Als de Kerstdagen naderen krijg ik nogal eens de behoefte om een preek van Meister Eckhart te lezen. Daartoe pakte ik deze keer het kleine boekje van Marga Haas God en ik, wij zijn één. Hierin staat voor elke dag een citaat, het zijn er veertig, zo kun je dus veertig dagen vooruit.
Door: Wim Davidse | Foto: Pixabay/Engin_Akyurt
Ik sloeg het boekje op een willekeurige pagina open en las: “Voor zover in vrede, voor zover in God”. Dat leek me wel een passende tekst voor deze decembermaand.
Het citaat komt voor in een preek van Eckhart over Efeziërs 4 vers 23. Een brief van Paulus, waarin hij zegt dat de Efeziërs hun oude mens met al zijn begeerten moeten afleggen. Ze moeten de nieuwe mens aantrekken, hun geest en hun denken vernieuwen, want ze hebben Christus leren kennen.
Eckhart geeft weer een heel eigen draai aan dit bijbel gedeelte, met taal die soms uit zijn voegen barst.
Van de oude naar de nieuwe mens
Hij start zijn preek met een verhandeling over de ziel van de mens. Die moet van alle beelden gezuiverd zijn. “Maar wanneer alle beelden uit de ziel afgescheiden worden en zij uitsluitend het ene één schouwt, dan vindt het loutere zijn van de ziel het loutere vormloze zijn van de goddelijke eenheid – dat een zijn boven het zijnde is – verdragend voldragen in zichzelf.”
Als ik het goed heb begrepen zou je vandaag kunnen zeggen: je moet je hoofd leegmaken van al je ik-dingetjes en dan kan het goddelijke in je stromen. Eckhart zelf heeft hier al eens een simpel beeld voor gebruikt: “Als de wolken weg zijn kan de zon niet anders dan schijnen”.
Maar die wolken gaan niet zomaar weg. Tussen de oude en de nieuwe mens, waar Paulus het over heeft, staan allerlei ik-patronen, van begeerten, boosheden, angsten, zorgen, vaak is er behoefte aan erkenning, en zo nog wel meer. Al dat gruis dat ligt voor die put waarin God is, zoals Etty Hillesum zo treffend schrijft.
Eckhart heeft het in zijn preek ook wel over dat gruis, dat noemt hij dan “de zes krachten van de ziel, zowel de hoogste als de laagste”. Die moeten dan elk “een gouden verlovingsring dragen, verguld met het goud van de goddelijke liefde’. Bij een lagere kracht als toorn zegt hij bijvoorbeeld ‘daaraan moet je een ring dragen, dat is: jouw vrede. Waarom? Hierom: voor zover in vrede, voor zover in God…”.
Dat klinkt me nogal gemakkelijk.
Jezelf liefhebben
Als ik het op me laat inwerken kan ik er toch wel wat mee. De toorn of woede “verguld met het goud van de goddelijke liefde”, dat is dan een oproep om je woede eens met een liefdevolle blik te bezien en te onderzoeken. Waar komt die woede vandaan? Waarom ben ik zo boos? Kortom, dat leidt tot een weg van zelfkennis. Zeker als je dat ook doet met wat nog meer in de weg staat tussen de ‘oude en de nieuwe mens’. Waarom heb ik zo’n behoefte aan erkenning? Waar komen mijn angsten vandaan?
Dat wordt dan toch vaak een lange weg om leeg te worden van al die ik-dingetjes. Maar als je God er mee toelaat is die weg alle moeite waard. Dan kan ook gebeuren wat Eckhart benadrukt bij het Kerstfeest: Christus in je geboren laten worden.
Dat hoeft niet aan het eind van de weg te gebeuren. Iedere keer als je iets wat je belemmert in jezelf, accepteert, doorziet en loslaat, komt er al wat meer vrede in jezelf, meer God dus om met Eckhart te spreken.
Bij dat grote gebod van Jezus, God liefhebben boven alles en je naaste liefhebben als je jezelf liefhebt, moeten we denk ik maar eens achteraan beginnen. Eerst maar eens jezelf liefhebben, anders kun je toch niet anderen liefhebben?
Vrede
Als je jezelf wat beter kent ga je ook anderen wat beter kennen. Die hebben vaak hun eigen, soortgelijke ik-dingetjes. Je gaat dan mensen minder gauw veroordelen en gaat eerder proberen ze te begrijpen.
“Anderen worden steeds meer open huizen waar ik steeds beter de weg in ga vinden”, zegt Etty Hillesum ergens in haar dagboek Het verstoorde leven.
Zo kun je je ook beter verplaatsen in anderen. Dan kan er meer vrede komen in relaties, en daarmee meer God. Zo wordt Christus telkens een beetje geboren.
Over de auteur
Wim Davidse was werkzaam als projectleider/onderzoeker bij een economisch instituut en is auteur van het boek Er is meer in ons – leren van de mystici.