Wanneer je wilt spreken over mystiek, over het Onuitsprekelijke, dreig je meteen stil te vallen. Daar valt toch niets over te zeggen? Waarover men niet spreken kan daarover moet men zwijgen, hoor ik Wittgenstein dan zeggen.
“Zij die weten spreken niet en zij die spreken weten niet”, zegt men in zen.
Als ik nu dus verder ga ontmasker ik mezelf als iemand die niet weet.
En dat klopt.
Door: Wim Davidse | Foto: Pixabay
Mystici hebben gesproken
Maar stel je voor dat al die mensen die mystieke ervaringen hebben verkregen, hadden gezwegen?
Dan hadden we niet zo’n rijke mystieke literatuur gehad, van de tijd van Boeddha tot en met bijvoorbeeld het boek van Bernadette Roberts De ervaring van het niet-zelf uit 1993. Met hoogtepunten als de teksten van Rumi, Johannes van het Kruis, Meister Eckhart enzovoort.
Die teksten hebben velen geholpen om zelf hun bijzondere, overweldigende ervaringen te duiden. Dat voorkwam dat ze dachten dat ze ontspoord of gek waren, of voor gek of hysterisch werden aangezien.
Mystieke teksten dienen ook als een bron van inspiratie voor velen. Ik werd zelf in het begin van de jaren tachtig in de vorige eeuw op het spoor van de mystiek gezet door een beeld uit het boek Zenboeddhisme van de Britse godsdienstfilosoof Alan Watts: “Als je God zoekt lijk je op iemand die op een paard zit en zoekt naar het paard waarop hij zit”.
Mystieke literatuur heeft iets weg van reisverslagen. Als je het boeiend vindt ga je zelf de reis (naar binnen) maken.
Ook als je een praktijk als meditatie beoefent is het goed om mystieke literatuur te blijven lezen om bij de les te blijven en om de motivatie op peil te houden.
Waar het hart vol van is
Een ander punt is het zelf spreken over mystiek. Als je mooie ervaringen en inzichten hebt gehad wil je daarover vertellen. Waar het hart vol van is loopt de mond van over. Maar dan is het oppassen, zeker als je toehoorders niet erg bekend zijn met mystiek. Je stuit dan al gauw op weerstanden bij hen. Prachtige mystieke teksten waardoor je zelf bent geraakt kunnen anderen bestempelen als ‘zweverig’, uitingen van ‘kwakdenken’, of ‘vaagtaal’.
Dat is ook wel begrijpelijk want zulke mystieke teksten raken vaak totaal niet aan de ervaringen van de mensen aan wie je ze vertelt. Ze kunnen zelfs als bedreigend overkomen omdat die teksten nogal eens morrelen aan hun zekerheden. En dan is afweer vaak de reactie.
Als je vertelt over je eigen verlichtingservaringen kun je soms ook te horen krijgen dat het een kwestie is van neurotransmitters, serotonine of zoiets.
Dus dan is de opmerking van Wittgenstein om te zwijgen zeker van toepassing in deze gevallen. Een zenleraar hoorde ik in dit verband eens zeggen: als iemand geen smaak heeft kun je hem niet uitleggen hoe de smaak van bitter is.
Het is dan ook beter om uit te gaan van de eigen ervaringen van mensen aan wie je iets wilt overbrengen van mystiek. Je kunt de nadruk leggen op eenheidservaringen die iedereen wel min of meer kent. Zoals het opgaan in het pianospel bij het piano spelen of opgaan in het gezang bij het zingen in een koor. Dat zijn ook situaties waarbij het eigen ‘ik’ even weg kan vallen.
Enig begrip voor mystiek kan ook ontstaan bij het praten over indrukwekkende natuurervaringen die veel mensen overkomen.
Een betere manier om over mystiek te communiceren is vaak het stellen van vragen. Speciaal als je op weerstanden stuit kun je bijvoorbeeld vragen: ’waarom vindt je dat zweverig?’ of: ‘heb je ervaringen met stilte, wat gebeurde er toen?’
Die vragen moet je dan wel stellen uit oprechte belangstelling voor de ander en niet om iemand klem te zetten of van slag te brengen.
God opgraven
Misverstanden over mystiek uit de weg ruimen is een tweede reden om het erover te hebben. Na een kringgesprek over mijn boek Er is meer in ons zei iemand tegen mij: “Ik dacht dat mystiek iets heel geheimzinnigs was, maar het gaat eigenlijk over ons”.
En dat is precies de reden waarom een gesprek over mystiek toch waardevol kan zijn.
Een derde reden om te praten over mystiek kan zijn het stimuleren van inzicht bij de toehoorders. “God opgraven in de geteisterde harten van mensen” noemde Etty Hillesum dat.
Ik denk dat je dan beter meer in het algemeen kunt praten over het ervaren van zin in je leven, met vragen als: ‘wat zijn voor jou zinvolle bezigheden?’, ‘wie ben je als mens?’. Het hangt natuurlijk van de omstandigheden af of je het over God of over het ‘grote geheel’ kunt hebben.
Nu Poetin weer een oorlog in Europa heeft ontketend, moeten we ook niet te bescheiden zijn om over mystiek te praten. Mystici hebben ons immers geleerd dat we op een dieper niveau met elkaar verbonden zijn. Onze wezenlijke identiteit als mens overstijgt alle nationale identiteiten. Als we vanuit dat besef het goddelijke in de ander zien, kunnen we niet anders dan vreedzaam met elkaar samenleven.
Spreken over mystiek kan dan goud zijn en zwijgen zilver.
Over de auteur
Wim Davidse was werkzaam als projectleider/onderzoeker bij een economisch instituut en is auteur van het boek Er is meer in ons – leren van de mystici.