Wat dan? De ervaring van het heilige. De stilte. Het overstijgende. Ik zie om me heen hoe mensen uitstekend leven zonder deze dimensie: verantwoord, humaan, liefdevol. En toch, zonder mijzelf tot maatstaf te willen nemen, als ik zie hoeveel het mij geeft zou ik het zo graag aan iedereen gunnen. Aan al die mensen die het ontberen, die het zichzelf niet gunnen op rationele gronden die geen rationele gronden zijn. Want jongens, jongens, je weet niet wat je mist.
Door: Wim Jansen | Foto boven: Pixabay | Foto onder: Filou van de Velde
De ervaring van het heilige…
…en de stilte. Soms komt het tot mij via toevallige beelden op tv. Een boeddhistisch klooster in de Himalaya. De rondgang van de monniken in de oranje gewaden. De leegte van het berglandschap. De sereniteit. De zuiverheid van atmosfeer. Het pure, niet door emoties vertroebelde zijn, op de grens van niet-zijn. En even word ik heerlijk ondergedompeld in de sfeer van het numineuze.
Het doet mij ook denken aan een oud-gemeentelid, een nogal sceptische bètaman. Tijdens een wandeling op vakantie belandde hij toevallig in een kloosterkapel en maakte een getijde mee. Het diepe buigen van de broeders, de stiltes, het omhoog dragende zingen, de devotie… Toen hij buitenkwam verzuchtte hij: ‘Je moet hier wel heel erg je best doen om niet in God te geloven.’
En ik denk aan de jonge moslim die zich ter aarde werpt voor Allah en zegt: ‘Als ik met mijn voorhoofd de grond raak gaat er een warm gevoel door me heen, een gevoel van verliefdheid.’
De ervaring van het heilige. De stilte. Laatst raakte het mij weer als in een flits. Voor een kerkdienst zocht ik op youtube het Taizélied Mon âme se repose (Mijn ziel is stil in God, Psalm 62). Ik vond een versie die me ontroerde:
De heilige chaos van een Taizé-viering. De verstillende melodie, de als een mantra werkende herhalingen, dat onvervulde verlangen van al die mensen. Verlangen naar de ultieme rust en liefde. Ik zag een jonge man intens in gebed verzonken. Bijna hartverscheurend geconcentreerd. Je voelde het fysiek: zijn zich innerlijk uitstrekken naar die bezongen stilte.
De hele sfeer was geladen van het heilige. Een warm bad in een licht dat onze bezorgde levens overstijgt.
Ik geloof geen reet
Het is zo verrijkend. Ja, ik zou het iedereen gunnen, maar waarom gunnen zoveel mensen het zichzelf niet? Het antwoord daarop is steevast: ‘Omdat ik nu eenmaal niet in God geloof.’
In een van de afleveringen Zomergasten 2012 was popmusicus Hennie Vrienten te gast. Hij had beelden gekozen uit de film Into Great Silence, over het radicaal doorgevoerde leven in stilte van de kartuizers. Je zag Vrienten onder de indruk zijn van de traagheid, de stilte, de rust, de diepe contemplatie van die kloosterlingen. Hij vond het prachtig, gaf dat ook te kennen, maar… sloot zichzelf ogenblikkelijk buiten: ‘Dit geldt niet voor mij, want ik geloof niet in God.’
Met het betrekken van deze stelling ontnemen velen zich de ervaring van het heilige, terwijl die wel degelijk wezenlijk en werkelijk voor hen blijkt te zijn. Zo ook bijvoorbeeld tv-coryfee Maarten van Rossem.
Het gebeurde in het programma Hier zijn de Van Rossems bij het bezoek aan de Sint Michaelskerk in Zwolle (29 januari 2019). Maarten van Rossem proefde en prees de ‘sfeer’ en de ‘atmosfeer’ in de kerk en stelde zich voor dat het orgel speelde: ‘Het gekke is: ik geloof geen reet maar dan springen de tranen in mijn ogen’.
