Volkomen onverwacht kwamen mijn lief en ik in een bizar gesprek terecht. Buurtbewoners gaven te kennen dat zij zo graag eens met ons zouden kennismaken en nodigden ons uit voor de thee bij hen thuis. Wij gaven daaraan gehoor en bereidden ons voor op een luchtig kennismakingsgesprek. Maar na een halfuurtje keuvelen vuurde de vrouw des huizes uit het niets een vraag op mij af.
Door: Wim Jansen
Déja vu
“Aan welke kant staat u? Ziet u de Bijbel als waar gebeurd van kaft tot kaft? Of als een verhalenboek?… zoals ze dan zeggen…” Dit laatste zei ze een beetje meesmuilend waaruit al bleek wat ze meteen na mijn antwoord ook triomfantelijk aangaf: “Wij nemen de Bijbel wel letterlijk van kaft tot kaft.”
En toen begon ze: “Hoe ziet u dan…?”
Het gaf mij al snel het gevoel dat wij ergens ingestonken waren. We waren hier niet uitgenodigd voor nadere kennismaking, maar ter verantwoording geroepen. Het ging van dik hout zaagt men planken met Bijbelteksten die eveneens op ons werden afgevuurd, overduidelijk met de opzet mijn lichtzinnige geloof – of wat daar voor doorging – aan de kaak te stellen. Zij hadden wel eens iets van mij gelezen en ook een reportage op tv gezien waarin ik had beweerd… en toen volgde er een veelheid aan vrijzinnigheden die niet deugden…
Het bracht een déja vu in mij naar boven van vroeger thuis, mijn mystieke, Bijbel kennende vader, die niettemin in gesprekken met Jehova’s getuigen altijd klem gereden werd tussen uit het hoofd geleerde teksten.
Déja vu: ze zijn er nog, de fundamentalisten. Ik verbaas me er nog altijd over. En werd weer bepaald bij het gevaar ervan.
Spervuur
Het gesprek ging dus vele kanten uit:
“Hoe denkt u dan over de schepping?”
Schamper: “U gelooft toch zeker niet in de evolutie…”
“U vindt de Bijbel zeker een sprookje?”
“Dus u gelooft ook niet dat Jezus aan het kruis voor ons gestorven is?”
Op mijn verweer dat Jezus wel aan het kruis gestorven zal zijn maar niet naar de wil van een genoegdoening eisende god: “Het past allemaal in het plan van God.”
“We zagen in het programma dat u ongeneeslijk ziek bent. Waar komt u straks dan terecht? In de hemel? Komt iedereen daar dan? Want u gelooft zeker niet in de hel? En vast ook niet in de duivel…”
In het licht van mijn ziekte ervoer ik dit laatste thema als nogal ongepast – zij waren niet uit op meeleven maar op een hun bevredigend antwoord – maar ik ben er toch op ingegaan. Hoe dan? – vraagt u als lezer, inmiddels zelf ook nieuwsgierig geworden, nu ook.
Ik heb, mij voortdurend in het nauw gedreven voelend, iets gezegd als: “Nee, ik geloof niet in een hemel, niet in een hel en ook niet in een duivel. Ik kom terecht in een Liefde, een warm licht, een soort veld van liefde. Ik hoef daar niet in te geloven, want dat ervaar ik nu al.”
Dat bedenkt ie zelf
En toen kwam de vraag die ik er hier uit wil lichten, omdat die volgens mij de grote kloof aanduidt en het verschil maakt: “Waar haalt u dat vandaan?”
De man stelde de vraag, zijn vrouw siste hem het antwoord toe: “Dat bedenkt ie zelf.”
Als mensen in de derde persoon over je praten als je er zelf bij bent, is het niet best meer met je gesteld! En zeker niet als anderen een vraag, aan jou gericht, voor je beantwoorden. Toch ondernam ik nog een poging om met hun orthodox christelijke taalveld mee te bewegen: “U zult zeggen dat ik het zelf bedenk, maar ik heb het gevoel dat de Geest in mij werkt…”
“De heilige Geest, ja!” voer de man uit. “Die de schrijvers van de Bijbel heeft geïnspireerd, diezelfde Bijbel waarin u niet meer gelooft… Je moet toch ergens je waarheid en waarden en normen vandaan halen. Ik haal ze uit de Bijbel. De waarheid van de Bijbel is bewezen. Ik heb wel een boek voor u…”
Nu leek het me tijd om er een eind aan te maken. Aan deze discussie, bedoel ik. Maar ik overwoog ook even aan mijn leven…
Mijn lief en ik wisten het al toen het begon, dit gesprek had geen zin. Deze mensen waren in de ban van een stellig en zelfs agressief te noemen fundamentalisme. Ik heb er al zo vaak mee te maken gehad in het verleden. Ik kan de evangelische groepen en individuen niet opnoemen die mij belden of mailden dat ze voor mij zouden bidden, omdat ik zo ver van het padje was… Echt, ik laat die mensen altijd met rust, maar ze laten het heel vaak mij niet.
