We leven in een verwarrende en angstaanjagende tijd. De coronapandemie hebben we net achter de rug en ineens is er aan de oostkant van Europa een brute oorlog uitgebroken. Dagelijks worden we geconfronteerd met verschrikkelijke beelden daarvan. Daarbij lijken de klimaatproblemen soms wat op de achtergrond te raken.
Door: Wim Davidse | Foto: Pixabay
Ik kan me voorstellen dat mensen moeite hebben zich te oriënteren door al deze ontwikkelingen. Soms vinden ze antwoorden in complottheorieën. “Een linkse of rijke elite trekt aan de touwtjes”, “er komt een Great Reset” of iets dergelijks. Dat geeft dan houvast, dan weet je tenminste hoe het zit. Voor anderen geeft het nationalisme oriëntatie. Je komt dan op voor de waarden die in het verleden zo belangrijk waren (‘de joods-christelijke traditie’) en je keert je tegen vreemdelingen die het vertrouwde bedreigen. Dan vind je in Nederland een thuis bij de PVV of bij Forum voor Democratie.
Nationalisme als houvast
Dit nationalisme is toegenomen in landen als Polen, Hongarije, Turkije, China, Rusland en het Amerika van Trump. Met een sterke man aan het hoofd, die de spelregels, vastgelegd in de rechtstaat, naar zijn hand probeert te zetten. Zo’n man heeft iets van ‘l’état c’est moi’, hij wil zijn ego eindeloos vergroten en streeft ernaar zijn positie steeds weer te bestendigen. Oppositie staat hij niet toe, hij ziet dat al gauw als landverraad. Hij doet immers wat het beste is voor het land. Burgers ziet hij als zijn onderdanen die moeten figureren in zijn grote verhaal. De individuele mens telt daarbij niet, tenzij hij of zij van belang is voor de machtspositie van de autocraat.
Er zullen best veel mensen zijn in die landen die dat wel goed vinden. Het geeft houvast en zekerheid als je in een groot en machtig land als Rusland of de VS woont. Ik denk dat het ook terug te voeren is tot het veilige, vertrouwde stamgevoel. ‘Blut und Boden’ klinkt het dan voor mij onheilspellend.
‘Autocratische regimes beschikken over verhalen’, lees ik in de column van Stevo Akkerman in Trouw van 14 maart. Die uitspraak komt van Stephen Kotkin, de biograaf van Stalin. Hij verklaart zo de populariteit van zulke regimes.
Poetin neemt in zijn ultranationalistische verhaal ook nog de religie op. Kirill, de patriarch van de Russisch-Orthodoxe kerk, sanctioneert zijn agressie door te wijzen op het gevaar van het ‘decadente’ westen. Het gaat bij hem dan om het behoud van conservatieve waarden, waarbij familiewaarden, speciaal anti-abortus en anti-homo opvattingen, speerpunten zijn. Er wordt wel eens gewezen op het mystieke karakter van de (Russisch-)Orthodoxe kerk, maar met zulke standpunten moet je spreken van valse of pseudo-mystiek. Omdat een dergelijke mystiek niet alomvattend is.
Wie zijn we?
Alomvattende eenheidservaringen van mystici, zowel uit het oosten als uit het westen, kun je nemen als startpunt voor een oriëntatie in deze angstaanjagende en verwarrende wereld. Ze maken mij duidelijk dat mijn wezenlijke identiteit verbonden is met alle anderen, met al het levende. Het bekende beeld van Willigis Jäger ‘Elke golf is de zee’ drukt dit mooi uit. Het lijkt of we aparte golfjes zijn, maar in wezen zijn we de zee die zich in al die golfjes uitdrukt. En ook de uitspraak van Albert Schweizer over onze identiteit inspireert mij in dit opzicht: ‘Ik ben leven dat leven wil, te midden van leven dat leven wil’. Dat omvat ook nog de vormen van leven in de natuur.
Dat is heel wat anders dan een nationale identiteit, die tot conflicten en oorlogen kan leiden. Vanuit een mystiek eenheidsbesef kijk je anders naar je medemens, naar al het leven op aarde. In de ander kun je dan jezelf zien, kun je zelfs God liefhebben, zoals Etty Hillesum het uitdrukte. Nationale grenzen vervallen, we zijn met elkaar aardbewoners, die in vrede met elkaar kunnen samenleven en de aardse bestaansvoorwaarden willen respecteren.
Eerst jezelf zien
Een dergelijk mystiek uitgangspunt zal waarschijnlijk maar een beperkt aantal mensen aanspreken. Toch staat het ook weer niet zo ver van de beleving van veel mensen. “We zijn allemaal mensen”, dat heb ik nogal eens gehoord of gelezen als uitspraak van heel gewone mensen. Dat besef kwam vaak boven in tijden van rampen of crises. En zo’n uitspraak heb ik ook eens gehoord van mijn Turkse kapper, als antwoord op mijn vraag: voel je je nu in de eerste plaats Turk of Nederlander? “Ik voel me in de eerste plaats mens”, zei hij.
Mensen zien, voorbij de etiketten van geloof, nationaliteit, gender enzovoort. Dan kom je er misschien toe om het Goddelijke, het Oneindige, in hen te zien. Maar daarvoor moet je eerst jezelf goed zien, want ook in mij is het niet altijd even vredig. Het vergt een dagelijkse oefening, met stilte en reflectie, om jezelf zonder oordelen te zien.
Over de auteur
Wim Davidse was werkzaam als projectleider/onderzoeker bij een economisch instituut en is auteur van het boek Er is meer in ons – leren van de mystici.