In een mooie boekwinkel in Middelburg vond ik twee boeken met de titel Rust in je hoofd. Een ervan kocht ik. Het bevat de boodschap van een neuroloog dat regelmatig nietsdoen je productiviteit verhoogt. ‘Nietsdoen als daad van verzet’, schreef ik in mijn augustus column op deze website. Daarom was ik erg benieuwd wat deze neuroloog, Joseph Jebelli (1986), zou schrijven over nietsdoen. De schrijver, die woont en werkt in Londen, behandelt uitvoerig wat nietsdoen met je brein doet. Ik wil hiervan in het kort iets weergeven.
Door: Wim Davidse | foto: Pixabay
Het default netwerk
Als je niets doet, je losmaakt van een taak, wordt het default netwerk geactiveerd. Dat is het basisnetwerk, een net van neuronen, hersencellen die onderling communiceren door elektrische en chemische signalen. Dat stelt ons in staat te dagdromen, impulsief te denken en voorstellingen te maken van de toekomst. In de jaren vijftig van de vorige eeuw ontdekten onderzoekers dat de breinactiviteit, gemeten in elektrische signalen, niet minder werd als een proefpersoon geen opdracht uitvoerde. Een andere ontdekking was toen dat de bloeddoorstroming in de frontaalkwab – die verantwoordelijk is voor bijna al onze hogere vermogens – het hoogste is als we rusten en niet als we werken.
Het is niet nieuw dat nietsdoen onze productiviteit kan verhogen. Bekend is het voorbeeld van Archimedes, die in bad liggend plotseling een inzicht kreeg en uitriep ‘Eureka!’. We kennen allemaal wel onze eureka-momenten, onder de douche of uit het raam starend, wandelend of op de fiets. De momenten waarop je niets hoeft en het brein vanzelf aan de gang gaat.
Het default netwerk is dan actief. Dit zorgt voor verbinding tussen vier belangrijke hersengebieden. Ze regelen besluitvorming, toekomstplanning en zelfbesef (het gedeelte achter het voorhoofd). Het gedeelte midden in het brein is cruciaal voor navigatie, autobiografische herinnering en toekomstvoorstellingen. Boven in de hersenen zit onder andere het gedeelte dat de herinnering aan alledaagse dingen regelt en bij het achterhoofd is het deel dat verantwoordelijk is voor complexe taalfuncties. Het default netwerk spreidt zich over deze vier hersengebieden uit en is actief als we ons niet op een bepaalde taak richten. Zo kunnen nieuwe ideeën ontstaan en kunnen we plotseling de oplossing van een probleem zien.

Het executieve netwerk
De tegenhanger van het default netwerk is het executieve netwerk. Dat is verantwoordelijk voor doelgerichte, cognitieve taken. In wezen is het actief wanneer er geestelijke taken van je gevraagd worden. Als we werken verdringt dit netwerk de neuronen van het default netwerk, net zoals het wifi-signaal van de buren onze eigen internetverbinding blokkeert, zoals Jebelli schrijft. Als we rusten kan het default netwerk weer tot bloei komen. Dan wordt onze hartslag verlaagd, het cortisolniveau (het stresshormoon) daalt en de diepere lichaamsfuncties zorgen er voor dat onze hersenen meer neurotransmitters opslaan. Die vormen de brandstof voor ons denken.
Jebelli maakt duidelijk hoe onze hersens beschadigd raken als we steeds maar ‘aan’ staan en ons default netwerk blijven wegdringen. Hij wijst hier op de prestatiedrang in de maatschappij. Hij citeert Alain de Botton, die zei dat we steeds onze prestaties vergelijken met die van anderen. Nietsdoen geeft dan een gevoel van falen, we maken ons dan zorgen over onze status. We kunnen dan ons gevoel van eigenwaarde niet bevestigen.
Vormen van nietsdoen
Bij Jebelli heeft het nietsdoen geen spirituele kant, hoewel hij wel mindfulness en meditatie noemt als goede vormen van nietsdoen. Hij citeert ook Emily Dickinson als het gaat over rust: ‘De ziel moet altijd op een kier staan, klaar voor de extatische ervaring’.
Mind-wandering, je gedachten laten dwalen, noemt Jebelli als een effectieve vorm van nietsdoen. Het kan de synapsen van de hersens sterker maken, de bloedtoevoer naar en bloedsomloop binnen de hersens veranderen. Zelfs depressiviteit en dementie kunnen verminderen.
Een bosbad nemen is een goed middel tegen angststoornissen, zoals Jebelli zelf heeft ondervonden. In Japan is dat een oeroud gebruik, shinrin-yoku heet dat daar. Het is een bewuste, doelgerichte handeling om verbinding te krijgen met de boswereld om je heen. Dat stimuleert bijvoorbeeld om de boombast aan te raken, als je komt tot boom knuffelen zorgt dat voor de aanmaak van oxytocine, het ‘knuffelhormoon’. Je ervaart dan gevoelens van vertrouwen, rust en verbondenheid.
Mindful alleen-zijn is een waardevolle manier van nietsdoen. Jebelli praktiseerde dat zelf door tien dagen alleen te verblijven in een huisje in de ‘middle of nowhere’. Na een worsteling met het alleen-zijn in de eerste dagen ging hij de stilte waarderen, hij voelde zich kalmer en meer verbonden met zijn omgeving.
Jebelli noemt nog meer vormen van nietsdoen, allemaal om zijn centrale boodschap te onderbouwen dat nietsdoen uiteindelijk productiviteitsverhogend is.
Rust in je hoofd
Zo is nietsdoen geen verzet tegen de productie- en consumptiemaatschappij, zoals ik beweerde in mijn vorige bijdrage. Het is er juist bevorderlijk voor, lijkt het. Maar als het nietsdoen leidt tot min of meer thuiskomen in jezelf, raak je wat los van de prestatiedwang. De ervaring ‘ik ben goed zoals ik ben’ zorgt dan voor veel rust in je hoofd, heb ik zelf ervaren. Die rust is een actueel thema, bijvoorbeeld blijkens het recente advies van de Raad voor de Volksgezondheid: De druk op ons moet worden verminderd, er moet worden gezocht naar meer rust in deze nerveuze samenleving.
Over de auteur
Wim Davidse was werkzaam als projectleider/onderzoeker bij een economisch instituut en is auteur van het boek Er is meer in ons – leren van de mystici.