Intussen lijkt het me zonneklaar dat God echt levensgevaarlijk is in handen van fundamentalisten. Zij leveren zich uit aan uiterlijk gezag en uiterlijke teksten die zij verabsoluteren. In dit geval de Bijbel. Maar er staat heel veel in de Bijbel dat tot de meest verschrikkelijke misverstanden aanleiding geeft en waar we als mensheid al menigmaal mee de bocht zijn uitgevlogen. Het staat er toch, zegt men dan, en de wapens van Poetin worden gezegend. Of homoseksuelen wordt hun liefde ontzegd. Of integere twijfelaars worden naar de hel verwezen, omdat zij ‘niet zouden geloven’. Of etc…
Je bent niet niets
Intussen blijft die vraag staan: Wij hebben de Bijbel, maar waar haal jij het vandaan? Thuisgekomen viel mij het enig mogelijke antwoord pas in. Niet: Dat bedenkt ie zelf. Ook wel, deels. Maar in ieder mens woont de geest van Liefde. Durf te vertrouwen op die innerlijke stem.
Ik moest denken aan Meister Eckhart, vrij weergegeven:
“Mens, je bent niet niets, je draagt goddelijk leven in je, je bent voor dat goddelijke leven niet afhankelijk van externe middelen, zoals geloofswaarheden […] en rituelen.”
Ik wil mij op mijn beurt niet ophangen aan Meister Eckhart – zoals tegenwoordig ook velen doen als net zo goed een externe, onfeilbare leermeester! – maar zijn woorden spiegelen wel wat al vanaf mijn jeugd in mij leeft. En in iedereen leeft!
Het menselijk zelf is van meet af aan van goddelijke signatuur. En dat menselijke zelf mag niet ontkend of gekleineerd worden door welke religieuze cultuur dan ook. Integendeel, religieuze cultuur moet helpen deze innerlijke kracht die ieder in zich heeft, tot uiting te laten komen en te laten werken.
Die innerlijke kracht, die ieder mens in zich heeft, is de Liefde. Alleen binnen de Liefde is alles veilig. Zo had ik het in het begin van het gesprek ook nog gezegd.
“Ha, dan is de Liefde dus God!”, riep de man uit op een toon van ‘daar heb ik je’.
En inderdaad: daar had hij mij.
Over Wim Jansen
Wim Jansen (1950) is theoloog, schrijver en dichter, aan christendom en religie voorbij – en uitgekomen bij de mystiek van de Liefde. Hij is emeritus predikant van Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg en was ook lange tijd werkzaam in het onderwijs, met name aan de Hogeschool Zeeland. Afgelopen zomer verscheen zijn boek Brandend verlangen. Voor meer info: www.wimjansen.nu.
Dogmatische aanhangers van geloofswaarheden of ongeloofswaarheden doodden en doden geestelijk de bevrijde, mystieke ruimte van verworven, bewust geworden eeuwige, universele, transpersoonlijke Liefdesruimte. Zij zijn zo dom, zo geïndoctrineerd, zo blijvend gewild gehypnotiseerd, dat zij het mystiek eeuwige in hun eigen geest vanuit genoemde grondhouding nimmer zullen ontwaren. Terwijl zij volkomen overtuigd menen de (Bijbelse) waarheid in pacht te hebben. Bah! Weet, Wim, dat ik in dezen naast jou en jouw vrouw sta. Mensen die zelf niet doorhebben dat zij in de diepte van hun geest lijden aan het religieus trauma syndroom zijn illusoir overtuigd dat het heel correct is om hun medemensen bedoeld en onbedoeld op zielsniveau te raken en te beschadigen gelijk hun eigen ontworteldheid. Onwetenden leven in hun hoofd. Niet in hun hart. Terwijl spirituele ignorantie nu juist de poort naar verlichting kan zijn… Vertel Het aan gesloten harnasharten. Heeft totaal geen zin. Helaas. Nee, de weg van ontvankelijkheid dient ieder mens individueel af te leggen. Hij of zij dient zijn of haar lichaam reeds af te leggen alvorens de lichamelijke dood intreedt. Weinigen zijn daartoe bereid, maar hebben wel hun mond vol oordelen. Daarom zwijgen mystici. Omdat ze dondersgoed weten en aanvoelen dat gelovigen en ongelovigen liever hèn geestelijk pogen te doden dan hunzelf. Zij zijn fundamentele loochenaars. Goede Wim, het ga je Goed, God zij met jou, Ontvang mijn Goede groet, in mystiek geluk, Gustaaf Rutgers
Hallo Rutger,
goed weer van je te vernemen!
Dank voor je treffende mystieke taal!
Overigens is mijn diepste gevoel t.o.v. die mensen: compassie.
En dat bedoel ik niet arrogant.
Wij wensen jou ook veel mystiek geluk!
