Op 13 oktober overleed Jozef van den Berg, poppentheatermaker en… ja… hoe zal ik het noemen? Mysticus? Kluizenaar? Man Gods? Van alles wel iets sinds hij in 1989 zijn poppen aan de wilgen hing en in 1991 zijn ‘onreine’ leven inclusief zijn vrouw en vier kinderen achterliet om zich volledig aan God te wijden in een als Grieks Orthodoxe kapel aangekleed schuurtje. Alle respect. Maar het heeft me eerlijk gezegd altijd verbijsterd hoe iemand zijn gezin achter kan laten.
Door: Wim Jansen | Foto: Wikipedia/Michiel Hendryckx
Ik probeer het me in te denken bij mijn eigen kinderen toen zij dezelfde leeftijd hadden. Het slaat me koud om het hart.
‘Papa, ik wil met je mee,’ zegt je 15-jarige dochter.
‘Je kunt niet met me mee,’ zeg jij.
Zo schijnt het te zijn gegaan, las ik in interviews.
Hartverscheurend.
You must be puttin’ me on
Het doet me denken aan een van de meest bizarre verhalen in de bijbel. Dat van Abraham die zijn zoon Isaäk moest offeren. Ik kan me goed voorstellen dat Abraham bij buitenstaanders moet overkomen als een godsdienstwaanzinnige. Nota bene, na veel smeekgebeden krijgen Abraham en Sara dan eindelijk een zoon van God en vervolgens verneemt Abraham een roeping waarin diezelfde God hem weer opeist.
Het is niet zo moeilijk om het verhaal theologisch glad te strijken – zoals ikzelf ook lang gedaan heb. Maar als ik eerlijk ben herkende ik me meer in het ‘ammehoela’ van Bob Dylan in zijn Highway 61 Revisited:
God said to Abraham: Kill me your son,
Abe said: Man, you must be puttin’ me on…
Prachtige dialoog tussen gelijkwaardige gesprekspartners: Man, je houdt me voor de gek! En dan gaat deze God, in de versie van Dylan, dreigen: De volgende keer als je me ziet kun je maar beter benen maken. Leuke God!
Als God mij zou vragen mijn geliefden in de steek te laten zou ik ook zeggen: Woman! You must be puttin’ me on. Ik begrijp het eenvoudig niet. En ik ‘voel’ het nog minder. Immers: het eerste wat God doet als zij je roept is je terugverwijzen naar je naaste.
Althans, zo heb ik het ervaren.
Ervaringsdeskundige
Denk niet dat ik het niet ken, het gevoel van roeping. Ik mag mijzelf gerust een ervaringsdeskundige noemen. In mijn adolescente jaren worstelde ik met de vervuilende, industriële cultuur. Nee, ik vernam niet zo duidelijk een roeping van God, maar wel een diep verlangen mij los te maken van alles en iedereen. Ik radicaliseerde, in zoverre dat ik mijn baan in het onderwijs opzegde en – veel erger – mijn grote liefde in de steek liet.
We waren nog niet getrouwd en er waren nog geen kinderen, maar we zagen wel in elkaar het witte paard en de prins. En toch liet ik haar lange tijd spartelen in onzekerheid. Ik heb zelfs gedacht, net als ik Jozef van den Berg heb horen zeggen, dat God dan wel voor haar zou zorgen, tot… ik doorhad dat dit nu precies mijn roeping in het leven was. Dat ik voor haar moest zorgen en met haar de liefde vieren. Dat mensen God moeten zijn voor elkaar.
Ik voelde aan alles dat God mij terugdreef in haar armen. Breder gezegd, in de armen van de liefde.
In die tijd heb ik geleerd dat de liefde de meeste is. Het is de leerschool van mijn leven geweest. Sindsdien kan ik niet meer uit de voeten met een God die van mensen zou eisen dat ze hun geliefden schade toebrengen. En elke tekst in de bijbel die de schijn heeft daartoe wel op te roepen lap ik eerlijk gezegd aan mijn laars. Er zijn te veel bijbelteksten en andere religieuze teksten die God en mens tegen elkaar uitspelen.
Dat heeft zo langzamerhand wel genoeg ellende opgeleverd.
Wat God van ons wil, wat LIEFDE van ons wil, kan nooit ingaan tegen onze liefde en verantwoordelijkheid voor mensen die ons, nota bene door God zelf, zijn toevertrouwd.
God trekt zich terug in je naaste
Gaandeweg heb ik geleerd dat God en het leven en de mensen geen concurrenten van elkaar zijn. Dat God je leven is en de aan jou toevertrouwden. En vooral dat er niets ‘onreins’ aan het leven is. Dat het integendeel heilig is. Dat de ware liturgie zich afspeelt in de dagelijksheid van de geliefden om je heen.
In deze levensfase ervaar ik dat God meer en meer verdwijnt in de Liefde. Dat zij zich heeft ontledigd in de Liefde, haar vuur heeft uitgestrooid in de liefde waartoe wij geroepen zijn.
