Jongens, jongens, hoe ga ik dit eens aanpakken? Ik voel me genoodzaakt om te schrijven over iets wat nogal gevoelig ligt. En ik kan er slecht tegen als mensen boos op mij zijn. Kom, niet zo kinderachtig, voor de draad ermee. Daar komt ie dan: Als er iets is wat we van deze coronacrisis kunnen leren is het dat onze cultuur niet volwassen met de dood omgaat. En hoe dat misschien anders zou kunnen.
Door: Wim Jansen
You can’t always get what you want
Ook de wijsheid in dit nummer van de Stones krijgen we ingepeperd. Hoewel onze cultuur in vele opzichten de hoogst ontwikkelde is lukt het haar maar slecht om dat te accepteren. Zij is immers juist gebouwd op het tegendeel: to get what we want.
Zelfs in het omgaan met de dood willen we dat. Van alle kanten wordt ons bezworen hoe belangrijk het is voor het rouwproces dat we van nabij afscheid kunnen nemen van een stervende geliefde. Ik hoorde zelfs iemand zeggen dat het ‘onmenselijk’ is als dat niet kan. Ook rouwen willen we met alles erop en eraan. Het hele pakket dat ons psychisch welbevinden vereist.
Ik ga dat allemaal niet bagatelliseren maar ‘you can’t always get what you want’. We kunnen er namelijk niet omheen dat zuster dood met ons westerse wensenpakket niet altijd even zachtzinnig omgaat. Ik spreek uit ervaring. Het is mij vijf keer overkomen dat een zeer nabije geliefde plotseling werd weggerukt uit het leven zonder dat we van te voren iets hebben kunnen zeggen. Drie keer door hartfalen, een keer door een embolie en een keer door een verkeersongeluk.
Zo werkt het heel vaak met de dood. En dan moet je er ook mee dealen. Natuurlijk kan dat het extra moeilijk en verdrietig maken, maar een mens is toegerust om er ook dan een weg in te vinden.
Het is sowieso verstandig om zo te leven dat de dingen goed zijn en uitgesproken. En als dat niet zo is je te verzoenen met de gedachte dat er in iedere relatie open eindjes zijn en donkere plekken – maar dat die worden opgenomen in een peilloze liefde. Niet alles hoeft uitgesproken.
As a friend
Mijn vriend is dood, gelukkig…
Dat klinkt net zo cru als de opmerking van columniste Marianne Zwagerman, die corona in verpleeghuizen typeerde als ‘de zeis door het dorre hout’. Niet bepaald fijnzinnig. Nee, maar we moeten ook weer niet overdrijven. Je kunt net zo goed vragen stellen bij het onrealistische eindeloze rekken van het leven zoals dat in onze cultuur gebeurt: of dat niet onmenselijk is.
Mijn vriend namelijk, net als ik in het zicht van het bordje ‘70’, was al een paar jaar flink aan het dementeren. Nu liep daar op zijn afdeling ook een vrolijke oude dame rond met een pop in haar arm waarvan ze zichtbaar genoot, als was ze weer een jonge moeder. Mijn vriend daarentegen leed bitter. Ook van zijn kinderen en kleinkinderen kon hij niet meer genieten. Het enige woord dat nog uit hem kwam was ‘klote’, als antwoord op onze vraag hoe het ging. Voor de rest een zware, pijnlijke stilte. De laatste keer dat we hem bezochten ontsnapte mij, vroom als ik ben, een schietgebedje: ‘Ach God, geef dat hij niet nog jaren zo door moet.’
En zie, in de gestalte van een genadige longontsteking – geen corona! – nam zuster dood hem afgelopen weekend mee. Soms wordt het gebed van Leonard Cohen verhoord:
I pray for courage
at the end
to see death coming
as a friend.
Laten we alsjeblieft de eerlijkheid hebben om, als dat gepast is, de dood als een vriend te verwelkomen. Daar wordt nu wel heel erg correct over gedaan.
Dood zijn is niet erg
Wat zeg ik nou toch weer? Niemand wil immers dood.
