Sapiens, het boek van Yuval Noah Harari, werd een wereldwijde bestseller. De Israëlische historicus beschrijft hierin 70.000 jaar ontwikkeling van Homo sapiens. Van de jager-verzamelaar in prehistorische tijden tot de mens van nu. Vanuit de historie van Homo sapiens werpt hij een blik op de toekomst.
Door: Wim Davidse
Dieren en mensen ontwerpen
Harari schetst hoe de natuurlijke selectie uit het verleden kan worden vervangen door ‘intelligent design’. Een toekomst waarin de mens dieren en mensen kan gaan maken naar eigen ontwerp. Zo wordt er bijvoorbeeld geëxperimenteerd met een nieuw type varken waarin genetisch materiaal van een worm is geïmplanteerd. De nieuwe genen zorgen er dan voor dat deze varkens slechte omega 6-vetzuren omzetten in het gezonde vetzuur omega 3.
We kunnen de schepping misschien overdoen en betere Homo sapiens ontwerpen. Het sapiens genoom is in wezen niet complexer dan dat van muizen. Denkbaar is dan het ontwerpen van betere sporters of geniale wetenschappers of, zo je wilt, kinderen met blauwe ogen.
Sapiens kunnen worden veranderd in cyborgs. Dat kan al beginnen met gehoorapparaten die in het buitenoor worden geïmplanteerd. Een volgende ontwikkeling is het verbeteren van de hersenfuncties door het implanteren van chips in de hersenen of zelfs het toepassen van interfaces om je brein aan te sluiten op internet. Het laatste hoofdstuk in Harari’s boek heet dan ook ‘Het einde van Homo sapiens’ .
Wat willen we worden?
Terecht wijst Harari erop dat een debat over deze fascinerende en ook huiveringwekkende scenario’s erg belangrijk is. Het gaat dan om de vraag: ‘wat willen we worden?’
Mijn antwoord hierop is dat we niet de kant met cyborgs en gemanipuleerde dieren moeten opgaan. Ik sluit liever aan bij wat Harari zegt in zijn hoofdstuk ‘Ken uzelve’: ‘’ Volgens veel traditionele filosofieën en religies, zoals het boeddhisme, liggen de sleutels van het geluk juist in kennis over jezelf, een goed begrip van wie of wat je werkelijk bent’.
Zo bezien is Homo sapiens, denk ik, in de meeste gevallen nog steeds een vreemde voor zichzelf. Hij gaat vooral voor comfort en amusement, voor erkenning en waardering door anderen. Maar zijn binnenwereld, zijn dominante drijfveren en patronen, zijn voor hem vaak volkomen duister.
Het ligt natuurlijk niet zo voor de hand om een reisje naar binnen te maken als er zoveel verleidingen zijn in de buitenwereld. De filosoof Kierkegaard sprak al over de grazige weiden buiten, die de mensen verhinderen naar binnen te kijken. Vaak is een burn-out of een andere ingrijpende levensgebeurtenis nodig om stil te staan en inzicht te krijgen in de werkelijkheid over jezelf.
Ken uzelve
Toch ligt het ‘ken uzelve’ meer in de lijn van de evolutie van Homo sapiens, denk ik. De evolutie geeft een ontwikkeling naar meer gecompliceerde, intelligente, levensvormen te zien. Daarin past meer kennis over de eigen psyché of geest beter dan het verbeteren van de huidige sapiens met geavanceerde bio-technologische aanpassingen. Wat moet een mens met slimme chips in zijn brein? Nog betere chips maken? Betere robots maken die hem naar de kroon kunnen steken?
Hoe vrij zijn je nakomelingen als je hun eigenschappen hebt uitgekozen door middel van genetische manipulatie en selectie? Als je iemand ‘besteld’ hebt die heel goed in wiskunde zal zijn is hij bij voorbaat al de gevangene van je verwachtingen.
Homo sapiens kan beter onbekende delen van zijn eigen geest gaan verkennen, zodat hij meer inzicht krijgt in wie of wat hij werkelijk is. Mystici als Hein Thijssen en Bernadette Roberts hebben gezegd dat ieder mens op zijn tijd een ontwikkeling zal moeten doormaken zoals zij zelf hebben ervaren.
We hoeven echter niet allemaal mysticus te worden, maar met meer inzicht in je eigen gedragspatronen en met een vermoeden van wie je in wezen bent, heb je wat sleutels voor een duurzaam geluk in handen.
Elke dag even op de pauzeknop drukken en de stilte opzoeken en/of een poosje reflecteren over je doen en laten, zo simpel is een reis naar binnen. ‘Er is meer in ons’ leren mij de mystici, en dat kunnen we beter eerst gaan ontdekken voordat we Homo sapiens gaan verbeteren met allerlei bio-technologische hoogstandjes. Mensen die zichzelf goed kennen nemen denk ik ook wijzere besluiten over wat we willen worden. Het gevolg geven aan de raad ‘ken uzelve’ scheelt natuurlijk ook miljarden aan investeringen.
Eerbied voor het leven
Maar ja, de belangen zijn groot. Dat maakt bijvoorbeeld de bijdrage van Jeroen Fierens in Volzin van juni wel duidelijk. Er komt misschien nog eens een machine die intelligenter is dan de mens. Dan is een punt bereikt waarop de mens de natuur, en daarmee zichzelf, overstijgt. Een dergelijke ontwikkeling van kunstmatige intelligentie lijkt niet te stoppen. Meditatie of andere manieren om jezelf beter te leren kennen, dat is natuurlijk ook niet zo interessant voor beleidsmakers en wetenschappers.
Een toekomst waarin de mens een cyborg wordt, of waarin Homo sapiens wordt overvleugeld door intelligentere machines, zou helaas wel eens uit kunnen komen.
Als klimaatveranderingen dat tenminste niet gaan verhinderen.
Hoe dan ook, ik vind dat bij alle toekomstige beslissingen over dominante technologische ontwikkelingen één waarde centraal moet staan: eerbied voor het leven in al zijn verschijningsvormen.
Over de auteur
Wim Davidse was werkzaam als projectleider/onderzoeker bij een economisch instituut en is auteur van het boek Er is meer in ons – leren van de mystici.