Geschreven door 07:49 Actueel, slider • 3 Reacties

God in Frankrijk – reisimpressies

Van Karel Appel gaat het gerucht dat hij met regelmaat het schilderij Man in oosterse kleding van Rembrandt opzocht, om te zien ‘hoe God oplicht in het wit van de tulband’. Het is inderdaad opmerkelijk. Is dit glanzende, goddelijke wit werkelijk niet meer dan ordinaire verf? Hoe heeft Rembrandt het voor elkaar gekregen? Zo zie ik God overal oplichten in het aardse alledaagse.

Door: Wim Jansen

God!
Ja, ik zie de ellende en het demonische in de wereld. Maar tegelijk zie ik God ontspringen aan de schoonheid van het aardse leven. Dus geheel anders dan de benadering van de jonge Freek de Jonge in zijn boek De Zeeuwse jaren, waarin hij zijn vader wil vragen ‘waarom de belangstelling voor God groter is bij verdriet dan bij geluk’.

Nee, nee en nog eens nee, zo heb ik het nooit ervaren. Het besef van ‘zoiets als God’ is bij mij juist geboren uit verwondering, vreugde, geluk, het meest de liefde.
Ik zag en rook de bloeiende koolzaadvelden in mei: God! Ik zag de rode najaarsluchten: God! Ik leerde de zaligheid kennen van de erotiek: God!

Zo is het altijd geweest, van jongs af aan. En in deze fase van mijn leven, die naar het schijnt de laatste is, is die gevoeligheid alleen maar aangescherpt. Hoewel het nu – voorlopig – weer even goed met mij gaat blijf ik genoodzaakt om te denken: misschien is dit wel de laatste keer. Dat geldt  natuurlijk voor iedereen, maar de urgentie dient zich in mijn situatie toch net iets meer aan. Zeker toen ik begin deze zomer zo doodziek was dat ik er rekening mee moest houden de herfst niet te halen.

In dat besef verzamel ik schatten, zoals Karel Appel dat goddelijke wit in de tulband telkens weer zocht. Om die reden maakten wij deze zomer, toen het weer beter met mij ging, twee reizen door Frankrijk. En inderdaad, we voelden ons God in Frankrijk – en vonden haar daar ook.

Schatten
Ik ‘lijd’ aan een ongelooflijke intensivering van het leven. Maar het is een verrukkelijk lijden. Het is een indrinken van de room van het bestaan. Dat deed ik altijd al, niet wetend dat het nog intenser kon, maar dat blijkt nu.
Zo trokken wij door Frankrijk, de schoonheden van dat land diep in ons opnemend. Ervaringen waarin God zich aandient, of liever: waarin het woord ‘God’ zich onweerstaanbaar aan mij opdrong. 

De lieflijkheid van heuvellandschap, het zachte, ronde, vrouwelijke daarvan, zodat het was of ik door  God zelf reed, als door een mooie, reusachtige minnares, uitgestrekt over de aarde. Ongeveer wat de schrijver A. den Doolaard in de bergen van Montenegro gezien moet hebben als ‘Gods rug’ (in zijn roman Het land achter Gods rug).

De verrassende, openzwaaiende panorama’s over elke heuveltop, voorbij elke bocht een nieuw perspectief van verte, vrijheid, licht, ja, God.
De cirkels die de buizerds, zo traag en machtig,  schrijven hoog in de lucht, vergezeld van hun melancholische, bijna klaaglijke roep. In die cirkels schrijven zij met dat waterkevertje – Het schrijverke van Guido Gezelle – de ‘heilige name van God’.
Ik heb het natuurlijk al duizenden keren gezien maar elke keer lees ik er meer het woord ‘God’ in.

Nog meer God
De stilte van de vroege, nog zo maagdelijke zomermorgen in het middeleeuwse stadje… zo stil is het in God.
De dromerige koeien op de hellingen… zij herkauwen God, liggend in God.
Het onbestaanbare turquoise van een bergmeer… zo’n verfijnde tint, dat alleen God het kan hebben uitgevonden.
De machtige, steil omhoog rijzende rotswanden… de verticale dimensie van het heilige in dit aardse leven.
Het zilveren stromen van de Rhône, die we ooit zagen als een beginnend stroompje hoog in de Zwitserse bergen, maar hier een brede, nog immer groeiende, zich naar de Middellandse Zee reppende massa water… de energie van God door de wereld.
Het scharlaken rood in de roosvensters van die peilloze kathedraal van Metz, mooie vrouw Metz… de helderheid en tegelijk vurigheid van dat rood, daarin sprankelt God.
De zon en het licht, zo vele malen guller en rijker dan in het vaak zo grauwe Nederland… de begeestering van God in Van Gogh.

Het is zomaar een greep.
Een greep God.
Ik heb het allemaal nog mogen zien op deze reizen .
Opslaan in mijn geest.

En thuis weer mogen vinden…
… in het ruime, over ons heen vallende licht op onze eigen, prachtige boulevard.
… in de mooie, trouwhartige ogen van mijn geliefde.
God is niet alleen God in Frankrijk.

Over Wim Jansen
Wim Jansen (1950) is theoloog, schrijver en dichter, aan christendom en religie voorbij – en uitgekomen bij de mystiek van de Liefde. Hij is emeritus predikant van Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg en was ook lange tijd werkzaam in het onderwijs, met name aan de Hogeschool Zeeland. Op zaterdag 30 maart werd zijn nieuwe boek Telkens een lichtkring dieper gepresenteerd in Vlissingen. Zie voor achtergronden en eerdere publicaties zijn website www.wimjansen.nu.    

(Visited 249 times, 1 visits today)
Sluiten