Dostojewski voert in Misdaad en straf de personage Raskolnikov op, die bedenkt dat hij liever voor eeuwig in de duisternis op een smalle rotsrichel voort zou leven dan nu te moeten sterven. Dat is zeker de natuurlijke reflex van een mens. Wij moeten dit echter niet te serieus nemen. Want meer is het ook niet, dan een oerdrift. Net zoals al wat mannelijk is de drang heeft zijn genen zo veelvuldig mogelijk door te geven. Godzijdank laten we ons daar ook niet onbekommerd in gaan.
Zo weten we, op de keper beschouwd, dat we niet koste wat kost moeten willen blijven leven. Dat de dood bij het leven hoort.
Ik herinner mij uit mijn jeugd een toneelstuk op tv met Hans Tiemeijer zaliger: Als het je tijd is, van Paul Osborn. Hoofdpersoon Gramps weet de dood in een appelboom ‘vast te zetten’ en aldus onschadelijk te maken. Tot een arts, dokter Evans, hem komt smeken de dood weer vrij te laten om zijn patiënten te verlossen van hun uitzichtloze pijn. Zo geschiedt. Maar dan neemt de dood ook Gramps en zijn kleinzoon mee.
Het slot is dat zij beiden door een nevelige tuin lopen in prachtig licht en ik hoor de opa nog tegen zijn kleinzoon zeggen: ‘Zie je wel dat het helemaal niet erg is om dood te zijn?’
Ik was veertien toen ik dat zag maar ik ben het nooit vergeten.
Leren leven met de doden
Maar dan is het toch voor de nabestaanden erg? Zeker. Maar het zou helpen als wij meer leren leven met de doden. Als wij onze gestorven dierbaren om ons heen beseffen en daar ruimte voor creëren in ons dagelijks leven.
Alle culturen doen dat beter dan de onze. In alle religies, ook als er geen sprake is van voorouderverering, worden de doden gerespecteerd en er volop bij betrokken. Een paar voorbeelden.
Zo spreekt Seattle, opperhoofd van de Sioux-indianen, in zijn beroemde toespraak uit 1854 over ‘onze doden die voortleven in de stille wateren van de aarde’ en over ‘hun geest die als een rimpeling van de wind over het water van de meren loopt’.
In oude kathedralen kijken de ‘heiligen’ uit verre tijden vertederd op ons neer. Zo weten we ons gedragen door allen die ons voorgingen.
En expliciet wordt het gezegd door de nieuwtestamentische schrijver van de brief aan de Hebreeën als hij een opsomming geeft van de voorvaderen in het geloof en zich zo omringd weet door een ‘wolk van getuigen’.
Laten we leren leven met ons hoofd in deze wolk van getuigen die ons blijven omringen met hun liefde.
Engel des doods
Waarom ik van dit alles zo doordrongen ben geraakt dat ik mij genoodzaakt voel er zo’n lange column over te schrijven?
Er gaat een oude mythe dat de Engel des Doods overdekt is met ontelbare ogen. Een uitleg daarvan komt hierop neer:
De Engel neemt niet altijd meteen de zielen van de mensen mee maar aan sommigen komt hij alleen de dood aanzeggen. Deze mensen krijgen van hem een extra paar ogen, waarmee ze dan vreemde en nieuwe dingen zien, die ook niet door anderen worden waargenomen. Inzicht in de dingen van de dood. Een ander, lichter ervaren van de dood.
Ook mij is de dood aangezegd. Een ongeneeslijke kanker. Nu gaat het nog goed, misschien nog wel een paar jaar, maar onherroepelijk komt het moment dat mijn lichaam niet meer reageert op de levensverlengende kuur.
Hij is dus langs geweest, de Engel des Doods, en ja, ik heb sterk de indruk dat ik een paar extra ogen heb gekregen. Waarmee ik meer licht zie.
Over Wim Jansen
Wim Jansen is theoloog, dichter en schrijver. Zijn meest recente publicatie is: O vader wij zijn samen geweest – verhalen van een overkant (maart 2020). Vorig jaar publiceerde hij: O hemel, zei de krokodil – 52 dierenverhalen voor jong en oud om zoiets als God ter sprake te brengen. Voor meer info zie zijn website: www.wimjansen.nu.
