Weer een jaar voorbij. Wij worden bepaald bij onze eindigheid. Dit besef is het beste wat ons kan overkomen. Het brengt de essentie van het leven aan het licht. Sterven in het leven, noemt Ineke Visser van het Landelijk Expertisecentrum Sterven dat in de Volkskrant (23 december 2022). Maar, zegt zij ook, in onze maatschappij is sterven uit ons blikveld geraakt. Ik sluit mij aan bij haar pleidooi om bewust onze sterfelijkheid te benutten als levenskunst.
Door: Wim Jansen | Foto boven: Pixabay
Leven in onzekerheid
Dit is nu al het derde jaar op rij dat ik mij bij het Nieuwjaarwensen afvraag: Ben ik er volgend jaar nog? Natuurlijk vraagt iedereen zich dat wel eens af, maar als je een ongeneeslijke en uiteindelijk dodelijke ziekte in je omdraagt dringt die vraag zich toch scherper aan je op. Begin 2020 kreeg ik het bericht te horen. Het bericht dat mij in één klap in de positie manoeuvreerde, die zo treffend wordt uitgedrukt in het beroemde gedicht van Jacqueline van der Waals: Sinds ik het weet…
Tegelijk, hoe betrekkelijk is alles. Ruim een jaar geleden mocht ik een indringend gesprek voeren over mijn situatie met iemand die zich op dat moment zelf aan de ‘gezonde kant’ van de streep waande. Inmiddels is die persoon zelf overleden aan een snelle, agressieve kanker, terwijl ik er nog ben en dat ook nog in redelijk goede staat. Het is me nu al vier keer overkomen, dat iemand mij vol mededogen sterkte wenste maar intussen zelf al is overleden.
Het zegt iets over de onzekerheid van het leven. Nooit eerder was mijn leven zo onvoorspelbaar en moest ik zo rekenen met mijn sterfelijkheid. Wat doet dat met een mens?
Ik leef op de toppen, ja, soms ook in de diepste dalen, maar uiteindelijk, als je de grote lijn in het vizier houdt, leef ik van top naar top. Nee, nooit eerder was mijn leven zo onzeker en zo door sterfelijkheid bepaald, maar dit bewustzijn schenkt mij en dus ook mijn geliefden de hoge opbrengst van het ware leven. Ik kan het echt niet anders zeggen.
Wandelen langs de rand van de afgrond, soms balanceren, het voert je naar de mooiste en wijdste vergezichten. Dansen op het graf, dat haalt alle leven in je naar boven.
Sterven in het leven
In een serie interviews in de Volkskrant spreekt Fokke Obbema met mensen over de eindigheid van het leven. Zo ook met Ineke Visser, voormalig zakenvrouw die de turbulente telecomwereld verruilde voor de ‘verstilde wereld van het hospice’. Een stap in het werkelijke leven, na een burn-out en vanuit het verlangen naar wezenlijker zaken. Die vond ze op de grens van leven en dood.
Dat verlangen benoemt zij later nader: het verlangen naar ‘licht, naar huis’, naar ‘eenheid, geestelijke vrijheid, liefde, harmonie en schoonheid’.
Welke inzichten vond ze dan aan die sterfbedden? Ik citeer graag, want het had mijn eigen tekst kunnen zijn. Ik heb het in verschillende publicaties vergelijkbaar geformuleerd:
“Alle uiterlijkheden waarmee we ons identificeren, alles wat belangrijk leek en waar we ons ongelofelijk druk over hebben gemaakt, blijkt op de keper beschouwd, in het zicht van de eeuwigheid, niet zo belangrijk. Ook spelen vaak emoties op waar je omheen bent gelopen. Een mens wordt teruggebracht tot wie hij in essentie is. Het sterven is een fase van intens leven.” (cursivering van mij, WJ).
En: “Het leven gebeurt aan ons: we denken het te kunnen regisseren, maar dat is een illusie. Voortdurend heb je te maken met processen waarin je moet leren los te laten – je jeugd, relaties, bezit, maar ook patronen en overtuigingen waarvan je ontdekt dat ze niet langer bij je passen. Dat zie ik als ‘sterven in het leven’. Daardoor kun je ruimte maken voor iets nieuws. Dat vereist wel dat je het weet uit te houden met onzekerheid, met het niet-weten wat ervoor in de plaats komt. De kunst is tot overgave te komen, in de liefde, het leven en in het sterven.” (cursivering wederom van mij, WJ)
Drie jaar intens leven
Toevallig vertelt de schrijfster Rosita Steenbeek in dat nummer van de Volkskrant eenzelfde verhaal over de intensivering van het leven in het aangezicht van de dood: “Ik heb de dood in de ogen gezien. Op mijn 13de kreeg ik een hersenbloeding. Later overleefde ik ternauwernood een auto-ongeluk. Juist het besef dat het leven zomaar voorbij kan zijn, is voor mij altijd een stimulans geweest om er wat van te maken.”
