Geschreven door 09:59 slider, Verdieping • 5 Reacties

Vurige minne

Een uitspraak van Maarten van Rossem in het programma Wortelboer en Van Rossem (4 juni 2024): “Mensen zijn veel te geobsedeerd door de ‘ene, grote liefde’. Het is hooguit twee jaar dat je een vurig erotisch leven hebt met elkaar en daarna is het over.” Het is een uitspraak die – het zal niemand verbazen die mij kent – mij de tenen doet krommen. 

Door: Wim Jansen | foto: Pixabay

Gemiste kans
Gisteravond heb ik me wezenloos geërgerd aan Maarten van Rossem. Dat is vreemd want meestal kan ik me goed vinden in zijn analyses. Bovendien heb ik in mijn ellende van ‘na de chemo’ wel wat anders aan mijn hoofd. Waarom stoort deze uitspraak mij zo dat hij me toch doet plaatsnemen achter de laptop?

Dat is om te beginnen de stelligheid en veralgemenisering. Spreek voor jezelf! Dat is het eerste wat in mij opkomt. Ik weet heus wel dat er heel veel stellen zijn – treurig genoeg – voor wie het inderdaad geldt, dat het alleen maar minder wordt, dat het vuur neerslaat. Maar het gaat niet aan om dit gegeven tot algemene maatstaf en regel te torpederen.

Ik vind het ook zo’n gemiste kans, omdat Emma Wortelboer in haar jeugdigheid nog op zoek is naar ‘die ene, grote liefde’, terwijl Van Rossem die hoop neersabelt met zijn cynisme. Ik zou haar toe willen roepen: Het hoeft niet zo te gaan! Mijn eigen ervaring, de ervaring van mijn geliefde en mij, moet ik zeggen, spreekt van een totaal andere werkelijkheid. Een werkelijkheid van juist toenemende liefde, van een rijk erotisch leven juist omdat je elkaar door en door kent, ja, zelfs van oplaaiend vuur in ouderdom en ziekte. 

Wat me ook doet steigeren is het eendimensionale van zijn beleving en beschouwing, om niet te zeggen de platheid. Van uitgerekend een intelligente cultuurhistoricus als Van Rossem mag je toch verwachten dat hij oog heeft voor de beroemde uitspraak van Huizinga: “Cultuur zal metafysisch gericht zijn of zij zal niet zijn.” Met andere woorden: dat ook de erotiek een bron heeft in de verticale beleving, in een zekere heiliging, in een alles te boven gaand vuur.

Romantische liefde
Deze beleving van de liefde heeft in onze cultuur zijn hoogtepunt gevonden in de zogenaamde ‘hoofse liefde’ in de middeleeuwen en in de romantische liefde van de 19de eeuw. Het is juist dit hoge ideaal, dit ‘hoog leggen van de lat van de liefde’, dat onze natuurlijke, zwakke liefde boven zichzelf doet uitstijgen in een duurzame gloed.    

Ik moet nu denken aan mijn column De troost van schoonheid van een maand geleden. Daarin voerde ik de denker Roger Scruton op, die weigert zijn leven te laten neerhalen door lelijkheid. En platheid, voeg ik eraan toe. De mens is erbij gebaat aansluiting te zoeken bij, verbinding te zoeken met een hoog ideaal, sterker nog, een overstijgende werkelijkheid.

Scruton: “De romantische liefde is een van de grootste verworvenheden van de mensheid, die de erotische ervaring uittilt boven de dierenwereld.”   

Het ontbreken van dit besef is nu precies de oorzaak van de teloorgang van de liefde in gewenning en sleur. De oorzaak van platte, snel uitdovende erotiek. De oorzaak van een leven zonder blijvend erotisch vuur.

De Minne is al
Wie niet radicaal kiest voor de liefde als de meeste, houdt hooguit een slap aftreksel daarvan over. Een relatie als een contract, een genoegen nemen met, zonder hoge verwachtingen. Liever laat ik me inspireren door de hartstocht van de middeleeuwse mystica en dichteres Hadewych. Met haar levenslange, vurige lofzang op de Minne. Het is haar eigennaam voor goddelijke liefde. Het doet mij deugd dat ik een kleindochter heb die zo heet.

Het is liefde die bestaat uit verlangen. Het goddelijke vuur dat verlangt naar de menselijke vonk daarvan. En omgekeerd. Alles verlangt naar alles. Hadewych heeft daarvoor het vlammende woord orewoet voor in het leven geroepen. Daar zit alles in. Er klinkt een niets ontziend, ja, woedend vuur in door. Een wilde vlammenzee, zegt het Hooglied.  

Hadewych schrijft over Minne in de termen van de middeleeuwse, hoofse liefdeslyriek. Om daarvan ook de erotische hartstocht te ervaren is het nodig dat je Minne tot het een en het al van je leven maakt. Alleen dan kan zij alles doorgloeien, geest en lichaam, een leven lang, en zal zij als vuur blijven oplaaien tot in ouderdom en ziekte.      

De Minne is al, schrijft zij. In al haar geschriften komt zij hier bijna eindeloos op terug. In haar liederen zingt zij voortdurend over de minne: “In de hele wijde wereld is er niets, dat mij vreugde kan schenken behalve: ware minne.”

Maarten, jij, die schoonheid en cultuur zo hoog in het vaandel hebt, laat je ook in je visie op liefde en erotiek inspireren door deze parel in onze geschiedenis. 

Over Wim Jansen
Wim Jansen (1950) is theoloog, schrijver en dichter, aan christendom en religie voorbij – en uitgekomen bij de mystiek van de Liefde. Hij is emeritus predikant van Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg en was ook lange tijd werkzaam in het onderwijs, met name aan de Hogeschool Zeeland. Op zaterdag 30 maart werd zijn nieuwe boek Telkens een lichtkring dieper gepresenteerd in Vlissingen. Zie voor achtergronden en eerdere publicaties zijn website www.wimjansen.nu.

(Visited 310 times, 1 visits today)
Sluiten