Dag Wim,
Wijze woorden in deze bange tijd. Inzien dat we het leven niet altijd kunnen vasthouden en dat het soms goed is zo. Zonet gelezen , bejaarde vrouw van 103 jaar overleeft Covid -19. Het weze haar gegund !
Ik stel mij toch de vraag: En wat met die duizenden jonge levens die verloren gaan door honger, oorlogsgeweld en miskenning van hun fundamenteelste recht: Kunnen en mogen leven !
Dank je voor je hele mooie tekst.
Paul
Hallo Paul,
dank voor je reactie!
Wat die jonge levens betreft, dat is een ander thema dan waar het in de column over gaat. Voor hen is ‘doodgaan wel erg’. Ook al worden we opgenomen in God, het is de bedoeling dat we voluit leven. Ook hierin gaat het wel om kwaliteit en niet om kwantiteit. Ik bedoel dat sommige mensen die jong sterven soms meer geleefd hebben dan iemand die stokoud wordt.
Maar in de column gaat het over mensen die hun leven hebben gehad. Daar moeten we niet zo rigide over doen.
Dag Wim,
Excuus dat jij, nog in het land der levenden, mij zo vaak voorziet van wij woorden.
Zelf ben ik bezigste de Mattheuspassion. Maar dan voor kinderen.
En ik probeer er beelden bij te zoeken.
Zo’n beeld vertelt mij dan vaak war ik in normale omstandigheden aan voorbij loop.
Dank Leendert.
Jij bent een ‘beeldenmens’.
Ik ben benieuwd naar deze beelden bij de Mattheus voor kinderen.
Beste Wim,
Blij om je helder en verfrissende kijk op de dood te lezen.
Als cultureel antropoloog vond ik het altijd een verademing om te lezen hoe in niet-wetsterse culturen de dood als zo vanzelfsprekend beleefd wordt en hoe mooi dit kan zijn.
Ja zo is het, ook die extra ogen, die meer licht zien, ik ken de voorbeelden en de manier waarop bv mijn moeder in grote vrede , met engel Michael al weken naast haar bed staande ( ze beschreef dit mooi en ik vroeg iedere dag of de engel er nog stond en ja die had gezegd dat hij zou blijven totdat zij door het lichtraam gestapt was)haar overgang was prachtig.
Dank voor je durf om dit zo eens op te schrijven.
Hartelijke groet, Daphne Loots.
En graag ontvang ik je uitvaart verhaal dat je voor je overleden vriend gaat maken.
Dank je wel voor je mooie verhaal, Daphne!
Ik zal je het verhaal toesturen na de uitvaart morgen.
Dag Wim, bedankt voor de mooie, doorleefde tekst. Maar wel een vraag over de aanhef: je spreekt over volwassen … Ik heb geen idee wat je met volwassen bedoeld. Jij klinkt wel volwassen, vind ik.
Dank je wel, Eddy.
Wat ik met volwassen bedoel?
Als kind heb je een (terechte) natuurlijke angst voor de dood. Gaandeweg je leven mag je die angst overwinnen en je met de dood verzoenen. Zelfrelativering en zelfverlies, dat noem ik volwassen gedrag.
Er zit in mijn keuze voor dat woord ‘volwassen’ ook iets van protest tegen het gedrag van het verwende kind dat de westerling vaak is, om per se ’to get what he wants’.
En de dood nuchter, rustig en moedig onder ogen zien.
Dank je Wim. Gelukkig zijn er mensen die regelmatig een ander geluid laten horen dan de mainstream info over corona door RIVM en regering.
Verschillende mensen, denk aan filosoof en psychiater Damiaan Denys, filosofe Marli Huijer, laten een ander geluid horen in onze omgang met deze corona crisis. Ook jouw column is een verademing in deze tijden. Het zou niet verkeerd zijn dat het nummer van de Rolling Stones in deze tijd weer een hit zou worden: You can’t always get what you want……
Dank Roy.
ja, de tenen krommen bij de eenzijdige aanpak en info.
Maar ‘ons’ geluid lijkt wel steeds sterker te worden.
