Het komt er nu op aan de rust, de kracht, de liefde en het licht te bewaren. Overal wordt de wereld onderuit geschoffeld, zowel op macroniveau: de oorlog en de dreiging in Oekraïne – als op microniveau: mijn ziekte die nu ook echt zijn oorlog is begonnen. Wat dat laatste betreft, het kan best zijn dat de oncoloog nog een list verzint om de kankergroei een tijd stil te leggen, maar het is nu wel zaak om mij voor te bereiden op het einde.
Door: Wim Jansen | Foto: Pixabay
Die voorbereiding komt er vooral op neer dat ik mijn ogen sluit. Daarmee bedoel ik niet ‘wegkijken’, maar juist: heel goed kijken, schouwen. Het betekent dat ik mij naar binnen keer en mij richt op het innerlijk universum. In dat sluiten van de ogen ligt de oorspronkelijke betekenis van het woord ‘mystiek’: my-ein = sluiten. Ik merk sterker dan ooit dat ik daar de kracht vandaan haal. Dat daar de bron ligt waaruit ik leven wil – en sterven.
Daar wil ik de lezer graag deelgenoot van maken. Opdat die er misschien weer kracht uit kan putten om een weg te vinden in de vreselijke gebeurtenissen in Oekraïne.
Buitenstebinnen
Soms lijkt het of ik twee werkelijkheden ervaar. De – wat men noemt – reële, uiterlijke werkelijkheid van pijn en lichamelijk verval en getob en de eveneens reële werkelijkheid van de binnenkant. Eerlijk gezegd wordt mij steeds duidelijker dat deze laatste de meest reële werkelijkheid is, die immers alles overstijgend is. Die bepaalt hoe je de dingen die van buiten op je afkomen ervaart, en die uiteindelijk alleen overblijft.
Etty Hillesum is wat betreft die rangorde tussen buitenwereld en binnenwereld een ervaringsdeskundige: ‘Het zijn nooit de dingen van buiten, het is altijd het gevoel in me, gedeprimeerdheid, onzekerheid of wat ook, die aan de uiterlijke dingen het treurige of dreigende aanschijn geeft. Het werkt bij mij altijd van binnen naar buiten, nooit van buiten naar binnen.’
In de jaren dat zij haar dagboek schrijft, 1941-1943, zie je bij haar een toenemende verinnerlijking. (Zie ook mijn bijdrage aan de Cahiers Etty Hillesum dl. II, Van vuilnisbak tot geurende jasmijn). Ze komt er meer en meer achter dat niet de uiterlijke omstandigheden ons leven kleuren, maar dat ons lot bepaald wordt door ‘hoe men zich innerlijk stèlt tot de gebeurtenissen.’
Dat proces van voortschrijdende verinnerlijking is precies wat ik herken in mijn eigen leven. Maar wat vindt een mens dan in die innerlijke wereld?
Bewustzijn
De mens beschikt over een wel heel bijzonder vermogen – waar we over het algemeen heel vanzelfsprekend gebruik van maken – en dat is het bewustzijn. Het is het grote mysterie van al wat leeft. Je zou het bewustzijn ook ‘God’ kunnen noemen omdat het alles te boven gaat en omvat. Het ontsluit ongekende mogelijkheden. Het zou ons met grote verwondering moeten vervullen.
De filosoof Hein Thijssen, in zijn boekje Vanuit de diepte, is verbijsterd over alleen al de snelheid: ‘De ervaring, die ik van mijn bewustzijn heb, is de duizelingwekkende snelheid ervan, een snelheid, waarbij de snelheid van het licht in het niet valt. Zo zit het nu in Canada. Nog geen fractie van een seconde later in Florida. Het verlaat Florida en het is bij de grote beer aan de sterrenhemel. Vervolgens is het bij sterren die allang zijn uitgedoofd, maar waarvan we het licht nog niet gezien hebben. Dan, plotseling, is mijn bewustzijn weer terug achter de computer…’
Als ik mijn ogen sluit, ontsluit ik die ontzagwekkende wereld van mijn innerlijk universum. Ontzagwekkend omdat het zich niets aantrekt van de situatie en de omstandigheden noch van de gebondenheid aan je lichaam. Midden in de ellende van Westerbork heeft Etty Hillesum het over ‘iets heel sterks hier van binnen’. Ze typeert de uiterlijke omstandigheden als ‘schilderachtige bijkomstigheden’ en ze put royaal uit haar innerlijke schatkamer: ‘Je hebt me zo rijk gemaakt, mijn God, laat me ook met volle handen uit mogen delen.’
