Geschreven door 17:41 Verdieping • 2 Reacties

Pasen in tijden van oorlog

Wat is het toch eigenlijk een raar verhaal. Ga maar na. Alle mensen gaan dood, zoals het hoort want volgens de overlevering door God zelf gewild. Maar dan besluit diezelfde God om er eentje op miraculeuze wijze uit de dood op te wekken en daarmee de wereld te redden. Intussen worden miljoenen onschuldigen blijvend over de kling gejaagd, zoals nu door Russische raketten. Wie bedenkt zoiets?

Door: Wim Jansen | Foto’s: Pixabay

Ik geloof er geen bal van
Een raar verhaal, waar je ook nog eens niets mee opschiet. Mooi dat Jezus is opgewekt, maar de miljarden na hem dan? De kinderen in het kinderziekenhuis in Marioepol, om maar eens wat te noemen. By the way, hoe zou die generaal thuiskomen die dit geflikt heeft? Bij zijn kinderen:
‘Papa, wat heb je vandaag gedaan?’
‘O, lieve kinderen, een paar leeftijdgenootjes van jullie te grazen genomen. Was leuk, joh! Dat zal ze leren, dat kleine zieke nazituig…’

Ik moet denken aan het boek The weekend that changed the world van de theoloog Peter Walker. Hij doelt natuurlijk op het Paasweekend. Maar alle haren rijzen me te berge alleen al bij de titel. De opstanding van Jezus heeft niets veranderd, in ieder geval niet de wereld. Het gaat alleen maar onverminderd verder, doodgaan en moorden, soms zelfs in Jezus’ naam.
Wat zeg ik? Het lijkt erger te worden.

Een raar verhaal, Pasen. Vreemd dat miljoenen het onbekommerd voor waar aannemen en vieren. Alsof er geen vragen te stellen zijn bij een God die zou toelaten dat iedereen doodgaat aan de meest vreselijke ziekten of aan de kogels van een gek, maar er eentje uitpikt om, halleluja, opgewekt te worden… 
Ik geloof er dan ook geen bal van dat het zo gegaan is. Maar hoe dan wel?

Niet historiserend
De Paasevangeliën, het zijn verhalen. Dat weten we allemaal wel. Het zijn ook prachtige verhalen. Maar helaas ook verhalen die over het algemeen nog altijd historiserend worden gelezen. Dat merk ik zelfs in vrijzinnige kringen. Hoe ziet dat eruit?
Jezus lag in zijn graf en toen werd er een mirakel aan hem verricht. Een dood lichaam, een lijk, werd weer levend. Zo’n mirakel kun je met een gerust hart een spektakel noemen. Zou God dat dan niet kunnen? Dat zal best, maar waarom zou hij/zij dat in Godsnaam doen? Het is een bizarre gedachte dat God overal en altijd mensen laat doodgaan of vermoorden, maar die ene tot leven zou wekken. Wat zou dat ook voor een god zijn?
In zo’n theïstische, ingrijpende god geloof ik niet meer.

Het is niet ‘waargebeurd’, dat lijkt me duidelijk. Dan zijn die verhalen dus mythen. Wat ligt er aan deze mythen ten grondslag? Wat zou er werkelijk gebeurd kunnen zijn? Want er moet iets hebben plaatsgevonden dat ingrijpend was. Weliswaar is de wereld niet veranderd na dat Paasweekend, maar onmiskenbaar is er iets ‘geschied’ dat een groepje radeloze leerlingen heeft omgetoverd in een enthousiaste menigte.  

De bril van opstandinggeloof
Om iets te begrijpen van de wijze waarop deze verhalen de wereld in zijn gekomen, is het belangrijk te weten, dat ze geschreven zijn door mensen voor wie het fenomeen opstanding een wezenlijk element van hun geloof was.
Dat was in die dagen, net zoals nu, bepaald niet vanzelfsprekend. De stroming van de sadduceeën bijvoorbeeld geloofde niet in opstanding. Het merendeel van het volk evenmin. Voor de farizeeën echter vormde opstanding een kernthema uit hun geloofsleer.

En nu vallen er dingen op hun plek. Want van wie zijn de vroegste berichten over Jezus’ opstanding afkomstig? Van Paulus. En Paulus was een farizeeër. Hij was zogezegd gepokt en gemazeld in opstandinggeloof en kon niet anders dan zijn geloofservaring plaatsen in dat kader.
Ook Jezus zelf schurkte het dichtste aan tegen de stroming van de farizeeën en ook voor hem – blijkt uit diverse uitspraken – moet opstanding een haast vanzelfsprekend onderdeel van zijn geloofsvoorstellingen zijn geweest. Dat geldt dan uiteraard ook voor zijn volgelingen, ook de latere volgelingen die de schrijvers van de evangeliën werden.

