Geschreven door 10:07 Opinie, slider, Uitgelicht • 21 Reacties

Volwassen omgaan met de dood

Jongens, jongens, hoe ga ik dit eens aanpakken? Ik voel me genoodzaakt om te schrijven over iets wat nogal gevoelig ligt. En ik kan er slecht tegen als mensen boos op mij zijn. Kom, niet zo kinderachtig, voor de draad ermee. Daar komt ie dan: Als er iets is wat we van deze coronacrisis kunnen leren is het dat onze cultuur niet volwassen met de dood omgaat. En hoe dat misschien anders zou kunnen.

Door: Wim Jansen

You can’t always get what you want
Ook de wijsheid in dit nummer van de Stones krijgen we ingepeperd. Hoewel onze cultuur in vele opzichten de hoogst ontwikkelde is lukt het haar maar slecht om dat te accepteren. Zij is immers juist gebouwd op het tegendeel: to get what we want.

Zelfs in het omgaan met de dood willen we dat. Van alle kanten wordt ons bezworen hoe belangrijk het is voor het rouwproces dat we van nabij afscheid kunnen nemen van een stervende geliefde. Ik hoorde zelfs iemand zeggen dat het ‘onmenselijk’ is als dat niet kan. Ook rouwen willen we met alles erop en eraan. Het hele pakket dat ons psychisch welbevinden vereist.

Ik ga dat allemaal niet bagatelliseren maar ‘you can’t always get what you want’. We kunnen er namelijk niet omheen dat zuster dood met ons westerse wensenpakket niet altijd even zachtzinnig omgaat. Ik spreek uit ervaring. Het is mij vijf keer overkomen dat een zeer nabije geliefde plotseling werd weggerukt uit het leven zonder dat we van te voren iets hebben kunnen zeggen. Drie keer door hartfalen, een keer door een embolie en een keer door een verkeersongeluk.

Zo werkt het heel vaak met de dood. En dan moet je er ook mee dealen. Natuurlijk kan dat het extra moeilijk en verdrietig maken, maar een mens is toegerust om er ook dan een weg in te vinden.

Het is sowieso verstandig om zo te leven dat de dingen goed zijn en uitgesproken. En als dat niet zo is je te verzoenen met de gedachte dat er in iedere relatie open eindjes zijn en donkere plekken – maar dat die worden opgenomen in een peilloze liefde. Niet alles hoeft uitgesproken.   

As a friend 
Mijn vriend is dood, gelukkig…
Dat klinkt net zo cru als de opmerking van columniste Marianne Zwagerman, die corona in verpleeghuizen typeerde als ‘de zeis door het dorre hout’. Niet bepaald fijnzinnig. Nee, maar we moeten ook weer niet overdrijven. Je kunt net zo goed vragen stellen bij het onrealistische eindeloze rekken van het leven zoals dat in onze cultuur gebeurt: of dat niet onmenselijk is.

Mijn vriend namelijk, net als ik in het zicht van het bordje ‘70’, was al een paar jaar flink aan het dementeren. Nu liep daar op zijn afdeling ook een vrolijke oude dame rond met een pop in haar arm waarvan ze zichtbaar genoot, als was ze weer een jonge moeder. Mijn vriend daarentegen leed bitter. Ook van zijn kinderen en kleinkinderen kon hij niet meer genieten. Het enige woord dat nog uit hem kwam was ‘klote’, als antwoord op onze vraag hoe het ging. Voor de rest een zware, pijnlijke stilte. De laatste keer dat we hem bezochten ontsnapte mij, vroom als ik ben, een schietgebedje: ‘Ach God, geef dat hij niet nog jaren zo door moet.’

En zie, in de gestalte van een genadige longontsteking – geen corona! – nam zuster dood hem afgelopen weekend mee. Soms wordt het gebed van Leonard Cohen verhoord:

I pray for courage
at the end
to see death coming
as a friend.

Laten we alsjeblieft de eerlijkheid hebben om, als dat gepast is, de dood als een vriend te verwelkomen. Daar wordt nu wel heel erg correct over gedaan.


Dood zijn is niet erg
Wat zeg ik nou toch weer? Niemand wil immers dood.

