De stralende meidag dat ik dit schrijf is het Moederdag. Dat fenomeen is niet te missen. Maar wat bijna niemand weet, met uitzondering wellicht van de minderheid die nog besef heeft van het liturgisch jaar, is dat het vandaag ook Wezenzondag is. Zoals alles in het kerkelijk jaar een traditie die verwijst naar een diepe, psychologische werkelijkheid. Namelijk het levensgevoel verweesd te zijn.
Door: Wim Jansen | Foto: Pixabay
Dat verweesde gevoel is wat de vrienden van Jezus ervaren na zijn hemelvaart. Vandaar dat de zondag na die hoogtijdag – stiefkindje onder de kerkelijke feesten – deze naam heeft gekregen. Het is herkenbaar voor ieder die een geliefde in zijn kring moet missen onder de levenden. De lege plek die iemand achterlaat als hij is gaan ‘hemelen’.
Het is overigens ook een levensgevoel in bredere zin. Men kan van Pim Fortuyn denken wat men wil, maar de titel van zijn boek De verweesde samenleving is nog steeds een rake typering van wat veel mensen ervaren. Het gevoel losgeslagen te zijn, los van zijn wortels, zijn oorsprong.
Veel mensen zijn, vaak zonder het te beseffen, op zoek naar grond onder de voeten. Een bezield verband waarvan zij deel uitmaken. Het creëert een leegte die vergelijkbaar is met de ervaring van het verlies van je ouders. De ervaring als een wees in de wereld te staan.
De Trooster
Intussen komt die ‘wezenmetafoor’ rechtstreeks voort uit het Bijbelverhaal in Johannes 14 en 16. Ik geef de teksten weer waarin gesproken wordt over de nabijheid en de troost van de zogenaamde Parakleet, een uit het Grieks afkomstige term die ik nog altijd het liefst vertaal met ‘trooster’, als een specifieke invulling van de werkzaamheid van ‘de Geest’.
Johannes 14:18 en 26 (waarin Jezus zegt:)
‘Ik zal jullie niet als wezen achterlaten.
Ik kom bij jullie terug.
Nog een korte tijd en de wereld zal mij niet meer zien, maar jullie zullen mij wel zien, want ik leef en jullie zullen leven.’
Wat ik vroeger niet begreep – waardoor ik dit besef uitsluitend aan Jezus toeschreef – en nu wel, is dat deze belofte voor iedereen geldt. De Geest is universeel en waait waar zij wil, niet aan een persoon gebonden.
Dat betekent dat ook ik tegen mijn kinderen, later mijn ‘wezen’, kan zeggen: Ik kom bij jullie terug. Ik zal er op een andere manier zijn. Op welke manier wordt verduidelijkt in vers 26:
‘Later zal de Trooster, de heilige Geest, die de Vader jullie namens mij zal zenden, jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat ik tegen jullie gezegd heb.’
In onze tijd lijkt het me plausibel om ‘Parakleet’ en ‘geest’ te vertalen met ‘energie’. Dat maakt het verhaal eigentijdser en brengt het meteen een stuk dichterbij. En nog preciezer pleit ik voor: liefdesenergie. Dat is exact wat na de dood van een mens overblijft. Liefdesenergie, die juist meer aanwezig is en nabijer voelt na iemands overlijden. Sterker nog, het sterven moet plaatsvinden om vrije doorgang te verlenen aan de Parakleet, zoals Jezus dat uitdrukt in Johannes 16:6.7.
‘Werkelijk, het is goed voor jullie dat ik ga, want als ik niet ga zal de Trooster niet bij jullie komen.
Alleen als ik weg ben zal ik hem jullie zenden.’
Mensen moeten blijkbaar sterven om de liefdesenergie – die je God kunt noemen – te laten stromen. Zo zal ik het ook tegen mijn geliefden zeggen op het moment suprême: Het is goed dat ik ga, want alleen zo kan de volmaakte Liefde in jullie komen.
Zo heb ik het namelijk ook zelf ervaren na het overlijden van mijn vader, nu zevenenveertig jaar geleden. Hij is zuiverder in mijn leven aanwezig geweest na zijn dood dan tijdens zijn leven.
Energetische nabijheid
De nabijheid van de gestorvenen wordt door heel veel mensen ervaren.
Ik las op de site Nieuwwij het verhaal van Dave Ensberg-Kleijkers – tot eind maart jl. directeur-bestuurder van Nationaal Jeugdfonds Jantje Beton – over zijn op 50-jarige leeftijd gestorven moeder: Ook na haar overlijden voel ik haar aanwezigheid. Een verhaal waarin Moederdag en Wezenzondag grappig genoeg bij elkaar komen. Hij ervaart haar nabijheid dagelijks als een soort beschermengel.
Dat is de werkzaamheid van de Parakleet in de levens van gewone mensen.
Gerrit Achterberg omschrijft het beeldend en paradoxaal in zijn prachtige gedicht Retrograde.
Gij hebt een voorsprong in het niet.
De dodelijke achterstand
die zich met ieder uur vergroot,
verhindert niet dat ik uw hand
terug kan vinden in mijn hand.
Achter mij volgt een dubbelspoor
voetstappen in het zand,
hoewel ik u naast mij verloor.
En zelf heb ik het in mijn gedichtenbundel ELIANE mijn geliefden op het hart gebonden in het slotgedicht:
Wees maar niet bang
als ik je moet verlaten,
want ik verlaat je niet.
En wees verdrietig
maar niet te,
want ik zal bij je zijn.
Geloof me maar:
ik ben je licht
wanneer het donker wordt,
ik ben de gloed
die jou verwarmt
wanneer het kil wordt in je ziel
en als de stilte doof en dood is
hoor je mijn stem:
ik heb je zo
ontzettend
lief.
Over Wim Jansen
Wim Jansen (1950) is theoloog, schrijver en dichter, aan christendom en religie voorbij – en uitgekomen bij de mystiek van de Liefde. Hij is emeritus predikant van Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg en was ook lange tijd werkzaam in het onderwijs, met name aan de Hogeschool Zeeland. Op zaterdag 30 maart werd zijn nieuwe boek Telkens een lichtkring dieper gepresenteerd in Vlissingen. Zie voor achtergronden en eerdere publicaties zijn website www.wimjansen.nu.
Mooi Wim.
De aandacht die gaat naar de moederdag vind ik vreselijk.
Je zal maar moeder willen zijn en het gaat niet door.
Dat merk je je hele leven.
Ik maakte er tante dag van, omdat mijn tante kinderloos bleef.
Wezendag is zoveel rijker, ruimer, dieper.
Ik ga dat erin houden
Je geniet nog steeds van alles wat aandient.
Geweldig.
Ik wens jullie nog zoveel mooie momenten/ ervaringen toe!
Marike
Dank Wim.
Jouw woorden, een en al troost, op deze moederdag.
Kracht voor elke dag, en ik hoop dat het je nog gegeven is, een mooie
vakantie op je lievelingsplek met Eliane..
Lieve groet,
Gonnie.