Helemaal niets begrijp ik van het leven. Ik blijf er tegenaan lopen. Dat bizarre samengaan van schoonheid en wreedheid. Lente die onverminderd ontluikt, zo ongelooflijk mooi, zot van licht, goddelijk. Dieren die vrolijk hun gang gaan en waarmee nu eens niets aan de hand is. En hoe fijn is dat: dat zij een keer niet de klos zijn, zoals bij varkenspest, vogelgriep en gekke koeienziekte. Maar tegelijk: Corona heeft de wereld in een onwezenlijke, surrealistische sfeer gedompeld.
Door: Wim Jansen
Waar is God?
Ineens zijn de persoonlijke sores over mijn ziekte niet belangrijk meer. Lege steden en straten en winkels en scholen en sportvelden. Mensen die elkaar ontwijken, als ze al buiten te zien zijn. Ongeloof in hun ogen, verbijstering, een vragende blik alsof het niet waar kan zijn allemaal. En de ellende die je op het nieuws ziet, zoals de vluchtelingenkampen: al die mensen wie nu het zwaard van Corona boven het hoofd hangt – als het daar toch toeslaat!
Hoe lang gaat dit nog duren?
En voor mij natuurlijk vooral de vraag: waar is God in deze absurde werkelijkheid? Het bestaan van zo’n Coronamonster helpt niet echt om in zoiets als ‘intelligent design’ te geloven. Laat staan in een schepper, die alles wel gemaakt heeft en die ons, zoals sommige psalmen suggereren, veilig doet wonen.
Of is dit alles – deze vreemde mengeling van orde en chaos, licht en duisternis, liefde en leed, schepping en vernietiging, Brahma en Shiva – dan toch God? À la Spinoza?
Daar is God
Intussen zie ik mensen fietsen, wandelen, in de tuin bezig, rust zoeken… en vinden! Elke dag stap ik buiten in een aangename zondagmorgenstilte. Er wordt veel geklaagd over eenzaamheid van ouderen die nu geen bezoek mogen ontvangen, maar ik hoor ook van mensen die het juist als een heilzaam kluizenaarschap ervaren. Uitgenodigd en uitgedaagd door leegte en stilte. Een kans om los te komen van de prikkels en de sociale druk.
En de aarde leeft ervan op. Onmiskenbaar. Hoe lang is het geleden dat de lucht boven Schiphol zo schoon was? En misschien leeft ook het bewustzijn ervan op. Gaan we eindelijk eens nadenken. Heeft het gebrek aan capaciteit in de ziekenhuizen misschien toch te maken met die onfatsoenlijke marktwerking? Dat alles zo krap is berekend? En dat alle bedrijven omver donderen als dominostenen, komt dat niet voort uit een veel te grootschalig opgezette groei-economie?
De wereld staat op z’n kop. Maar was dat niet hard nodig? Zo kon het toch niet doorgaan?
Die opleving, dat bewustzijn, daarin zie ik misschien toch wel iets van God – sprak hij voorzichtig.
Maar vooral: zoals de lente onverminderd, bijna onaanraakbaar, voortschrijdt, zo stroomt het in mij onverminderd – of misschien zelfs intenser! Het ‘van God’. Die verbondenheid met dat wonderlijke licht in mij, zo in tegenspraak met wat er in de wereld allemaal gaande is. Een wereld waarin we God zo moeilijk kunnen vinden.
Het blijkt toch telkens weer dat God een innerlijke, geestelijke werkelijkheid is. Die zich baan breekt dwars door de uiterlijke omstandigheden heen. En alleen zo de wereld kan omvormen.
De woning waar God huist
Een collega mailde met een zoveelste afzegging vanwege Corona, voor een lezing die ik in haar kring zou houden over mijn boekje Bron in je brein – bidden tot de God in wie je niet gelooft. En ze schreef: Houd goede moed en bid daarbij dan toch maar tot de god in wie je niet gelooft. Het was natuurlijk een grapje, maar ik heb er over nagedacht.