Dostojewski voert in Misdaad en straf de personage Raskolnikov op, die bedenkt dat hij liever voor eeuwig in de duisternis op een smalle rotsrichel voort zou leven dan nu te moeten sterven. Dat is zeker de natuurlijke reflex van een mens. Wij moeten dit echter niet te serieus nemen. Want meer is het ook niet, dan een oerdrift. Net zoals al wat mannelijk is de drang heeft zijn genen zo veelvuldig mogelijk door te geven. Godzijdank laten we ons daar ook niet onbekommerd in gaan.

Zo weten we, op de keper beschouwd, dat we niet koste wat kost moeten willen blijven leven. Dat de dood bij het leven hoort.    

Ik herinner mij uit mijn jeugd een toneelstuk op tv met Hans Tiemeijer zaliger: Als het je tijd is, van Paul Osborn. Hoofdpersoon Gramps weet de dood in een appelboom ‘vast te zetten’ en aldus onschadelijk te maken. Tot een arts, dokter Evans, hem komt smeken de dood weer vrij te laten om zijn patiënten te verlossen van hun uitzichtloze pijn. Zo geschiedt. Maar dan neemt de dood ook Gramps en zijn kleinzoon mee.

Het slot is dat zij beiden door een nevelige tuin lopen in prachtig licht en ik hoor de opa nog tegen zijn kleinzoon zeggen: ‘Zie je wel dat het helemaal niet erg is om dood te zijn?’

Ik was veertien toen ik dat zag maar ik ben het nooit vergeten.

Leren leven met de doden
Maar dan is het toch voor de nabestaanden erg? Zeker. Maar het zou helpen als wij meer leren leven met de doden. Als wij onze gestorven dierbaren om ons heen beseffen en daar ruimte voor creëren in ons dagelijks leven.

Alle culturen doen dat beter dan de onze. In alle religies, ook als er geen sprake is van voorouderverering,  worden de doden gerespecteerd en er volop bij betrokken. Een paar voorbeelden.

Zo spreekt Seattle, opperhoofd van de Sioux-indianen, in zijn beroemde toespraak uit 1854 over ‘onze doden die voortleven in de stille wateren van de aarde’ en over ‘hun geest die als een rimpeling van de wind over het water van de meren loopt’. 

In oude kathedralen kijken de ‘heiligen’ uit verre tijden vertederd op ons neer. Zo weten we ons gedragen door allen die ons voorgingen.

En expliciet wordt het gezegd door de nieuwtestamentische schrijver van de brief aan de Hebreeën als hij een opsomming geeft van de voorvaderen in het geloof en zich zo omringd weet door een ‘wolk van getuigen’.

Laten we leren leven met ons hoofd in deze wolk van getuigen die ons blijven omringen met hun liefde.

Engel des doods
Waarom ik van dit alles zo doordrongen ben geraakt dat ik mij genoodzaakt voel er zo’n lange column over te schrijven?

Er gaat een oude mythe dat de Engel des Doods overdekt is met ontelbare ogen. Een uitleg daarvan komt hierop neer:

De Engel neemt niet altijd meteen de zielen van de mensen mee maar aan sommigen komt hij alleen de dood aanzeggen. Deze mensen krijgen van hem een extra paar ogen, waarmee ze dan vreemde en nieuwe dingen zien, die ook niet door anderen worden waargenomen. Inzicht in de dingen van de dood. Een ander, lichter ervaren van de dood. 

Ook mij is de dood aangezegd. Een ongeneeslijke kanker. Nu gaat het nog goed, misschien nog wel een paar jaar, maar onherroepelijk komt het moment dat mijn lichaam niet meer reageert op de levensverlengende kuur.

Hij is dus langs geweest, de Engel des Doods, en ja, ik heb sterk de indruk dat ik een paar extra ogen heb gekregen. Waarmee ik meer licht zie.

Over Wim Jansen
Wim Jansen is theoloog, dichter en schrijver. Zijn meest recente publicatie is: O vader wij zijn samen geweest – verhalen van een overkant (maart 2020). Vorig jaar publiceerde hij: O hemel, zei de krokodil – 52 dierenverhalen voor jong en oud om zoiets als God ter sprake te brengenVoor meer info zie zijn website: www.wimjansen.nu.

(Visited 1.339 times, 1 visits today)
Sluiten