Geschreven door 09:29 Verdieping • Een reactie

Het niets dat alles is (11): ‘Van mijzelf bevrijd’

Jaren geleden kreeg ik een advies om woorden te geven aan de innerlijke ontwikkeling die ik mijzelf toewenste. Na wat speurwerk en overdenking kwam ik op één zin, ontleend aan de ervaring van Hildegard van Bingen. “Mijn wens was om van mezelf bevrijd te worden.” Bevrijd te worden van mijn ego.

Door: Eddy Karrenbelt | Foto: Pixabay

Het was een wens, geen verlangen.
Over verlangen schreef ik eens het volgende gedichtje:

even vasthouden
het verlangen
in tederheid en geduld
lieve woorden
licht gewogen

het verlangen
dat onze harten vult
het mag ons niet ontglippen
nu niet
nooit

Het verlangen naar echte ontmoeting met een ander. Samen één hart te zijn.

Als het verlangen sterk was, dacht ik altijd dat ik het zo, om het hoekje van het verlangen, in mijn eigen hart kon vinden. Zo dichtbij was het.

Binnen de Advaita Vedanta staat geschreven dat als je onderzoekt van wie het verlangen is, jij het Zelf vindt. Je bent het Ene. Het is alleen versluierd door je verlangens en angsten. “Verlangen is de herinnering aan het aangename en angst is de herinnering aan pijn.”

Om van mezelf bevrijd te worden was een ‘zachte’ wens. Want hoe het leven verloopt, dat weten we niet en ik leef het zoals het komt.

Inmiddels is de wens veranderd. Ik herken me nu in de woorden van Eckhart: “Naarmate de ziel meer van zichzelf loskomt en van al wat het niet is, zij een sneller, zoeter en zaliger drang naar het Ene ervaart. Minder gelijkvormig aan zichzelf en aan het niet werkelijk zijn, wordt zij geleidelijk meer gelijkvormig aan hetgeen zij nastreeft.”

En in de woorden van Ramana: “‘Ik Ben’ is een andere naam voor het Zelf. Devotie, liefdevolle toewijding, is niets anders dan het kennen van jezelf.”

Onlangs schreef ik onderstaand gedicht:

Het Ene

Zo binnen
in het Hart
in alle Harten
diepend
zingend
bloeiend

Zo buiten
ruimte
allesomvattend
dijend
allen
en alles

In elkaar vloeiend
Eén Zijn

We zijn niet meer
we zijn opgelost
en toch
Zijn Wij
louter vreugde
lievend
Eén Hart

Binnen en buiten
Zijn Eén

Niets in ons
staat onze ware natuur in de weg
‘Het is alleen de schenker die blijft’

We doen wat er te doen valt
zonder te doen
er valt niets te doen
Zijn is doen

We spreken
door niet te spreken
er valt niets te zeggen
Zwijgen is spreken

Weer herken ik de woorden van Eckhart: “Wanneer het vuur zijn werk verricht en het hout doet ontvlammen en branden, wordt het hout door het vuur verteerd en verliest het zijn wezen. Ruwheid, koude, vocht en gewicht verdwijnen, en het hout gaat van lieverlee over in vuur. Evenwel komen vuur en hout niet tot rust, bedaren en voldoening, totdat het vuur zichzelf in het hout baart en daaraan zijn natuur en wezen meedeelt: zó is alles één vuur, beiden gelijk eigen, zonder enig onderscheid.
Is alle ongelijkheid weggenomen en afgelegd, dan wordt het vuur stil en zwijgt het hout.
Wanneer God werkt, werkt de ziel niet meer; wanneer Hij kent, kent de ziel niet meer: het is enkel en alleen God die in haar werkt, kent en bemint.”

Om het hoekje van herkennen is Zijn.

Over de auteur
Eddy Karrenbelt heeft reeds geruime tijd een coach praktijk. Daarnaast schrijft hij liedjes en gedichten en treedt hiermee op. Hij heeft daarnaast ruime ervaring in leidinggeven. Dit vanuit een brede achtergrond: van binnenstedelijke projectontwikkeling en beheer openbare ruimte tot werk en inkomen en het brede sociale domein. Zijn inspiratie vindt hij in de mystiek. Het eerste gedichtje staat in de bundel ‘Dat wat is’. Voor meer info: www.praktijkvoorbewustwording.com.

(Visited 325 times, 1 visits today)
Sluiten