Geschreven door 07:56 Opinie • 3 Reacties

De mystiek van de dood is de mystiek van het leven – Over Spinoza

Altijd actueel, de dood. Altijd verzekerd van clientèle, sprak de man die een uitvaartonderneming begon. Ook als je ter ontspanning tv kijkt komt zij langs, zuster dood. Zoals in de sympathieke serie Last days van de Vlaamse fotografe Lieve Blancquaert. Over de dood in allerlei culturen. Vooral India raakte haar. Die aflevering besloot ze met: Ik word geïnspireerd door deze mystiek van de dood. In deze column: de mystiek van de dood is de mystiek van het leven – volgens de Ethica van Spinoza.

Door: Wim Jansen  

Vrijheid
In een andere Belgische serie, namelijk de thriller Baptiste, passeerde eveneens een wijsheid over de dood. De beschouwelijke detective Julien Baptiste laat zich door een moordlustige crimineel geen schrik aanjagen. Hij zet hem filosofisch op zijn nummer: Wie oefent in de dood, oefent in de vrijheid. Wie geleerd heeft te sterven laat zich niet langer slaven.   
Prachtig! Ik merkte dat ik er ogenblikkelijk mee aan de haal ging: De mystiek van de dood is ook de mystiek van de vrijheid. Het is immers de angst voor de dood die een mens tot slaaf maakt. Slaaf van je controle, slaaf van wie of wat je bedreigt, slaaf van je overlevingsdrang en ego, slaaf van je bezorgdheid…
De angel is uit de dood als je haar niet meer vreest – en haar inderdaad ziet als een zuster, zoals Franciscus van Assisi.  

Maar blijkbaar moeten we dat wel leren, een leven lang oefenen – van nature vrezen wij de dood. Terecht, want de dood betekent verlies van alles waaraan we gehecht zijn: ons leven, onszelf en vooral onze geliefden. Tegelijk weten we dat er geen lievemoederen aan helpt. De dood is onze enige zekerheid. We zullen ons ermee moeten verzoenen.
Het goede nieuws is dat een mens ook over dat vermogen beschikt. Bij stervenden heb ik het volop om mij heen waargenomen. Maar vele mystici koesterden en ontwikkelden dit verborgen talent juist midden in het volle leven. Het talent om te komen tot onthechting en aanvaarding.  

In de lijn van Spinoza: Wetende dat we de natuurlijke orde niet kunnen veranderen schikken we ons erin. Door deze bewuste aanvaarding gebeurt er iets merkwaardigs: we worden juist vrij.

De mystiek van het leven
Maar Spinoza gaat in zijn Ethica nog een stap verder: we hoeven de dood niet eens te oefenen.
Stelling IV 67: Een vrij mens denkt over niets minder dan over de dood. En zijn wijsheid is geen meditatie over de dood maar over het leven.
Als we ons bewust zijn van de eindigheid van het leven en die aanvaarden zijn we vrij en hoeven we ook geen energie meer te besteden aan gepieker over de dood – en al helemaal niet aan angst voor de dood.
In die typische Spinoza-taal: de vrije mens is zich bewust van zijn status als een eindige modus van God/Natuur. Juist dat bewustzijn en die aanvaarding van zijn staat maken hem vrij.  

Daarom mediteren we op het leven. Dat betekent niet: bewust genieten vanuit een memento mori – dat zou nog te veel eer zijn voor de dood – maar: nu leven omdat we nu leven. Opgaan in het leven, de aarde, de natuur, de liefde, God. Opgaan in de mystiek van het leven. 

Alle verzet tegen de orde van God/Natuur en dus ook tegen de dood noemt Spinoza, grappig droog zoals in zijn hele Ethica: Inadequaat.

Je bent eeuwig
Voor Spinoza is de dood niet zo’n breuk als het in onze cultuur veelal wordt ervaren. We zijn er altijd geweest, namelijk als deel van God/Natuur. We zijn er nu, als ‘eindige modus’ van God/Natuur. En we zullen er altijd zijn.
Stelling V 23: De menselijke geest kan niet geheel met het lichaam teniet gaan; er blijft iets over dat eeuwig is.
Wat is dat ‘iets’? Onze persoonlijke energie uit God, de wijze waarop onze geest heeft deel gehad aan de Geest, de gestalte van wie wij waren als ‘modus van God’ in deze wereld – dat blijft bewaard in de eeuwigheid.  
Spinoza zei ook: We voelen en ervaren dat we eeuwig zijn. De dood is ‘slechts’ transformatie.

Ik weet dat dit ‘slechts’ verzet oproept. Het gaat er ook niet om de dood te bagatelliseren, maar om er niet in te verzuipen. Voorbij de gevoelens van rouw – waaraan je recht moet doen! – mag er ruimte komen om het verlies in een groter perspectief te plaatsen, juist als het je persoonlijk treft.

Spinoza’s rationele, haast wiskundige duiding geeft mij vrede met de dood. Ook als iemand ons jong ontvalt. Onze doden zullen er altijd zijn. Zij kunnen er niet niet-zijn.  

Studeerkamertaal?
Vaak hoor je over dit soort filosofieën dat ze te abstract zijn, te weinig uit het gewone leven, studeerkamertaal. Maar het is juist uit het volle leven dat Spinoza’s gedachtegoed is opgekomen. Vanuit zijn ervaring dat ‘alle dingen leeg en futiel zijn’ gaat hij op zoek naar iets waardoor hij ‘een voortdurende en hoogste blijheid zal genieten’.

Gemakkelijk praten had hij niet. Hij was vaak ziek en is jong gestorven, na een leven dat bepaald niet werd gekenmerkt door voorspoed. Het is ongelooflijk hoe vaak hij op jonge leeftijd met de dood is geconfronteerd – hij verloor zijn moeder toen hij zes jaar was en rond zijn twintigste ook een broer en een zus en zijn vader. Met zoveel dood in de vroegste fase van een leven zou je er niet van opkijken dat iemand dit tot het thema van zijn leven maakt. Maar hij roept juist op om voluit te leven.
Ook werd hij verstoten uit de Joodse gemeenschap en in de banvloek gedaan. En naar het schijnt was er een onbeantwoorde liefde waardoor hij ongetrouwd bleef.
Tegenslag op tegenslag.

Maar in dat eenzame, door de dood getekende bestaan vond hij vreugde in zijn meditatie op het leven. Leven ‘in het licht van de eeuwigheid’.   

Met dank aan de uitgaven van collega Jan Knol: ‘Spinoza’s 259 stellingen’ en ‘En je zult spinazie eten’

Wim Jansen is theoloog, dichter en schrijver. Eind mei verscheen zijn nieuwe boek O hemel, zei de krokodil – 52 dierenverhalen voor jong en oud om zoiets als God ter sprake te brengen. Voor meer informatie: www.wimjansen.nu.

(Visited 486 times, 1 visits today)
Sluiten