In het Nawoord van haar ‘mystieke dagboek’ IK MIS JE terwijl je bij me bent schrijft mijn collega Marianne Vonkeman: ‘De omgang met God is verdwenen als speciaal aandachtspunt. Het leven zelf is omgang met God, zo besef ik meer en meer.’
Het is een ontdekking van, nota bene, na haar predikantschap!
We leven toe naar Kerst. En dan denk ik aan die andere Jozef, die van Maria. Die ook een roeping kreeg. In een droom nog wel. Hij was van zins zijn verloofde en haar heilige kind te verlaten. Om haar niet in opspraak te brengen. Maar in de droom ontving hij de roeping om juist bij zijn ‘heilige familie’ te blijven.
Iedereen wordt door God geroepen om God te zijn voor de dichtbije, heilige naaste.
Over Wim Jansen
Wim Jansen (1950) is theoloog, schrijver en dichter, aan christendom en religie voorbij – en uitgekomen bij de mystiek van de Liefde. Hij is emeritus predikant van Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg en was ook lange tijd werkzaam in het onderwijs, met name aan de Hogeschool Zeeland. Op 13 mei jl. verscheen van hem een nieuwe bundel met de mooiste liefdesgedichten, die hij schreef voor zijn geliefde Eliane: Eliane – liefdeslyriek. Zie voor achtergronden en eerdere publicaties zijn website www.wimjansen.nu.
Een eerlijke persoonlijke reactie maar er wordt eigenlijk niets gezegd over de keuze van Josef van den Berg. Zijn keuze kan op de een of andere manier toch ook een keuze voor de liefde zijn geweest…
Ik weet het ook niet, maar het zou kunnen…
Jozef heeft mij ooit zelf verteld dat monniken op Athos het niet eens waren met zijn daad zijn gezin te verlaten.
Beste Els en Vlasta,
Jozef zei altijd dat zijn keuze een keuze voor de liefde was.
Hij zal dat oprecht hebben gemeend, maar dan nog kan het een vergissing zijn.
Thomas van Aquino herriep aan het eind van zijn leven al zijn boeken, die hij toch met de beste intenties geschreven zal hebben.
Ik heb te veel ellende gezien bij kinderen die van de ene op de andere dag door een van hun ouders waren verlaten, meestal vanwege een andere liefdespartner. Als dat het geval is vinden we het een rotstreek… Maar als het God is zouden we het ineens heilig moeten gaan vinden…?
Het gaat me ook niet om zoiets als ethisch correct willen zijn (zoals iemand op Facebook mij verweet) maar puur om de praktische concrete liefde voor je kinderen die jou zijn toevertrouwd.
Ik hoef het me ook maar voor te stellen hoe zij gereageerd zouden hebben. Als ik hun gezichten van toen voor me zie zou ik het ogenblikkelijk uit mijn hoofd laten. Hoe zou ik dat uit moeten leggen als ik altijd de mond vol heb over de liefde? Dan weet ik heel zeker dat het een vergissing is. Dit vraagt een God van Liefde niet.
De monniken van Athos hebben het begrepen. Het heeft ook te maken met het benedictijnse ‘stabilitas loci’.
Ik heb onlangs wat filmpjes van Jozef van den Berg op YouTube gezien en kom zo ook hier terecht. Ik heb er net als Wim grote moeite mee dat hij zijn gezin verlaten heeft. Het is mijns inziens een onverantwoordelijke keuze die hij als echtgenoot en vader gemaakt heeft.
Ik denk dat er ook psychische componenten meespeelden. Jozef heeft zelf zijn vader verloren toen hij 12 jaar oud was en vlak voor z’n grote verlichtingservaring had hij zijn broer aan een hersentumor verloren. Veel mensen die hun vader als kind verliezen zoeken een vaderfiguur in bijvoorbeeld God de Vader (Henk Binnendijk is daar ook een voorbeeld van). Ook vinden mannen die hun vader jong verloren hebben het vaak moeilijk om zelf vader te zijn. Ze hebben nauwelijks of maar kort een voorbeeld gehad, dus vader zijn, hoe doe je dat? Hoe ben je vader? Mijn oom, die ook jong zijn vader verloren heeft, zei ook eens dat hij niet wist hoe hij vader moest zijn toen hij drie kinderen (een zoon en twee dochters) kreeg. Mijn oom heeft, toen zijn zoon de leeftijd had, waarop hijzelf zijn vader verloor, zijn toevlucht gezocht bij een goeroe in India. Hij is nu bijna 92 jaar en heeft nog steeds een goeroe, weliswaar een andere dan in de jaren 70, 80 en 90, want de vorige is inmiddels overleden. Mijn oom zoekt eigenlijk nog altijd naar zijn vader. Bij Jozef meende gelijke trekken te zien als bij mijn oom. Hij zal het moeilijk gevonden hebben om vader te zijn en verlangde zelf sterk naar een Vader. Toen hij die vader in God vond moest in de euforie hierover alles wijken en kon hij zijn gezin verlaten. Dat neemt niet weg dat Jozef mooie en wijze dingen heeft gezegd en veel voorbijgangers geholpen heeft.