Hoe zit het met mijn eigen ervaring?
Omdat de oncoloog mij begin 2020 vertelde dat ik wellicht nog een half jaar te leven had en als ik geluk had nog hooguit twee jaar ben ik nu al drie jaar ‘aan het sterven’. Maar merkwaardig genoeg blijkt dat ‘sterven’ juist uit intens leven te bestaan. Zoals ik al zei: Ik leef op de toppen, ook al zak ik natuurlijk nu en dan wel even in een dal, bijvoorbeeld door perioden van pijn, een slechte uitslag, bijwerkingen van medicijnen.
De globale uitkomst is dat deze jaren bepaald niet mijn slechtste jaren zijn. Integendeel, er gebeurt van alles wat ik niet meer had verwacht. In het lage licht van de ondergaande zon tonen zich de contouren scherper, zie je beter waar het op aan komt en zijn de kleuren inniger dan ooit.
Zo hebben mijn geliefde en ik zowaar nog nieuwe schatten opgediept uit de schatkist van onze liefde, die ons hele leven al zo rijk gevuld was. Ook zijn er nog oude restanten van misverstand aan het licht gekomen en opgehelderd. Niet dat we ons daar nog druk om maakten maar het onder ogen zien ervan heeft wel gezorgd voor een nog wijdere ruimte en een nog zuiverder atmosfeer.
En vooral: onze liefde is gebleken nog dieper te wortelen. Nog groter en intenser te zijn dan we ons bewust waren, terwijl de meeste mensen in onze omgeving in ons allang de uitzonderlijke liefde zagen. De nabijheid van de dood heeft alles in een wijder en mooier perspectief doen oplichten.
Overgave
Die drie jaren van ‘sterven’ hebben mij dan ook in een hogere levenssfeer getild, in de sfeer van God. Dat durf ik met een gerust hart zo te zeggen, omdat het alles zo ongelooflijk rijk en intens is geworden. In die sfeer, waarin ik bijna doorlopend vertoef, wordt de angst telkens weer verdreven.
Nog eens Steenbeek in hetzelfde interview: “Gisteren vroeg een Koerdische man die mijn iPhone repareerde hoe het met me ging. Ik ben verdrietig, zei ik, mijn moeder is onlangs overleden. ‘Niets verlaat deze wereld’, zei hij. ‘Het lichaam vergaat, maar haar wezen blijft.”
Zo blijkt sterven intens leven te zijn. Ik denk wel dat de innerlijke rijkdom die ik ervaar mij als het ware voorbereidt op de dood en dat ik daardoor soepeler tot overgave zal komen als het zo ver is.
Ik geef mij nu al over. Aan de toenemende pijn, aan de (on)mogelijkheden van verdere behandeling, aan de geestkracht die ik mag ervaren, aan de genade van het leven als ik zomaar nog enkele jaren zou krijgen zoals tot nu toe het geval is geweest, aan het leven zoals het loopt. Aan het sterven als het moet.
Ik wil dat dan ook bewust ondergaan. Er iets van maken. Ja, er een feest van maken. Zoals het leven een feest was en is. Een feest van liefde.
Over Wim Jansen
Wim Jansen (1950) is theoloog, schrijver en dichter, aan christendom en religie voorbij – en uitgekomen bij de mystiek van de Liefde. Hij is emeritus predikant van Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg en was ook lange tijd werkzaam in het onderwijs, met name aan de Hogeschool Zeeland. Komend voorjaar verschijnt van hem een nieuwe bundel met de mooiste liefdesgedichten, die hij schreef voor zijn geliefde Eliane. Titel: Eliane – liefdeslyriek. Zie voor achtergronden en eerdere publicaties zijn website www.wimjansen.nu.
De eerste keer dat ik reageer op.mijn telefoon.
Mijn telefoon. Gaat die ook af als ik er niet meer ben,?
Hallo, met wie spreek ik?
Kan ik de Dood horen?
Misschien wel. Misschien is er ook aan de andere kant een stem.
Een stem die vraagt of ik een dansje wil doen. Op de rand van de vulkaan.