Innere Emigration
En ook dit is precies wat ik herken in mijn eigen leven. Enerzijds is er de niet uit te vlakken werkelijkheid van toenemende pijn in mijn botten en daarbij horende behandelingen, maar anderzijds ervaar ik een ongelooflijke warmte en liefde in mijn brein. Vooral ’s nachts worden mij vanuit die innerlijke lichtwereld verschillende beelden aangereikt, zoals ‘veld van liefde’ en ‘licht op een heuvel’ en ‘een rivier van vuur’.
De meest recente ervaring liet me iets zien als ‘een gouden kern, met een enorme dichtheid van liefde, een implosie van liefde, waarin alles verzoend is en voorbij alle vrees’. Kenmerkend voor die ervaring is het ontbreken van alle ego – en dus van alle angst! Er is wel iets als een ik-beleving, maar die is onderdeel van dat grote, lichte bewustzijn God.
Kunstenares Betsie van den Langenberg omschrijft die ijle, vloeiende liefdesstroom in haar persoonlijke document Thuisgekomen als volgt: ‘Een keer lag ik stil te mediteren en er kwam een stroom rustige, diepe, zachte Liefde, volle vrede, door mij heen gestroomd. Er was geen denken meer. De grenzen van mijn lichaam vielen weg, evenals de omgeving. Ik werd die vrede, die Liefde. Ik was het…er was geen ik meer, alleen maar zijn. […] Ik was een nevelachtige zachte energie geworden die geen grenzen kende, die oneindig was.’
Ook dit weer: een en al herkenning, juist naarmate ik zieker word! Zo wonderlijk: de groei van de kanker gaat gepaard met de groei van het licht in mij: ‘Je maakt me zo rijk, mijn God.’
En dat gebeurt allemaal achter mijn ogen. Als ik mijn ogen sluit. Wie in de uiterlijke chaos en bedreigingen de rust en de kracht wil bewaren – en ook zijn menselijkheid, de liefde dus – kan niet anders dan zijn toevlucht zoeken in de innerlijke werkelijkheid. Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog noemde men dat wel Innere Emigration. Toen immers in Nazi Duitsland een normaal leven niet meer mogelijk was, werd wie anders wilde genoodzaakt die innerlijke goudader aan te boren. Dat verborgen en onderschatte vermogen te benutten.
De innerlijke ruimte blijkt een uitdijend universum te zijn, voorbij aan de grenzen van leven en dood. Opnieuw Betsie van den Langenberg: ‘Er is geen dood. We zijn er altijd geweest, we zullen er altijd zijn…niet in de vorm van mens, maar in de vorm van Liefde van God, als energie.’
Vervulling
Is dat durende bewustzijn, die lichtwereld geen illusie? Integendeel, het kleurt mijn beleving van de uiterlijke werkelijkheid. Tilt die uit boven de zichtbare buitenkant. Doet mij boven mezelf uitstijgen. Wie zijn ogen sluit ziet beter. De nuchtere en aardse avonturier/schrijver uit Noorwegen, Erling Kagge, zegt er het volgende over: ‘Door de wereld buiten te sluiten keer je je rug niet naar de omgeving toe, het is juist het tegenovergestelde: je ziet de wereld scherper, je blijft meer op koers en je waardeert het leven meer.’ (Uit: Stilte)
Ik merk dat de liefde voor en van mijn geliefde transformeert naar een hoger niveau. Onze liefde zal blijven voorbij mijn dood. Maar meer vloeiend, alomtegenwoordig, ongebonden. Ik zie mijn komende afscheid dan ook niet enkel als verlies, niet als alleen gemis, maar juist als een vervulling van onze liefde. Nu zullen wij opgaan in de liefde, waartoe we al van jongs af aan bestemd waren. Onze liefde, die uit God stroomde, keert terug in God. In dat lichte bewustzijn zullen wij voor eeuwig samen zijn.
Dat lichte bewustzijn, daar kunnen de raketten van Poetin niet komen.
Achter mijn ogen
Als ik mijn ogen sluit
gaat er een wereld open
en in mijn brein ontvouwen zich
de landschappen van licht
en in de verste verten
de nevelblauwe bergen
en een rivier van vuur
die stroomt in God
en die rivier
zijn wij.
Over Wim Jansen
Wim Jansen (1950) is theoloog, schrijver en dichter, aan christendom en religie voorbij – en uitgekomen bij de mystiek van de Liefde. Hij is emeritus predikant van Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg en was ook lange tijd werkzaam in het onderwijs, met name aan de Hogeschool Zeeland. Afgelopen zomer verscheen zijn boek Brandend verlangen. Voor meer info: www.wimjansen.nu.
mijn innerlijke wereld is zo mooi. Soms raakt de innerlijke wereld de uiterlijke wereld.
Dat is dan nog het meeste te zien in kleine kinderen, dieren en bloemen.
Van jongs af aan leed ik aan de buitenwereld, maar liet dat meestal niet merken. geloven.
Een verhelderend artikel, dank
Dank Joke, mooi!