Geschreven door 16:58 slider, Verdieping • 2 Reacties

Het grote vuur – over contact met overledenen

Het is een beetje in zwang, contact met overledenen, verschijningen van geliefden, berichten van de overkant. Er bestaan zelfs series over op Netflix en boeken die erover gaan. Onlangs verscheen bij Uitgeverij Van Warven Een gift uit Avalon van Annet Brouwer. Lange tijd gold het als randgebied, dit thema, spookterrein voor gekkies. Maar het mag nu blijkbaar, ook in de kerk. Aanstaande zondag besteed ik er aandacht aan in de Koorkerk Middelburg, te volgen rechtstreeks om 10 uur of later via www.kerkdienstgemist.nl (Middelburg, Koorkerk).

Het roept wel vragen op, zoals: moeten wij zomaar de deur openzetten voor allerlei hocus pocus? Is er een criterium dat ons behoedt voor ongezonde, morbide fantasieën?    

Door: Wim Jansen | Foto: Pixabay.

O yes, he can!
Ik herinner me een Engelstalige film over een tragisch Zweeds domineesechtpaar. De vrouw voelt zich doodongelukkig in haar huwelijk met de nogal rigide, al te ernstige dominee en wordt – drie keer raden – verliefd op een nieuwe inwoner van het saaie dorp. Vervreemding, pijn, eenzaamheid, schuldgevoel, kortom, je bent zomaar geen negenentachtig. De predikant sterft onverhoeds, maar er heeft op dat moment toch net iets van verzoening plaatsgevonden. Er is, ondanks het gebroken huwelijk, nog altijd sprake van liefde. Ja, dat bestaat!
De film eindigt met een scene waarin, na alle turbulentie en rollercoasters, de vrouw bij het graf zit van haar ex en liefdevol met hem keuvelt. Dat wordt opgemerkt door een voorbijganger. Die vervolgens naar haar roept: ‘He can’t hear you!’ Waarop zij reageert: ‘O yes, he can!’

Een mooie, subtiele opening naar het inzicht dat wij verbonden zijn met de doden. Dat levenden en doden zijn opgenomen in één werkelijkheid. Dat de dood een flinterdunne grens is. Dat er communicatie en liefde mogelijk blijft tussen deze en gene zijde.
Ik heb er in mijn omgeving, vooral in mijn pastorale werk, ook veel over gehoord.      

Verhalen
Ik kan er niet omheen. De vele verhalen van serieus te nemen mensen. Verhalen over verschijningen van gestorven geliefden. Ik zal er een paar vertellen. Ook in het genoemde boek van Annet Brouwer komen zulke verhalen voor.

Na het overlijden van mijn schoonvader was mijn schoonmoeder volkomen ontredderd en gedesoriënteerd. Dat is ze eigenlijk gebleven. Ze gleed van de rouw in de dikke mist van dementie. Maar nu en dan had ze haar heldere momenten.
Zo vertelde ze op een dag dat ze aan haar bed haar dode geliefde had gezien. Een rustgevende, lichte gestalte die tegen haar zei: ‘Alles is goed.’

Dit soort verhalen heb ik echt heel vaak gehoord. Soms is er sprake van een gestalte, dus visueel, soms enkel een stem. Zo hoorde een van onze kinderen in een moeilijk moment van zijn leven de stem van zijn (andere) opa – die hij nooit had gekend! En ook hier was de boodschap: ‘Het komt goed!’

In alle gemeentes die ik heb mogen dienen, gewoon PKN (vroeger), of vrijzinnig (de laatste decennia), platteland of stad, boers of elitair, hebben mensen mij deze verhalen toevertrouwd. Soms als enige, omdat ze het verder aan niemand durfden vertellen, bang als ze waren voor gek te worden versleten.

Er zijn ook veel andersoortige verhalen:
De lievelingsmuziek van een overledene, die plotseling uit het niets aansprong…
Het fluiten van de geliefde door lievelingsmuziek heen…
En niet te vergeten dromen, waarin de gestorvene geruststellend nabij is…
En natuurlijk de vlinder (In het Grieks: psyche, ziel) die overal opduikt…

En ja, ik categoriseer de bijbelse verhalen over de verschijningen van Jezus na zijn dood ook onder deze ervaringen!

