Tussen de strakke broeken en dito jongenskonten vond ik een parel. Dat was in de klassieker van Gerard Reve: Nader tot U. De parel: een lofzang op de liefde die de beroemde tekst van Paulus in I Korintiërs 13 naar de kroon steekt. Maar bestaat het eigenlijk wel, liefde? Is het geen verkapt eigenbelang? En de vele rotzakken in deze wereld, inclusief jezelf, liefhebben – hoe doe je dat?
Door: Wim Jansen
Citaat
Op het gevaar af dat men ooit van mijn geschriften de citaten van anderen het meest geslaagd vindt deel ik graag het betreffende fragment van Reve met u:
‘Het is niet zo dat de Liefde een van Gods attributen is, maar de Liefde is God zelf. Toen er nog niets was, was reeds de Liefde. Uit haar is alles ontstaan, en niets is ontstaan dat niet uit haar ontstaan is. Als niets meer zijn zal, zal nog de Liefde zijn, want de Liefde en God, dat zijn twee woorden voor één en hetzelfde, onderling vervangbaar, en identiek. Als je het opschrijft, staat het meteen op papier ook.’
Die laatste zin is echt reviaans: onnavolgbaar in zijn droogheid. Het voorafgaande zet, in de tijd dat dit boek is geschreven, 1964, alles op zijn kop. Immers, werd er niet altijd gesproken over ‘God is liefde’? Maar Reve draait het om: Liefde is God.
Het lost een hoop theologische vragen op. En hij voegt aan het horizontale begrip ‘liefde’ een verticale dimensie toe: God zelf – waarmee hij de liefde benoemt als een mysterie. Voor velen in de kerken destijds revolutionair. De liefde is Liefde met een hoofdletter.
Toch was het niet nieuw. Reeds in de middeleeuwen sprak de mysticus Willem van St. Thierry God als zodanig aan:
O Liefde, waaraan iedere liefde haar glans ontleent,
ook de lichamelijke, en zelfs de ontaarde liefde.
Het gebed van deze middeleeuwse mysticus had Reve zelf kunnen schrijven: glansrijke Liefde als het heilige dat alles omvat, mystiek en erotiek, ook de platte liefde en zelfs het onheilige.
Maar bestaat liefde eigenlijk wel?
Eigenbelang?
In een ander zeer lezenswaardig boek, namelijk God voor niet-gelovigen, over Spinoza, beweert de auteur, Ton de Kok, dat niet liefde maar eigenbelang de uiteindelijke drijfveer is van ons handelen. Eigenbelang komt volgens Spinoza voort uit onze drang om te (over)leven, ons streven naar voortzetting van ons bestaan: de conatus.
Ik zoek geen gelijk maar ik ervaar het anders. Er is zeker veel eigenbelang in ons streven, meer dan we denken – dat wil ik graag van Spinoza leren – maar niet alles. Je kunt er het menselijke gedrag niet volledig mee verklaren.
Bovendien, met het analyseren van een bepaalde menslievende daad als zijnde eigenbelang in plaats van liefde creëer je een valse tegenstelling. Het is en-en, zoals zoveel dingen in het leven.
Ik ervaar een geheimzinnige kracht die zelfs de ‘conatus’ te boven gaat. Dat is het verlangen naar liefde. Liefde heeft zeker altijd iets van eigenliefde maar het is ook meer. Soms is je liefde voor iemand zo groot dat je jezelf volledig opzij zet, ja, zelfs je leven zou geven, om die ander gelukkig te laten zijn.
Dan is er sprake van ‘een verlangen om op te gaan in de liefde’ – dus juist niet om je bestaan voort te zetten!
De rotzakken
Niet voor iedereen loop je over van liefde. Soms ontmoet je luitjes die je meteen ‘jeuk’ bezorgen, of zelfs weerzin. Zo’n type hork van wie een vriendin van mij gedecideerd zegt dat ze hem ‘een l*l vindt’ – en ze zegt het zonder sterretje. Soms blijven mensen je tegenstaan, ook al zijn het helemaal geen rotzakken.
Ze zijn er natuurlijk wel, de echte rotzakken. En er zijn er veel. Je komt hen soms tegen in je eigen omgeving. Iedereen kan daar wel voorbeelden van geven.
Ook zie je er regelmatig eentje op tv. Bijvoorbeeld een turntrainer die een kind pijn doet om zijn spieren op te rekken opdat hij ooit kan beweren een nieuwe Epke te hebben gecreëerd.
Of – mag ik? – meneer Erdogan met zijn ronkende toespraken waarmee hij de hele regio daar ontwricht en duizenden doden en vluchtelingen veroorzaakt.
Hoe kun je de turntrainer of Erdogan liefhebben?
Het is wel goed om te bedenken dat anderen evengoed jeuk van mij krijgen of weerzin tegen mij hebben of mij zelfs ook een l*l vinden. En los van wat anderen vinden weet ik van mezelf dat ik soms ook gewoon een rotzak ben. Dat kunt u zich misschien niet voorstellen, net als de collega-predikant die na eenzelfde bekentenis mijnerzijds ongelovig uitriep: meen je dat nou??
Nou, vooruit dan, omdat u zo aandringt: rotzakje.
Hoe houd je het uit met al die rotzakken en met het rotzakje dat je soms zelf bent? Hoe kun je hen en jezelf liefhebben?
De ontoereikendheid van de menselijke liefde
Niet voor niets is een terugkerend thema bij Reve ‘de ontoereikendheid van de menselijke liefde’. Maar juist daarom hebben we ook die Liefde met een hoofdletter nodig. We moeten erkennen dat het niet altijd van nature gaat, liefhebben. Dat liefde afhankelijk is van Liefde.
Dat we haar moeten leren in dit leven, met vallen en opstaan, soms tegen onszelf in.
We leven nu eenmaal in een onrechtvaardige wereld. Een wereld vol, ja, rotzakken en rotzakjes. Daarom is het belangrijk te beseffen dat Liefde niet soft is. Dat ze vooral ook gerechtigheid is, precies zoals we in die andere lofzang, die van Paulus, zien: ze verheugt zich niet over het onrecht, maar vindt vreugde in de waarheid.
Iemand de waarheid zeggen of de voet dwars zetten kan ook Liefde zijn.
Maar direct daarop volgt het zinnetje: Alles verdraagt zij.
Hoe verdraag je de rotzakken?
Door je te verzetten tegen onrecht, het kwaad te benoemen, ja, ook door woedend te zijn en daar lucht aan te geven met het schuim op de lippen… maar daarbij uiteindelijk altijd: de dingen en de mensen en jezelf te zien in het perspectief van de alles omvattende, pure Liefde – uit wie alles is ontstaan en naar wie alles toegroeit.
Wim Jansen is theoloog, dichter en schrijver. Eind mei verscheen zijn nieuwe boek O hemel, zei de krokodil – 52 dierenverhalen voor jong en oud om zoiets als God ter sprake te brengen. Voor meer informatie: www.wimjansen.nu.
Prachtige woorden van Reve en niet in de laatste plaats ook die van jou. Hierin moeten we blijven geloven om niet te verzanden in de woorden van “die anderen”. Het is een houvast en een troost in deze wereld.
Dank, Els!