Wim en Eliane Jansen
Na jouw lezing Wim, èn het lezen van je boek ‘Bron in je brein, bidden tot de God in wie je niet gelooft’, heb ik het bidden weer opgepakt. Ik (her)ontdekte de ‘verticale lijn’ (die ik als kind wel kon ervaren), en hoe enorm waardevol deze is. De verticale lijn, die alle religies met elkaar gemeen hebben. Als het goed is. Essentie van spiritualiteit: verbinding zoeken, maken met het Goddelijke, hogere, ruimere, universum, met universele, liefdevolle energie. Sindsdien ontmoet ik anderen die deze verbinding aangaan (daar voel ik mij prettig bij). En soms zijn mensen daarvan afgesloten. Fundamentalisten: zij zijn bezig met de hórizontale lijn. Met verboden en geboden in hun opvoeding, een cultuur die hen vertelt hoe ze moeten denken met dwingende gedragsregels, het wel of niet daaraan voldoen, de waardering en erkenning van anderen, gezichtsverlies, schaamte, schuld. Deze zaken hebben niets met God te maken, die ze dus op deze manier ook niet zullen ontdekken. Deze mensen staan op geen enkele manier open voor een iets andere zienswijze, hun ’toets’ van de werkelijkheid is een boek, en vergeten hun hart, hun intuïtie erbij te betrekken. Wat een worsteling, zo’n gesprek.
Dank Annemarie, voor je waardevolle aanvulling – als ik het zo noemen mag?
Natuurlijk heel blij dat zowel een lezing als een boek van mij je heeft geïnspireerd tot het verticale!
Daar doe ik het voor.
Als het over bidden gaat: het is typisch dat zoveel fundamentalisten voor mij willen bidden. En ook nog met een oprechte intentie, daar ben ik vast van overtuigd. Dat is nou echt tragiek…
Beste Wim en Eliane,
Wat een triest kennismakingsgesprek.
Ik wens jullie kracht voor elke dag en op naar 10 juli, naar het licht..
Liefs en groeten,
Gonnie.
Dank Gonnie!
Zeker, op weg naar het feest van 10 juli!
Daar zal dit ‘kennismakingsgesprek’ niks aan afdoen…
Als volger van Jezus lijkt het me het beste om niet te oordelen over deze mensen.
Laat alle gedachten -over wat dan ook- maar bij de desbetreffende anderen.
Laat anderen maar gedachten hebben over een hemel of een hel
Over een God die dit vindt of dat zal doen.
Liefde meet met geen enkele maat. Niet met de maat van het goede en niet met de maat van het kwaad. Daarom overstijgt liefde kennis van goed en kwaad.
Kennis van goed en kwaad was nu juist het probleem meen ik te begrijpen uit Genesis.
De enige vraag die blijft is waarom liefde kennis van goed en kwaad overstijgt.
Dat antwoord ligt in de mens zelf besloten. En dat antwoord is op geen enkele manier in tegenspraak met de leer van Jezus. En God dan? Hierin volg ik Eckhart. God is net als liefde alleen kenbaar op ontkennende wijze. Vorm geen denkbeeld over God, nergens voor nodig. Geloven in God is al te veel.
Ik oordeel ook niet.
Ik voel helaas wel hun oordeel over mij.
Hallo Wim,
Om bij Eckhart te blijven, het is mogelijk om de wereld te ‘laten zijn’. Daarmee laat je ook deze oordelende mensen ‘zijn’. Je voelt hun oordeel nog steeds, maar het eigen willen is opgegeven . Dat neemt het begrip ‘helaas’ weg en schept ruimte voor mededogen met deze mensen. God is Liefde en in die Liefde is mededogen (voor deze oordelende mensen) een geschenk van diezelfde God. Met dat mededogen kun je deze mensen ‘laten zijn’. Dat is aangeraakt worden door mededogen en niet aangedaan zijn door hun oordeel over jou over wat dan ook. Mystiek is een weg zonder eindpunt en deze oordelende mensen zijn voor jou en anderen een leraar.
Hartelijke groet.
Het gevoel, dat er op mij neergekeken wordt, omdat ik anders denk en voel, ken ik heel goed.
Van mijn vader leerde ik een belangrijke les: hij keek tegen niemand èn op niemand neer. Ook dàt is liefde.
Dat is me de laatste tijd heel duidelijk geworden, gelukkig.
Dank Joke
Goedemorgen Wim,
Wat denk ik vooral belangrijk is is dat we van elkaar houden.
Zelf worstel ik met een tekst die ik lang geleden schreef in een boekje toen Joke jarig was. het is de Meulenhof pocket Boeken van g. L. Durlacher, Strepen aan de hemel. Oorlogsherinneringen.
Dat ik dat heb geschreven en wat bedoel ik ermee?
Kun jij me helpen?
/Users/leendertbeije/Pictures/IMG_20220524_0001.jpg
Om het niet te moeilijk te maken hier de getypte tekst. van 19 maart 1993.
Van die zich kennen gaan zich niet te buiten.
De wereld wordt verkocht. Ik ben hier.
Waarom Jan Pallach geen strobreed in de weg wordt gelegd.
Als ik de zak openscheur speelt de wereld stil verraad. Vivaldi.
Voor Joke, toen je 47 jaar werd.
Je Leendert
Ik zie niet meteen wat dit met mijn column te maken heeft, Leendert.
Wat je opdracht voor Joke betreft: Het lijkt me een aantal los van elkaar staande zinnen, opkomend uit je onderbewuste. Het is dan aan de lezer om te associëren. Associatieve poëzie – zoiets?