Written by 15:07 Actueel, Opinie

God voelen

De adem is een Godsgeschenk en God kan je genezend aanraken – of zelfs je lichaam heftig beroeren. Bij mystici is het lichaam belangrijk, onder meer als voertuig voor de eenwording met God. Bijbelteksten en ervaringen van Beatrijs van Nazareth en Theresia van Avila bieden in deze handreiking opstapjes om zelf te ontdekken hoe het is om God te voelen.

Door: Neely Kok

In het geloof lijkt het vaak vooral te draaien om onze geest en niet zozeer om ons lichaam. Ooit had ik een gesprek met een man die weduwnaar was geworden. Hij zocht een lieve en zeker ook gelovige vrouw. Toen we daarover in gesprek waren, zei hij: ‘Het valt natuurlijk buiten het geloof, maar mijn lichaam verlangt ook weer naar intimiteit.’ Daarover hebben we toen verder doorgesproken, want ik vond (en vind nog steeds) dat het lichaam volledig bij het geloof hoort. De Schepper vormt ons uit stof uit de aarde naar zijn beeld en gelijkenis. We krijgen van God de levensadem ingeblazen, waardoor wij een levend wezen worden.

In het Eerste Testament staan enkele genezingsverhalen, in het Tweede Testament staan er veel meer. De heelheid van ons lichaam is voor Jezus een gegeven dat voluit bij geloven hoort. Hoe zouden wij anders God kunnen dienen? Dat doen we toch niet alleen met onze geest? Bij mystici blijft het lichaam belangrijk, onder meer als voertuig voor de eenwording met God, die ook lichamelijk wordt ervaren.

Voor deze handreiking heb ik een aantal bijbelteksten en teksten van de mystici Beatrijs van Nazareth (12001268) en Theresia van Avila (15151582) gekozen, die licht werpen op het lichaam als heilige ruimte.

Gelijkenis
Wij mensen zijn geschapen naar het evenbeeld en de gelijkenis van de Eeuwige, staat er Genesis 1:27.

Wat roept deze bijbeltekst bij je op? Is het makkelijk of juist moeilijk om te geloven dat je op God lijkt? Is er een lichaamsdeel dat je in het bijzonder met God zou willen verbinden?

Adem
In Genesis 2:7 staat dat God de mens vormde uit stof van de aarde en de
levensadem in zijn neus blies. Zo werd de mens een levend wezen.

‘Alles is adem, adem is alles’, zei mijn sporttrainer, terwijl ik stevig aan het trainen was. Op dat moment voelde ik eens te meer hoe waar dat is. God zij dank voor die adem, zonder dat zou ik niet bestaan!

De eerste adem van een mensenkind, die vaak komt met een geschrei, en de laatste adem maken beide terecht veel indruk. Het leven komt met adem en het leven gaat als de adem stokt.

Neem even de tijd om rustig te gaan zitten, op een stoel of een meditatiekrukje. Steek desgewenst een kaars aan. Observeer een tijdje je adem, zoals die heel natuurlijk in en uit stroomt. Als je een poosje zo gezeten hebt, neem dan de tijd voor de volgende vragen. Wat doet het je om te bedenken dat je adem een Godsgeschenk is? Waar gebruik jij je adem voor? Voel je dankbaarheid of heb je vragen, probeer die in gebed tot God te verwoorden.

Genezing
Er zijn veel bijbelverhalen die vertellen dat Jezus genezing bracht, naar lichaam en geest. In die tijd dacht men vaak dat iemand zelf gezondigd had of dat zijn of haar ouders een zonde hadden begaan, waardoor de ziekte was ontstaan. Een ander punt is dat genezing vandaag niet ‘zomaar’ volgt op een oprecht gebed dat erom vraagt. Hoewel het over ons lichaam gaat als heilige ruimte, leggen wij deze genezingsverhalen eerder spiritueel uit dan letterlijk.