Wim,
Je blijft me voortdurend verrassen met je prachtige columns. Ik heb er veel aan. Ook de op de manier hoe je omgaat met je ziekte.
Inmiddels heb ik je laatste boek in huis – die boekenplank komt toch nog vol met de verzamelde werken van Wim Jansen!
Heel veel sterkte en ik hoop nog lang te kunnen genieten van je columns.
Hartelijke groet,
Margot
Dank dank dank, Margot.
Zo lang het blijft stromen blijft het komen 🙂
Beste Wim, dank weer voor dit prachtige verhaal! Mooi het beeld van de engel des doods en de extra ogen. Ik herken dat regelmatig bij mensen.
Wat betreft het afscheid nemen van een stervende begrijp ik wat je zegt. Toch denk ik dat het belangrijk is, áls de mogelijkheid er is. Zo maken wij ons in het ziekenhuis momenteel sterk voor de mogelijkheid om afscheid te nemen door familie, om de menselijke maat te hanteren in plaats van het rigide “één persoon per dag mag op bezoek komen bij een stervende coronapatient”. Omdat we de zin daarvan niet begrijpen en mensen zelf de keus willen laten maken. Als wij als geestelijk verzorgers hen mogen bezoeken, waarom familie dan niet?
Graag ontvang ik de tekst van de uitvaart.
Dank Jeannette, je hebt gelijk dat het belangrijk is om afscheid te nemen en als het kan verdient dat natuurlijk de voorkeur! Het is geweldig dat jullie actie ondernemen om die rigide regel (geldt ook verpleeghuizen: laat mensen zelf beslissen of ze risico willen lopen) te doorbreken.
Maar waar ik het over heb is dat er omstandigheden zijn waarin afscheid nemen ook niet kan, zoals in de voorbeelden die ik aangaf en zelf heb meegemaakt. En dat je er dan ook mee moet dealen en er volwassen mee moet omgaan…
Dit is het leven, dit is de dood.
Wim,
Dank voor je doorleefde columns die maar blijven stromen.
Ook ik heb er veel aan.Jij verwoordt zo mooi de gedachten van veel van je lezers.
Wim sterkte bij het begraven van je vriend,waar de dood komt als een verlossing.
Bij je laatste column over de dood kwam bij mij een uitspraak van mijn dochtertje in gedachten.
Ze was 5 jaar(1977)toen mijn oma 100 jaar, overleed.
“mama ik weet hoe het gaat,je bent maar even dood,dan is het net of je heel zachtjes opgetild wordt en dan ben je in de hemel”
Mijn oom maakte destijds een mooi gedicht na aanleiding van de woorden:
“doodgaan is heel even maar” Ik zal het je toesturen.
Hartelijke groet,
Anneke
Hallo Anneke, dank!
Tja, aan een kind van vijf hoef je het niet uit te leggen. Dat zijn zulke open wezens! Zij leven in een paradijs waar cynisme nog niet is doorgedrongen. Wij hebben er in ons nageslacht ook eentje rondlopen. Zij is onze leermeester. Konden we maar heel ons leven vijf blijven…
Het gedicht heb ik ontvangen.
Vertederend in z’n vertrouwen en overgave.
Dank!
Het lijkt mij dat angst voor de dood, mits zij geen obsessie wordt, een hele gezonde angst is: het houdt je in leven (als het meezit natuurlijk). Zonder die angst zou de mens al lang uitgestorven zijn, of nooit bestaan hebben. Verder is het jammer dat heer Jansen toch te vergoelijkend spreekt over het ontmenselijkende taalgebruik van M. Zwagerman.
De dooddoener dat de dood bij het leven hoort, is maar ten dele waar: de dood kan ook en brute ontkenning van het leven zijn en juist niet bij het leven horen. De dood is ook niet zo iets als een feestje, een dagje uit, die inderdaad bij het leven horen. Natuurlijk, de dood kan een bevrijding zijn in een toestand van uitzichtloos lijden. Maar de generieke stelling dat de dood ‘bij het leven hoort’ lijkt mij te simpel, en geen recht doen aan het afgrondelijke karakter ervan. Maar misschien komt dat omdat ik niet erg overtuigd ben van de voorstellingen dat er na de dood iets zou zijn.