Zijn onmiskenbare ontroering om de sfeer in de kerk en de schoonheid van orgelmuziek koppelde hij aan de feitelijke constatering dat hij niet in het bestaan van God gelooft en werd daarmee in de kiem gesmoord. De Babylonische spraakverwarring werd compleet toen hij ook nog met klem beweerde ‘totaal geen religieuze gevoelens te hebben’ terwijl hij die nota bene zojuist had geëtaleerd.
Je hoeft niet in God te geloven…
…om het heilige te ervaren. En de stilte.
Misschien moeten we het ook geen ‘religieuze gevoelens’ meer noemen, maar gewoon ‘existentiële ervaring’. Momenten dat je mens-zijn zich afspeelt op de toppen. Of daarboven. Wat Virginia Woolf noemde: moments of being.
Velen kennen deze ervaring. Van iets dat hen overstijgt, wat ze als heilig ervaren, maar ze houden halt bij een door mensen bedachte grens. De grens tussen geloof en ongeloof, waar niet de ervaring doorslaggevend is maar de aanname van een feit. Namelijk het al dan niet bestaan van een God.
Het heeft te maken met het aloude misverstand rond het woord ‘God’.
Ervaar je de ultieme ontroering zoals Van Rossem in de kerk? Beleef je de contemplatie van de stilte zoals Vrienten? Voel je de neiging om te buigen voor het heilige in je leven? Herken je de existentiële ‘moments of being’?
Het is geen vraag of die bestaan. Zij vormen juist de meest werkelijke werkelijkheid in ons leven. Iedereen ervaart dat bij tijd en wijle. Misschien niet altijd zoals in de hierboven geschetste religieus rituele settings, maar universeler en voor iedereen toegankelijk.
Het besef van een verrukkelijke nietigheid in een ruig berglandschap…
De adembenemende schoonheid van het licht…
De vertedering door naar de borst grijpende vingertjes van een pas geboren baby…
De geladen stilte van duizenden tijdens een gedachtenismoment…
Een oceanisch orgasme dat je doet zinderen van liefde…
De ultieme ontroering om een heilig moment…
En altijd het bevrijdende zelfverlies in een alles absorberende liefde.
Dan doet het er niet toe of je dat nu wel of niet God noemt.
Zelf strooi ik onbekommerd met dat woord ‘God’ omdat ik er niets mee af te rekenen heb, maar voor velen is het te beladen met misverstanden, zoals de ‘meneer in het heelal’ of ‘die ouwe daarboven’ of ‘een wezen waarvan je het bestaan moet aannemen’ of een ‘straffende tiran’ of wat ook.
Dan staat het ieder vrij om er een andere naam aan te geven. Het heilige. Het Licht. Het Leven. Het Universum. De Liefde. De enige Werkelijkheid…
Vergeet toch die achterhaalde discussie over het bestaan of niet-bestaan van God. Reserveer die voor Sinterklaas, kabouters, aliens of vliegende schotels. Vergeet het woord religie en de vraag of je iets religieus moet noemen. Noem het menselijk.
En durf je met een gerust hart over te geven aan de werkelijkheid van het heilige en de stilte. Je hoeft niets aan te nemen. Onderga het moment. Want jongens, jongens, je weet niet wat je mist.
Over Wim Jansen
Wim Jansen (1950) is theoloog, schrijver en dichter, aan christendom en religie voorbij – en uitgekomen bij de mystiek van de Liefde. Hij is emeritus predikant van Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg en was ook lange tijd werkzaam in het onderwijs, met name aan de Hogeschool Zeeland. In maart 2020 verscheen zijn boek O vader wij zijn samen geweest. Voor meer info: www.wimjansen.nu.
Prachtig verwoord Wim
Die luchten in onze vakantie waren zulke ervaringen.
Overstijgend!
Dank Marike!
Voor hen die dit artikel niet via mijn rondzendmail ontvangen:
de prominente foto is gemaakt door mijn kleindochter Filou.
Ze vindt het natuurlijk stoer dat haar naam onder zo’n mooie foto staat…
Vandaar… dus niet uit ijdelheid… 😉