Written by 07:50 Verdieping • 2 Comments

Het belang van zelfkennis

Zelfkennis is niet zo’n populair onderwerp. Pas wanneer mensen vastlopen in werk of in relaties kan er aanleiding zijn om eens naar binnen te kijken. Dat is vaak een moeilijk proces, maar het kan heel heilzaam zijn. Bijvoorbeeld wanneer mensen ontdekken hoe ze altijd maar aan het ‘pleasen’ waren, of wanneer ze inzien hoe ze steeds perfectionistisch waren, waardoor ze zichzelf uitputten. Je komt dan weer een spa dieper als je blootlegt waar dat ‘please gedrag’ vandaan komt of als zich openbaart welke angst achter dat perfectionisme schuilt.

Door: Wim Davidse | foto: Pixabay

Hou van mij zoals ik ben
Als je dan geluk en uithoudingsvermogen hebt kun je op een mystieke weg terecht komen. Zelfkennis is daar een belangrijk onderdeel van. De mystica Teresa van Avilla (1515-1582) beschreef een geestelijke weg in zeven stappen door ‘het Kasteel van de ziel’. Het Kasteel ‘gaat open door de zelfkennis, die leidt tot nederigheid, want nederigheid is waarheid’. De weg gaat zo door zeven verblijven in dat Kasteel ‘naar het binnenste van de mens, waar de ziel verankerd is in God’.
Als je dus genoodzaakt wordt naar binnen te kijken en zelfkennis opdoet, zit je op de weg die uiteindelijk kan leiden naar kennis en ervaring van God, van het goddelijke.
Voor mij is hierbij Hein Thijssen (1922-2008) inspirerend. In zijn boek Leeg en bevrijd beschrijft hij hoe hij zijn ik-patronen ging doorzien en zich uiteindelijk ‘leeg en bevrijd’ ging voelen. Hij ontdekte hoe hij als geestelijk verzorger steeds mensen ging ‘pleasen’, Hij zag hoe hij steeds weer vluchtte voor spanningen door te roken en door andere vluchtroutes te gebruiken. Tijdens dit proces van zelfkennis werd langzamerhand zijn ‘ik’ ontmanteld. Toen openbaarde zich wat er achter al die ik-patronen zat: een basisbehoefte, ‘hou van mij zoals ik ben’.
Ik denk dat veel mensen zo’n soort basisbehoefte hebben van waaruit ze (onbewust) dominante patronen hebben opgebouwd. Dat kan zich dan uiten in streven naar erkenning, prestatiegericht zijn, de baas spelen over anderen, steeds maar aandacht vragen enzovoort.
Het treft me in dit verband dat de christelijke God juist antwoord geeft op het ‘hou van mij zoals ik ben’. Dat is het beeld van een God die onvoorwaardelijk liefheeft. Niet in alle varianten van het christendom staat die God echter centraal. Dat Godsbeeld wordt nogal eens verduisterd door allerlei dogma’s, geboden en verboden. Tot schade van menig christen.

Zelfkennis en psychotherapie
Bij het onderwerp ‘zelfkennis’ denk ik ook aan psychotherapie. Die is gericht op zelfinzicht en het leren van manieren om met (angst)stoornissen om te gaan. De therapeut heeft in zijn of haar gereedschapskist daartoe kennis en technieken om cliënten te helpen. Ik denk dat het mensbeeld van de therapeut daarbij ook van belang is. Het zou mooi zijn als hij of zij beseft, of zelfs ervaren heeft, dat achter al die zelfkennis en stoornissen iets ‘Hogers’, het goddelijke schuilt. De therapeut kan natuurlijk met een open, accepterende houding, al antwoord geven op het ‘hou van mij zoals ik ben’. Dat stimuleert de cliënt om zich kwetsbaar op te stellen en te laten zien wat er allemaal bij hem of haar speelt.
Voor de volledigheid wil ik nog opmerken dat ook het boeddhisme het belang van zelfkennis heeft ingezien. Boeddha wilde zichzelf kennen ‘zoals een ruiter zijn paard kent’. Hij zal zichzelf wel hebben doorgrond met dat langdurig zitten onder die Bodhi boom. De boeddhistische meditatie is geïnspireerd op dat zitten van Boeddha.

Ik ken mezelf, wie ben ik dan?
Ik ben zelf lang geleden met zenmeditatie begonnen. Gaandeweg ontdekte ik hoezeer dat een gemis was bij het christelijk geloof. ‘De mens is zondig’ heet het daarbij. Zittend in stilte ging ik zien wat die ‘zonden’ zijn: de bedoeling van het leven missen, losgeraakt zijn van je oorsprong, van het goddelijke. Door mijn langdurige stilte-praktijk (ongeveer 20 minuten per dag zitten) is langzamerhand naar voren gekomen wat er ten grondslag ligt aan mijn eigen dominante patronen: Met mijn geboorte op 12 mei 1940 kwam ik midden in een oorlog (in Zeeland) terecht. Tijdens dat ‘zitten’ openbaarde zich een basisgevoel in me, ‘het is niet veilig, er is gevaar’. Van daar uit ontstond een angst om te gaan leven. Die angst heb ik dapper weggedrukt om toch maar mee te kunnen doen met anderen, om een bestaan op te bouwen. Maar ik voelde toch vaak een weerstand in me, alsof de handrem aangetrokken bleef.
Tijdens die stilte-praktijk lichtte het ook verschillende keren op dat ik deel uitmaak van een grote, veilige ruimte. Ik ben niet de angstige Wim, maar ik zie hem vanuit een ruimte waar geen angst is. Een stille ruimte die me draagt.
Het is eigenlijk een merkwaardig woord: zelfkennis. Het lijkt of er twee ‘ikken’ zijn. Degene die kennis heeft van zichzelf en het zelf dat gekend wordt. In wezen ben je dan het ‘IK’ dat zichzelf ziet zonder te oordelen, het mag er allemaal zijn. Dat geeft ruimte!

Over de auteur
Wim Davidse was werkzaam als projectleider/onderzoeker bij een economisch instituut en is auteur van het boek Er is meer in ons – leren van de mystici.

(Visited 44 times, 8 visits today)
Close