Welnu, dat zal ik eens even uit de doeken doen. Ik heb er tenslotte voor doorgeleerd. Om te beginnen stellen we vast dat God in ieder geval niet bestaat op de manier waarop een alien of een kabouter of Sinterklaas al dan niet bestaat. Die kinderachtige wijze van redeneren laten we over aan Richard Dawkins met zijn ‘God die naar alle waarschijnlijkheid niet bestaat’: God als een wezen in de lucht.
Door: Wim Jansen
Als God bestaat is ‘het’ van andere orde dan zoiets als ‘bestaan’. We noemen het nu juist God omdat het al onze categorieën ontstijgt. Dit neemt niet weg dat er toch vaak in die termen over God gesproken wordt, echter zonder dat het bedoeld is als een gok of een aanname van een meneer in het universum.
Zo herinner ik mij een vrouw in mijn vrijzinnige Koorkerk in Middelburg – door mijn voorganger Klaas Hendrikse degelijk onderwezen in het niet-bestaan van God als wezen – die mij op een zondagmorgen stralend toeriep: ‘God bestaat!’
Natuurlijk vroeg ik haar om uitleg. Wat bleek? Zij was ontroerd en geïnspireerd door een muziekstuk waarnaar ze voor de kerkgang uit had zitten luisteren. Het had haar de bevinding geschonken die veel mensen herkennen: er wordt iets in je aangeraakt dat je bij de kern van het leven en je wezen brengt.
Een moment van alles doordringende vreugde.
Een stroom van liefde die wordt losgemaakt en waarin je wordt opgenomen.
Wat Paulus noemde: de vrede die alle verstand te boven gaat.
De ultieme ontroering die als vanzelf het woord ‘God’ of ‘goddelijk’ bij je oproept.
Natuurlijk doelde de mevrouw niet op een standpunt in een discussie tussen atheïsten en gelovigen, maar was het een wijze van zeggen om haar geraaktheid mee uit te drukken. God als poëziewoord, als metafoor, als verwijzing, als symbool voor de essentie van het bestaan op het moment dat je ervaart dat heel dat raadselachtige – en soms bitter raadselachtige – circus waarin wij meedraaien hierom begonnen moet zijn. Dat dit de bron en de bestemming is van ons minieme bestaan.
Dit? Wat dan?
Ja, dan kan ik maar één antwoord bedenken: De Liefde. Dat is de reden dat ik de vraag naar het bestaan van God meestal ironisch terzijde leg. Bestaat God? Het woord bestaat. De werkelijkheid waarnaar dat woord verwijst bestaat.
De Liefde bestaat – en als je wilt noem je die God. Maar het hoeft niet.
Wat de mevrouw ervoer in haar muziek overkomt mij vaak in meditatie of – zoals ik al eerder schreef – ’s morgens vroeg meteen bij het wakker worden. Steeds vaker sinds ik te horen heb gekregen dat zich een ongeneeslijke ziekte in mijn lijf heeft gevestigd. Hoewel ik me nu nog steeds goed voel merk ik toch dat dit bericht mij heeft bepaald bij een grens. En juist de ervaring dat ‘God bestaat’ is er een die zich voordoet in grenssituaties.
De ervaring is heel intens, krachtig, rijk, vreugdevol en barstensvol liefde.
Onmiskenbaar doet het ergens aan denken, zoals ik in dit gedicht uitdrukte:
En dan zeggen ze nog
Jongens, jongens,
wat stroomt het weer
door mijn hoofd en door mijn hart!
Maar wat dan, Wim?
Wat stroomt er dan ?
Een zacht
verrukkelijk orgasme
in mijn brein.
En dan zeggen ze nog
dat God niet bestaat.
Over Wim Jansen
Wim Jansen (1950) is theoloog, schrijver en dichter, aan christendom en religie voorbij – en uitgekomen bij de mystiek van de Liefde. Hij is emeritus predikant van Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg en was ook lange tijd werkzaam in het onderwijs, met name aan de Hogeschool Zeeland. Onlangs verscheen zijn boek Brandend verlangen. Voor meer info: www.wimjansen.nu.
Als het bestaan van God zoiets zou zijn als een orgasme, dan duurt het nooit lang voordat ik weer met beide voetjes op de grond belandt.
Deze zin zou kunnen betekenen dat alleen een kinderlijk geloof ertoe doet.
Voetjes ipv voeten.
Geloof in God kun je niet zomaar ‘onder de knie hebben’.
Als je denkt dat je er je best voor moet doen, dat je alleen maar de deur van de kast open hoeft te doen waar God in zit, dan denk ik dat je bedrogen uitkomt.
“Poppetje gezien, kastje dicht”. Geen grond meer onder mijn voeten. Maar, proberen te bewijzen dat God niet bestaat is zoiets als bouwen op drijfzand.
En dan zeggen ze nog…
De zekerheid dat God bestaat, die heb ik niet. Niet omdat ik Hem nooit heb gezien.
Het enige dat ik ervan kan zeggen is dat ik een vermoeden heb van Zijn bestaan
Het is allemaal maar taalspel, Leendert.
Dat is de enige wijze waarop we over God kunnen spreken…
God bestaat niet, God is. En dat kan dan ingevuld worden door iemand voor wie God belangrijk is. Zo simpel is dat.
Op de lagere school leerden we: Op bergen en in dalen en overal is God. Als kind nam ik dat heel letterlijk. Zo zou je het ook kunnen opvatten; later kwam er de figuurlijke betekenis bij.
Dank Joke.
God is, JHWH, Ik ben…