Dit betekent dat de leerlingen het gebeuren in de Hof van Arimathea hebben gezien door de bril van het opstandinggeloof. Het kon door hen niet anders worden geïnterpreteerd dan als opstanding. Dat was immers hun referentiekader.
En om die visie overtuigender te maken kwamen er al gauw versterkende beelden bij: de opzij gerolde steen, het lege graf, het verdwenen lichaam, de lijfelijke verschijningen van een vis etende Jezus, in wiens lichaam de wonden van de kruisiging nog zichtbaar waren.
De zeer sobere, maar juist daardoor overtuigende berichten van Paulus – die alleen spreekt van een geestelijke ervaring, namelijk het verschijnen in een visioen! – worden in de loop van de eerste eeuw opgetuigd met concrete beelden die het geloof in een letterlijk lichamelijke opstanding kracht moeten bijzetten. Maar al die beelden maken het verhaal alleen maar… juist ongeloofwaardiger.          

Copernicaanse wending
Neemt niet weg, zoals gezegd, dat er iets moet zijn gebeurd. Een mooi verzinsel, een projectie, een droom, een symbolisch verhaal is niet bij machte om een onbetekenend groepje mensen, zonder enig gezag – want voornamelijk ruige vissers en vrouwen! – te transformeren tot een inspirerende gemeenschap. Wat kan er in hemelsnaam zijn gebeurd?
Tromgeroffel…

Er heeft zich niet iets aan Jezus voltrokken, althans niet iets buitengewoons, maar aan de volgelingen. Dat is een copernicaanse wending in onze visie op Pasen. Terwijl het dode lichaam van Jezus zoals elk dood lichaam lag te vergaan in het niet lege graf, verzegeld door een niet weggerolde steen, voltrok zich de transformatie juist aan de leerlingen en de vrouwen. Zij waren het die zoiets als opstanding ervoeren, maar in hun geest.
Het was niets meer en niets minder dan de bewustwording van iets wat er altijd al is. Er was geen ingrijpen van Godswege in de natuurwetten, maar de doorbraak van een ervaring. De ervaring namelijk van Jezus’ liefdesenergie. 

Aan Jezus werd geen mirakel verricht, maar hij was natuurlijk wel een bijzonder mens, bijzonder in zijn dichtheid van liefdesenergie. De Paaservaring speelt zich af in de setting van liefde. Alleen wie in liefde met Jezus verbonden waren ervaren zijn nabijheid, ervaren opstanding.
Het is geen wonder dat de uitstraling van zijn liefde zo krachtig was dat zijn vrienden en de vrouwen die ook na zijn dood haast fysiek ondergingen. Zoals ik zoveel verhalen heb gehoord van mensen die de nabijheid van hun gestorven dierbaren zo werkelijk ervaren dat het bijna tastbaar wordt.   

Wat er gebeurd kan zijn is niet een historisch mirakel, maar een existentieel psychologische ervaring: de doorgebroken ervaring van de liefdesenergie van gestorven geliefden. Je kunt ook zeggen: het energieveld God/Liefde waarin wij ons bewegen en leven, waarin ook de doden zich bevinden en waarvan wij ons nu en dan plotseling bewust worden.     

God, de goddelijke, geestelijke werkelijkheid van de liefde, heeft waarachtig geen mirakel nodig, geen levend geworden lijk nodig, om door te breken in onze levens.

De troost van Pasen
Het verhaal van Pasen wordt door bovenstaande niet minder maar meer. Wat hebben we aan een god die zijn lievelingskind uit de dood opwekt en de rest rustig in het graf laat? Inclusief de kapotgeschoten kinderen in Oekraïne, de gesneuvelde soldaten wereldwijd, de aan vreselijke kankers overlijdende mensen in onze eigen omgeving?

Wat moeten we met Pasen in tijden van oorlog, terwijl duizenden bedolven worden onder het puin van getorpedeerde theaters, vreedzame dorpen, flats waar alleen maar werd geleefd en liefgehad?
Wat moeten we met Pasen op de vlucht naar een vreemd land, terwijl je je man of vader achter moest laten in de straten van een belegerde stad?

Ook Jezus werd door bruut geweld om het leven gebracht. De kruisiging was een staaltje van vernuftig uitgekiende marteling, waarvan je je afvraagt hoe een mens het kan bedenken. Net zoals wij ons nu afvragen wat zich toch in vredesnaam afspeelt in de hersens van Poetin.

De troost zit hem niet in een gemarteld lijk dat tot leven wordt getoverd bij wijze van eenmalig ingrijpen. De troost zit hem in de wetenschap dat er een energieveld van liefde bestaat, waarin wij nu al zijn opgenomen, ook al fluiten de kogels om onze oren.

De troost die de filosoof Wittgenstein juist aan het front deelachtig hoopte te worden: volkomen veilig te zijn, wat er ook met je gebeurt.   

Over Wim Jansen
Wim Jansen (1950) is theoloog, schrijver en dichter, aan christendom en religie voorbij – en uitgekomen bij de mystiek van de Liefde. Hij is emeritus predikant van Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg en was ook lange tijd werkzaam in het onderwijs, met name aan de Hogeschool Zeeland. Afgelopen zomer verscheen zijn boek Brandend verlangen. Voor meer info: www.wimjansen.nu.

(Visited 430 times, 1 visits today)
Sluiten