Afgelopen week zagen wij een van onze kleinkinderen huilen. Niet jengelen, niet zeuren om haar zin te krijgen, niet dwingen, maar echt huilen. Huilen vanuit zo’n klein maar peilloos verdriet, zoals alleen kinderen dat nog kunnen. Mijn hart brak. Ik KAN er niet tegen. Huilende kinderen. Op zo’n moment begrijp ik niets van het leven. Maar één ding weet ik wel: Niets rechtvaardigt dit verschrikkelijke, tomeloze kinderverdriet.
Door: Wim Jansen | Foto: Pixabay
Eén kindertraan weegt al te zwaar
Zie de huilende kinderen in deze wereld. De van huis en haard verjaagde kinderen uit de Oekraïense buddygezinnen hier in Veere, dat ene jongetje dat elke dag huilend uit school komt. De vluchtende kinderen overal ter wereld.
Maar niet altijd is de aanleiding zo groot en wereldwijd. Soms lijkt het maar een futiliteit. Het kan een ruzie zijn met een vriendje of vriendinnetje. Het kan het gevoel zijn vals beschuldigd te worden, of welk ander gevoel ook dat je onrecht wordt aangedaan. Het kan het verdriet zijn om een stukje nieuw speelgoed dat is stukgegaan. Het kan een botte opmerking zijn van een klasgenootje of meester of juf. Het kan de pijn zijn te worden afgewezen als je niet mee mag doen…
En helaas is daarmee dit rijtje nog lang niet voltooid. Er is verschrikkelijk veel waaraan kinderen kunnen lijden.
Tegelijk, kinderen kunnen ook ongelooflijke draken zijn, zeker als ze worden verwend of nooit worden gecorrigeerd zoals tegenwoordig vaak het geval is. Maar juist dat kan het kind zelf dan ook niet helpen. In essentie is elk kind onschuldig, slachtoffer, weerloos, kwetsbaar. Niets rechtvaardigt de tranen van een kind.
Elke traan snijdt door de ziel.
En elk geloof dat kindertranen goedpraat of sust en gladstrijkt wekt alleen maar mijn woede op. Het is de woede van Ivan Karamazov – in Dostojewski’s beroemde gebroeders – als hij de gelovige Aljosha aanspreekt: ‘Waarom moeten onschuldige kinderen lijden? Voor de eeuwige harmonie? Dat weegt voor mij te zwaar. […] Al was het maar één gemarteld kind, één kindertraan die in Gods voorzienigheid nodig was voor de totale harmonie.’
Precies, één kindertraan weegt al te zwaar. Kort en simpel gezegd: Ik begrijp er geen zier van waarom kinderen moeten lijden.
Weigeren je te laten troosten
Dit maakt voor mij het bestaan van een ‘voorzienigheid Gods’ in ieder geval onmogelijk. Ik zou zo’n God voor eeuwig voor de voeten blijven werpen hoe hij tot zo’n onvergeeflijke blunder heeft kunnen komen: een wereld te scheppen waarin kinderen huilen.
En net als de uit het oude testament opgevoerde Rachel, in het beroemde verhaal over de kindermoord in Bethlehem, zou ik weigeren mij te laten troosten.
We moeten ons door geen religie of esoterie of mystiek of welke spiritualiteit ook zand in de ogen laten strooien om dit minder erg te vinden. Hoezeer ik ook een liefhebber ben van Spinoza, als ik een kind zie huilen kan ook deze grote filosoof m’n rug op met zijn ‘perfecte Natuur’. Er is niets perfects aan kindertranen. Ze zouden niet moeten bestaan.
Ze moeten ons pijn blijven doen.
Niet vloeken in deze wereld, dàt is zonde
In het nieuwe boek van mijn geliefde en mij, Twee zwervers verliefd, vertel ik hoe ik decennia geleden telkens grondig vloekte vanwege mijn toen hevig opspelende herniapijn – en dat ik er geen zier om zou geven als gemeenteleden dit zouden horen.
Want (citaat): ‘Vloeken is geen zonde. Niet vloeken in deze wereld, dàt is zonde.’
We moeten ons vooral niet te snel laten troosten als het gaat over die ene kindertraan. Maar hoe zullen we er dan tegenover staan?
In ieder geval geen genoegen nemen met een God die genoegen zou nemen met kinderverdriet, laat staan met een God die dat allemaal zelf geschapen zou hebben.
Alle zalfjes en strijkjes van religie of spiritualiteit weigeren.
En erkennen, meteen volmondig en structureel erkennen dat we geen moer van deze wereld begrijpen: er is geen antwoord – zoek niet naar een verklaring of rechtvaardiging.
Het enige antwoord op kindertranen is: Liefde.
Liefde die tot God wordt.
God zijn in de tranen van dit kind.
Over Wim Jansen
Wim Jansen (1950) is theoloog, schrijver en dichter, aan christendom en religie voorbij – en uitgekomen bij de mystiek van de Liefde. Hij is emeritus predikant van Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg en was ook lange tijd werkzaam in het onderwijs, met name aan de Hogeschool Zeeland. Recent verscheen Twee zwervers verliefd van hem en zijn vrouw. Voor meer info: www.wimjansen.nu.
Vloeken… ik kan daar ook niet tegen. Ik had buren die ik nooit hoorde. Tot het de buurman tegen zat. Toen werd er hartstochtelijk gevloekt. Ik kromp ineen. Zelfs met een muur ertussen. Ik moet wel bekennen dat ik er ooit wel een paar heb laten ontglippen als teken dat dingen mij teveel waren. Als mij iets gebeurt wat mij diep raakt en ik kan er iets aan doen probeer ik er ook wel iets mee te doen om er iets aan te veranderen. Om er over te vloeken is toch niet wat ik wil.
Zo heeft ieder zijn manieren om om te gaan met dingen die niet zouden mogen gebeuren..helaas te veel om op te noemen.
Dank Wim.
Het lijden van kinderen, het lijden van je medemens.
Geef troost, geef nabijheid met alle liefde die je in je hebt.
Als je God verdoemd, wegstreept uit je leven, val je mi in een ravijn..
Vraag God zijn Engelbewaarder jou te sturen in je grote nood.
En je krijgt een antwoord in welke vorm dan ook.
Ja dat is Liefde tegen over vervloeken.
Gonnie.
Dank Margreet en Gonnie,
vloeken kan zeker pijn doen.
Ik heb het ook niet om onzorgvuldig, ruw taalgebruik.
Maar over vloeken vanuit de diepte, zoals ook de psalmen doen – en Job…
Daar ligt God niet van wakker, integendeel, dat doet zij zelf ook.
Dank je Wim.
Ik begrijp uit jouw woorden, dat jouw vloeken wanhopig bidden is.
Groet,
Gonnie.