die voorbijging, zoals corona nu. Die dus ook zal voorbijgaan.

Tussen wonderen
Tot zover het woord, nu de kern: Pasen is geen geloof maar ervaring. Het is allereerst ervaring van het aardse leven. Het herkennen van Pasen in alledag. Het wonder zien in het gewone. Opstanding beleven, simpelweg in de dageraad en het wakker worden elke morgen. Bewust het morgenlicht ondergaan, je daarover verwonderen, tot je door laten dringen dat niets vanzelfsprekend is en tot in je vezels beleven dat dit Pasen is. Zoals Bloem het verwoordt:

Dat het een daaglijks wonder is, te leven,
En elk ontwaken een herrijzenis.

Pasen is geen aanname van een mirakel maar bewustwording van het feit dat we een wonder zijn. Dat we tussen wonderen leven. De schrijver A. den Doolaard kwam tot dat inzicht aan het eind van zijn leven. Beetje laat. Daar verbaasde hij zich dan ook over en hij maakte het tot zijn grafschrift:

We hebben tussen wonderen geleefd en we hebben het niet begrepen.

Je zou zeggen: als er toch iemand is die zich daar wel van bewust is geweest, dan is het deze avonturier/schrijver. Maar zelfs hij moet constateren dat hij er nog niet dat van begrepen heeft. Ik ervaar het ook zelf in deze late levensfase: we hebben het nooit genoeg beseft.

Wonderful world
Pasen is: begrijpen dat we tussen wonderen leven. Misschien hebben de schrijvers van het beroemde nummer What a wonderful world dat ook in een flits beseft. De tekst is zo eenvoudig dat het niets had gescheeld of het hele liedje was in de vergetelheid verdwenen. Niemand had er belangstelling voor. Tot het door toeval toch een wereldhit werd, het bekendst in de versie van Louis Armstrong.

Er gaat een verhaal dat de eerste intentie cynisch was. Zo van: nou, kijk eens om je heen, lekker wereldje! What a wonderful world… Maar de onschuldige beelden van ‘trees of green, red roses too’ drongen zo krachtig door dat het een religieus lied werd, een lofprijzing van: ‘the bright blessed day, the sacred night’.

Je zucht onder corona en de maatregelen en politiek gekonkel en vele vervelende mensen en misschien het verdriet om een kostbaar mens… maar je gaat naar buiten en je ziel wordt opengetrokken door het licht en de schoonheid van een nieuwe dag. En je ziet het en ondergaat het bewust en je zegt verrast: Tjonge, inderdaad, what a wonderful world! 

Paradigmaverschuiving
Het helpt om zo naar de dingen te kijken. Het helpt je om de wereld die niet zo wonderful is te weerstaan en ook te verbeteren. Het is een kracht om dit ’s morgens bij het opstaan eerst tot je door te laten dringen. De wereld weer als schepping, als nieuw te beschouwen en te beleven.
Dat is Pasen.

We leven tussen wonderen en we begrijpen het niet. Ook wonderen van liefde. Zo begin ik er langzamerhand achter te komen dat mijn geliefden veel meer van mij gehouden hebben dan ik mij heb gerealiseerd. Een ware paradigmaverschuiving. Ik heb tussen wonderen geleefd en ik heb het niet begrepen.
Het komt er op aan onze geliefden als nieuw te zien, als wonderful world. De herkenning en het lachen van ons jongste kleinkind Pablo is zo’n moment van bewustwording: het wonder van contact tussen mensen. Ontmoeting beleven als een mysterie.
Dat is Pasen.

Hij is hier niet
We hebben tussen wonderen geleefd en we hebben het niet begrepen. Dat geldt evenzeer voor de omgang met onze doden. Ook in de opstanding van Jezus is Pasen ervaring. Natuurlijk allereerst de ervaring van het gemis. Het is opmerkelijk, in alle drie synoptische evangeliën, Mattheus, Marcus en Lucas, komt dat zinnetje terug van de engelen in het lege graf: Hij is hier niet. Ze zeggen het tegen de leerlingen of de vrouwen die het graf bezoeken om het lichaam van Jezus de laatste eer te bewijzen.

Maar hij is hier niet. En Lucas voegt er zelfs aan toe: Wat zoeken jullie de levende bij de doden?
Ik heb in mijn leven nogal wat mensen ontmoet die maar naar dat graf of die urn bleven lopen, hopend daar iets van hun gestorvene te…, ja, te ervaren. Maar hij is hier niet. Niet op deze plek, niet in een lichaam, niet in een gedenkteken. Waar dan wel?

Maar waar dan wel?
Het antwoord van de evangelieschrijvers is eensluidend: Jezus is opgewekt. Ik zie dat als bijbeltaal. Bijbeltaal voor de algemeen menselijke ervaring dat de doden om ons heen zijn en in ons. Niet op het kerkhof, niet in graf of urn, maar hier en nu en overal.
Hoe? In de ervaring van hun liefde. Die nu overal is. Niet meer gebonden aan een lichaam.

De Amerikaanse zen-boeddhiste Joan Halifax vertelt over de dood van haar vader: “…ik zat naast zijn lichaam en vroeg me af waar zijn ‘zelf’ gebleven was. […] Toen zag ik duidelijk dat mijn vaders ‘zelf’ niet aan een plaats gebonden is. Hij is nu overal.”

Pasen als transformatie
Maria in de hof wordt zich bewust van Jezus’ nabijheid. Ze moet zacht gezegd nogal wennen aan die nieuwe aanwezigheid ‘overal’. Ze wil hem omhelzen en vasthouden. Ze moet nog leren dat haar dode geliefde is getransformeerd in pure liefde om haar heen en in haar.   
Het is het wonder dat we niet hebben begrepen. De nabijheid van onze gestorven geliefde in hun liefde om ons heen en in ons.

Dat is wat ik heb gekregen met Pasen. De bewustwording van de doden om ons heen. Daar hebben we als westerlingen nog een hele slag te leren. Het zou ons eendimensionale leven verrijken als wij meer leren leven met de doden. Als wij de gestorven dierbaren om ons heen beseffen en daar ruimte voor creëren in ons dagelijks leven.
Alle culturen doen dat beter dan de onze. In alle religies, ook als er geen sprake is van voorouderverering,  worden de doden gerespecteerd en er volop bij betrokken.

Dat brengt ons bij het Afrikaanse begrip Ubuntu. Daarover meer in een volgend schrijfsel. 

Over Wim Jansen
Wim Jansen (1950) is theoloog, schrijver en dichter, aan christendom en religie voorbij – en uitgekomen bij de mystiek van de Liefde. Hij is emeritus predikant van Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg en was ook lange tijd werkzaam in het onderwijs, met name aan de Hogeschool Zeeland. In mei 2021 verschijnt zijn boek Brandend verlangen. Voor meer info: www.wimjansen.nu.

(Visited 595 times, 1 visits today)
Close