In 1972 – ik was 21 – schreef ik onderstaand gedicht op Stille Zaterdag.
Ik wist toen ook wel dat de zon geschenen zal hebben in de Hof van Arimathea.
Maar ik haalde het Paasgebeuren naar me toe, ongeveer zoals Pieter Bruegel het Kerstgebeuren in Vlaanderen schilderde.
Stille Zaterdag in een stille, Zeeuws-Vlaamse lenteregen.
Pasen als mysterie – en verborgen.
De wereld biedt niet veel aanleiding om al te luid en triomfantelijk halleluja te zingen.
Door: Wim Jansen | foto: Pixabay
Stille Zaterdag
Zo zacht regent het nu,
zo troostend en van pijn
vermoeid regent het nu,
zo regent het enkel
voorbij uren van hitte en van dood.
Misschien tikkelde ook zo
een zachte regen op de steen,
waarachter u te slapen lag,
doodmoe,
die eerste morgen.
En even zachtjes zal
die sabbat leeg geregend zijn,
meedragend
uw pijn,
een raadselachtige nacht in.
Over Wim Jansen
Wim Jansen (1950) is theoloog, schrijver en dichter, aan christendom en religie voorbij – en uitgekomen bij de mystiek van de Liefde. Hij is emeritus predikant van Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg en was ook lange tijd werkzaam in het onderwijs, met name aan de Hogeschool Zeeland. Op zaterdag 30 maart wordt zijn nieuwe boek Telkens een lichtkring dieper gepresenteerd in Vlissingen. Zie voor achtergronden en eerdere publicaties zijn website www.wimjansen.nu.
Dank voor dit prachtig gedicht Wim. Groetjes Guy
Machtig mooi gedicht Wim, bedankt.
Ans.
ontroerd en zo mooi verwoord, dank u daarvoor. Goede dagen dit weekend