Zie ook http://www.arnoldziegelaar.nl/actueel/
Met vriendelijke groet,
Arnold Ziegelaar
Arnold Ziegelaar
Dank voor de reactie.
De heer Ziegelaar is geloof ik toch een beetje boos op mij. Hij verliest zelfs de beleefdheid uit het oog door niet tot maar over mij te spreken. Dat zou mij kunnen ontslaan van de verplichting om te reageren want hij richt zich niet tot mij. Maar ik ben nu ook een beetje boos. Daarom reageer ik toch maar, zij het dan eveneens in de derde persoon. Puntsgewijs:
– Natuurlijk is angst voor de dood gezond. Beweer ik ergens van niet? Alleen, gaandeweg het leven mag een mens die angst verliezen en de dood onder ogen leren zien. Dat bedoel ik met volwassen.
– Vergoelijkend over M. Zwagerman? Ik vergoelijk niets. Het is onnodig bot geformuleerd. Maar wel de formulering van een realiteit. We hoeven niet overdreven correct te reageren. Ik begin zelf zo’n beetje tot het dorre hout te behoren en toch heb ik mij geen seconde gekwetst gevoeld door haar opmerking.
– Dat de dood bij het leven hoort lijkt me geen discussiepunt maar simpelweg een realiteit. Ook ik bezing het glorieuze leven, net zoals de heer Ziegelaar op zijn website doet. Maar die glorie van het leven wordt juist verdiept door de dood. Zonder de dood geen leven. Denk bv. aan de graankorrel.
– Ik ontken het afgrondelijke karakter van de dood niet. Drie keer heb ik zelf die afgrond in gekeken en nu weer. Maar ook hier geldt: gaandeweg het leven mag die afgrond zijn diepte verliezen, juist in de confrontatie ermee. Daarom is het zo heilzaam dat een mens oefent in zelfverlies. Als dat zelfverlies is in de liefde worden het leven en de wereld er ook mooier van.
– …dat er iets zou zijn na de dood…? Alles is er na de dood. Alles blijft… behalve ik. Wat wel van mij blijft is mijn essentie, mijn energie, mijn liefde – ook voor de heer Ziegelaar. De zee blijft als de rivier in haar is uitgestroomd.
Beste heer Jansen,
Ja, u heeft gelijk, de dood hoort bij het leven, alles wat leeft gaat dood. Toch heeft de uitdrukking voor mij iets irriterends omdat het een afgesleten gemeenplaats is die te pas en te onpas gebruikt wordt als de dood ter sprake komt. Het is letterlijk een dooddoener omdat de reflectie op de dood vrijwel onmiddellijk gedood wordt als hij wordt ingezet. Het zou beter zijn als er meer levensbeschouwelijke aandacht voor de dood zou zijn.
Mijn opmerking over M. Zwagerman betekent alleen maar dat wij alert moeten zijn op ontmenselijkend taalgebruik. Dat u er blijkbaar niet door gekwetst bent, wil niet zeggen dat anderen dat niet zijn, of dat het wenselijk is dat er zo over kwetsbare mensen gesproken wordt.
Dat uw essentie of energie of liefde zou overblijven na uw dood is een geloofsartikel wat ik niet wil betwisten, vooral omdat het voor mij wat vaag is.
Dat u van mij zou houden, is vriendelijk van u, maar lijkt mij tegelijk onwaarschijnlijk want u kent mij helemaal niet.
Ik wens u het allerbeste.
Met vriendelijke groet,
Arnold Ziegelaar
Goedemorgen Wim,
Graag zou ik je columns ontvangen.
De wijze en vertroostende woorden , met name in deze ontregelende tijden, hebben mij geraakt.
Hartelijke groet,
Ineke.
Hallo Ineke,
welkom!
Zou je mij jouw mailadres willen sturen?
Op dit adres:
wpjansen50@zeelandnet.nl
Dan neem ik jouw adres op in de lezersgroep en stuur ik je mijn volgende columns en andere updates toe.