Nee, ik zal niet bidden of God ons wil verlossen van Corona, zoals de middeleeuwers baden: Van de woede der Noormannen, verlos ons Heer. Maar ik moest wel denken aan de woorden van Etty Hillesum die ze aanvangt met: ‘Het zijn bange tijden, mijn God…’ Ja, zo wil ik wel bidden. Want ze bidt tot God in haarzelf. In haar hart.
En ze bidt: ‘Ja, mijn God, aan de omstandigheden schijn jij niet al te veel te kunnen doen, ze horen nu eenmaal ook bij dit leven…’ En het is haar duidelijk ‘dat we de woning in ons, waar jij huist, tot het laatste toe moeten verdedigen’.
Daardoor – als God veilig is in haar – weet zij zich ook veilig in God: ‘En ze zeggen: Mij zullen ze niet in hun klauwen krijgen. En ze vergeten, dat men in niemands klauwen is, als men in jouw armen is.’
Dit is geen gebed om verlossing, maar om liefde. Het zal er in deze crisis op aankomen God in onszelf te bewaken. Want wat Etty Hillesum om zich heen zag, namelijk dat men vooral bezig was ‘zilveren lepels en vorken’ in veiligheid te brengen ‘in plaats van jou, mijn God’, voorzie ik ook in onze bange tijden.
Het goede nieuws
Bange tijden. Dat klinkt ernstig. Is er ook nog goed nieuws? Vaak houd ik mijn hart vast voor onze kleinkinderen. Gelukkig komt het goede nieuws meestal juist via kinderen.
Liv, onze kleindochter van vijf, zat achterin de auto bij haar moeder. Die naar het nieuws luisterde op de radio – geen goed nieuws. Het aantal Coronaslachtoffers. In het bijzonder de vele doden in Spanje. Waarop een sip stemmetje vanachter uit de auto: ‘Mam… toch niet Sinterklaas, hè?’
Dat is het goede nieuws: ‘Nee, lieverd, Sinterklaas gaat nooit dood.’
Over Wim Jansen
Wim Jansen is theoloog, dichter en schrijver. Zijn meest recente publicatie is: O vader wij zijn samen geweest – verhalen van een overkant (maart 2020). Vorig jaar publiceerde hij: O hemel, zei de krokodil – 52 dierenverhalen voor jong en oud om zoiets als God ter sprake te brengen. Voor meer info zie zijn website: www.wimjansen.nu.
Dank voor deze woorden!
Geeft me hoop en lucht in de beklemming.
Dank je Wim,
Huilen en lachen tegelijk, om je kleindochter..
Dank voor het aan boord komen, het geeft enige vorm van troost in deze onvoorstelbare/ en onvoorspelbare tijden.
Kracht voor elke dag.
Gonnie.
De wereld is stilgezet en dat is misschien nodig om tot bezinningg te komen. Dit durf ik alleen uit te spreken tegen mensen die mij goed kennen.
Zelf ben ik als 70plusser niet angstig en eenzaam. De rust en de tijd ervaar ik als heilzaam.
Wel soms druk met bellen,mailen en appen om te horen hoe het met anderen gaat.
God is voor mij nog steeds Licht en Liefde en bidden is voor mij nog steeds het “in Grotere Handen leggen”. Etty Hillesum wordt in deze dagen veel geciteerd.
Wim,jij weer bedankt voor je columm
Beste Ieneke, Gonnie en Els,
dank voor jullie reacties!
Altijd fijn om te vernemen.
Overigens zijn er ook op Facebook – waar ik zelf om allerlei redenen niet meer vertoef maar dat ik via mijn lief nu en dan meekrijg – vele reacties, likes en wows gekomen! Ook daarvoor dank, Facebookers. Ik kan daar niet reageren, maar krijg het dus wel mee.
Mooi,van die klauwen en van Gods armen.In Gods armen en God in mijn hart.Dan woon ik altijd in Zijn Heilige Ruimte,waar ik ook ben.dank je wel.Ik neem dit weer mee op mijn levenspad.Als voefsel voor onderweg.dank je wel
Voor het eerst deze website bezocht.
Dank Roelie!
En welkom.