Ontsporingen
Het is niet aan mij om te oordelen over de waarheidsgetrouwheid van de verhalen die de ronde doen, laat dat duidelijk zijn. Maar wel durf ik de vinger te leggen bij bepaalde ontsporingen en ongezonde fantasieën. Daar waar het niet langer heilzaam is voor mensen.

Ik denk dan aan voorstellingen die de grens van het principiële niet-weten – waar we op dit gebied van uit dienen te gaan – verre overschrijden. Ik heb wel mensen gesproken die concrete voorstellingen van gene zijde maken, deze uitbouwen, precies weten te vertellen hoe die wereld eruit ziet, compleet met een parallelle samenleving van engelen.
Het lijkt mij niet dienstbaar om dat allemaal te ‘weten’. Laten we het mysterie van de dood intact houden en respecteren.  

Ik ben ook niet zo dol op het geforceerd ‘contact leggen’ van ons uit, zoals een zeker medium Char daar een tijdje op tv mee goochelde.
Verder heb ik ook niet de indruk dat de wolk van getuigen om ons heen zich manifesteert in enge, spookachtige verschijnselen, die ons de stuipen op het lijf jagen, noch dat we ze moeten raadplegen middels allerlei seances.
Dus geen mirakel, spektakel of hocus pocus.

Ik sluit niets uit want wij weten niet. En dus moeten we ook niet al te onbescheiden zijn in onze benadering van gene zijde. Laat, nogmaals, het mysterie intact!
Het niet-weten lijkt me een eerste criterium.

Criterium
Laat de doden met rust, is daarom mijn devies. Als zij zich aan ons kunnen en willen manifesteren, dan zullen zij dat doen via de energetische weg, op de wijze die hun past.
En daarmee hebben we wat mij betreft het tweede criterium te pakken. Een geloofwaardig, realistisch en ook rationeel aanvaardbaar criterium: de weg waarlangs de doden met ons communiceren is de energetische, of, nog specifieker: de liefdesenergetische weg.
Het is de liefde waarin wij onze doden om ons heen weten en in ons.
En waarin wij hen ervaren.

Die weg heeft alles te maken met vuur.
Het vuur van de liefde.
Het grote Vuur dat God is.        

Mijn diepste ervaring, na een lang leven met veel ups en downs (maar meer ups!), is dat een vuur, een gloed van liefde de mens in beslag wil nemen. Dat dat hem gelukkig maakt. Dat het zijn bestemming is. Dat hij ernaar toe groeit en erin opgenomen wordt.
Dat het hem vanbinnen warm maakt en verlicht en doet branden van liefde.

Ik denk dat dit het criterium moet zijn in onze omgang met overledenen:
zet het onze harten in vuur en vlam van liefde?

Daar zijn vele voorbeelden van, maar nu, zo kort na Pasen, spreekt het verhaal van de Emmaüsgangers mij het meest aan. Als de vrienden van Jezus op weg naar Emmaüs gezelschap krijgen van een vreemdeling, herkennen zij achteraf hun geliefde rabbi in zijn hartverwarmende betoog: Brandden onze harten niet in ons terwijl hij tot ons sprak op de weg?    

Het is het vuur van de liefde, dat vanaf de overkant ons bereikt en ons in vuur en vlam zet.
Het is dat vuur waaraan wij onze geliefde doden herkennen. 

Over Wim Jansen
Wim Jansen (1950) is theoloog, schrijver en dichter, aan christendom en religie voorbij – en uitgekomen bij de mystiek van de Liefde. Hij is emeritus predikant van Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg en was ook lange tijd werkzaam in het onderwijs, met name aan de Hogeschool Zeeland. Afgelopen zomer verscheen zijn boek Brandend verlangen. Voor meer info: www.wimjansen.nu.

(Visited 731 times, 1 visits today)
Sluiten