Bij mijn gereformeerde opvoeding was het grote gebod van Jezus erg belangrijk: ‘Heb God lief boven alles en heb uw naaste lief als u uzelf liefhebt’. Daaruit kwam dan meestal een oproep om je naaste lief te hebben. Maar daar kwam regelmatig niet zo veel van terecht omdat de mens zondig is. De mens is nu eenmaal geneigd tot alle kwaad en onbekwaam tot enig goed. Er zat natuurlijk wel een spanning tussen die oproep en de slechte mens.
Door: Wim Davidse | Foto: Pixabay
Ik denk dat dat tekortschieten vooral kwam doordat men zichzelf te weinig kende en liefhad. Ik vind dan ook dat we het grote gebod maar eens moeten omdraaien: ‘Heb jezelf lief en zo ook je naaste, dan heb je boven alles God lief’.
Hoe heb je jezelf lief zonder narcistisch te zijn? Ik wil dat in het vervolg verkennen.
Wat betekent dat, jezelf liefhebben?
Jezus zal daarmee bedoeld hebben zoiets als: ‘het beste voor jezelf willen’. Je wil je basisbehoeften bevredigen, eten en drinken, gezondheid, een dak boven je hoofd, werk, goede contacten met anderen, erkenning door mensen om je heen en dingen doen die je leuk vindt of waarvoor je talent hebt.
Zo moet je dan dus ook voor anderen het beste willen, dat ook allemaal een ander gunnen. Dan moet je dus ook ruimte maken voor die ander en je in hem of haar kunnen inleven. Daar ontstaan de problemen. Mensen kunnen zo bezig zijn met hun eigen zaken, dat er niet of nauwelijks plaats is voor een ander. In relaties kunnen conflicten ontstaan doordat in de omgang met elkaar niet verwerkte ‘trauma’s’ worden getriggerd. Vaak hebben mensen in hun jeugd niet of nauwelijks erkenning gekregen en gaan dat dan compenseren door carrière te maken, door een uitbundig consumptiepatroon, enzovoort. Consumeren is ook een beproefd middel om onaangename gevoelens niet te voelen.
Ik denk in dit verband aan de spirituele leraar Krishnamurti. Die antwoordde eens op de vraag van een toehoorder ‘Waarom is de mens egoïstisch?’ met: ‘Meneer, gaat u eens apart zitten en vraag u zelf af: waarom ben ik egoïstisch?’
Als je dat doet, stuit je denk ik al gauw op angsten: angst om er niet bij horen, om geen dak boven je hoofd te hebben, om geen werk te vinden. Je merkt dan vast ook dat je allerlei zekerheden wilt hebben. Daarvoor ga je dan patronen ontwikkelen om die angsten en onzekerheden te sussen. Het ego vormt zich zo.
Zelfkennis
Jezelf liefhebben betekent dan dat je ziet wat er is, dat je je ego-patronen leert kennen. Je moet dan wel gemotiveerd zijn om dat te gaan doen. Vastlopen in je werk of in relaties kan de motivatie geven om op dit onderzoek uit te gaan. Als ik mijn eigen ontwikkeling bezie dan komt die zelfliefde het meest tot uiting in de acceptatie van het patroon waar ik het meest last van had en nog wel heb. Een basisangst om te gaan leven, de veiligheid van de moeder los te laten. Die angst ontstond in mijn vroegste jeugd onder oorlogsomstandigheden. Het heeft wel lang geduurd voordat ik dat kon accepteren, zonder in te grijpen. De typering van kerkvader Augustinus van Liefde heeft me daarbij erg aangesproken: ‘Ik wil dat jij bent!’. En dat kun je ook zeggen tegen de eigenschap van jezelf die je het meest hindert. Die erkenning van je ‘vijand’ brengt een proces naar heel wording op gang.
Meer kennis van jezelf kan leiden tot meer begrip voor anderen. Als je ziet wat er allemaal speelt bij jezelf zul je een ander niet zo gauw veroordelen. Je bent dan eerder nieuwsgierig naar hem of haar en dat kan leiden tot mooie ontmoetingen.
Als je zo getuige kunt zijn van je ego-patronen, zelfs de kant van je zelf waar je het meest last van hebt accepteert, neem je als het ware al de goddelijke positie in. Die van onvoorwaardelijk liefhebben.
Zo wil ik dat grote gebod naleven: eerst maar mezelf eens liefhebben, dan zie ik een ander beter en dan komt er meer terecht van het liefhebben van God.
Niet narcistisch
Zo jezelf liefhebben heeft niets narcistisch, want een narcist wil die mindere kanten van zichzelf helemaal niet zien. Hij bewondert zichzelf en wil dat anderen hem net zozeer bewonderen. Hij vergroot zijn ‘ik’. Hem vleien doet hem goed en kritiek doet hem in woede ontsteken. De grootste narcist ooit, die nu het nieuws beheerst, is wat dat betreft een leerzaam voorbeeld.
Jezelf liefhebben door een weg naar binnen te gaan komt neer op het tegenovergestelde van narcistisch gedrag. Je laat je ‘ik’ steeds verder los, je wordt nederig, om God groter te maken.
Ik besluit met de slotregels uit de song ‘Ik hou van mij’ van cabaretier Harrie Jekkers. Die vatten het voorafgaande heel mooi samen:
‘‘want wie van zichzelf houdt
die geeft pas echt iets kostbaars
als die ‘ik hou van je’
tegen een ander zegt’’.
Over de auteur
Wim Davidse was werkzaam als projectleider/onderzoeker bij een economisch instituut en is auteur van het boek Er is meer in ons – leren van de mystici.
mooi Wim, dank je wel…, en het vraagt concentratie inderdaad, een goede daad voor jezelf, jezelf eens flink onder de loep te nemen.
Dank Wim.