Over beide onderwerpen valt veel te zeggen en denken. Maar ik wil graag een verhaal vertellen dat die vragen wellicht overstijgt. Twee zussen waren rolstoelafhankelijk, ook binnenshuis. Beide vrouwen waren actief voor de kerk waar dat mogelijk was: ze typten liturgieën en werkten mee aan het kerkblad. Toen het bijbelgedeelte over de genezing van de verlamde man aan de orde was, vroeg ik hen hoe zij tegen dat genezingsverhaal aankeken. Allebei zeiden zij dat zij het een prachtig verhaal vonden, natuurlijk kon dat zomaar niet voor hen gelden. Maar het gaf hun hoop en moed dat Jezus het kennelijk van groot belang vond dat mensen heelheid zouden ervaren. Zij zagen de genezing als een teken van een toekomende tijd, waarin ook zij heel zouden zijn. Hun geloof in Christus gaf hun kracht om in goedheid en liefde te leven en om in het nu zo goed mogelijk te leven met hun handicap.

In Marcus 2:1-12 wordt verteld dat vier mannen hun verlamde vriend naar Jezus brengen. Aan het slot van het verhaal zegt Jezus: ‘Sta op, neem je bed op en ga naar huis.’ En zo gebeurt het: de man staat meteen op en loopt.

Neem de tijd om rustig te gaan zitten. Het helpt om opnieuw je adem waar te nemen. Wanneer je ontspannen genoeg bent, loop dan je hele lichaam eens na. Is er iets in jouw lichaam dat om genezing vraagt? Om liefdevolle aandacht of aanraking? Om woorden die zoveel kracht hebben dat ze iets ten goede in gang zetten? Zijn er lichaamsdelen waarvoor je in het bijzonder dankbaar bent, bijvoorbeeld omdat ze tot nu toe hun taak zo goed hebben verricht? Zijn er misschien delen waarbij je niet vaak stilstaat, die je nu aandacht wilt geven?

Aanraking
Bij mystici speelt het lichaam duidelijk een rol bij het ervaren van een goddelijke aanraking (de Minne). Dit is een zeer geestelijke ervaring, die in het lichaam hevige reacties teweegbrengt. Nogal wat mystici getuigen daar indringend over.

Zoals Beatrijs van Nazareth (12001268), die schrijft dat het lijkt alsof al haar aderen openbarsten, haar bloed kokend opwelt, haar merg verkwijnt, haar gebeente verzwakt, haar borst verbrandt en haar keel verdroogt, zodat haar aangezicht en al haar ledematen de hitte van binnen en de verwoedheid van de Minne voelen. Dat is nogal wat!

De goddelijke aanraking beschrijft Theresia van Avila (1515-1582) als volgt:

‘Ik zag dan, hoe de engel in zijn handen een brede gouden speer droeg, welke boven aan de punt een weinig vuur scheen te houden. Deze scheen hij mij enige malen door het hart te stoten, zodat hij tot in mijn ingewanden doordrong. Toen hij ze terugtrok, was het, of zij mijn ingewanden meenam en mij geheel ontvlamd in vurige liefde tot God achterliet. De pijn was zo hevig, dat zij mij zuchten deed slaken, als ik boven heb beschreven. De zoetheid echter, waarvan die allerhevigste pijn mij vervulde, was zo buitengewoon groot dat men niet verlangen kan van die pijn verlost te worden noch de ziel bevrediging kan vinden in iets dat God niet is. Het is geen lichamelijke, maar geestelijke pijn, ofschoon het lichaam niet nalaat er enigermate of zelfs in hoge mate in te delen. Het is een verkering tussen de ziel en God, zo zoet dat ik zijne Goedheid smeek die zoetheid te doen smaken aan alwie menen mocht dat ik onwaarheid spreek.’

De zeventiende-eeuwse beeldhouwer Bernini heeft deze extase van Theresia van Avila onnavolgbaar uitgebeeld. We zien een engel met de pijl, waarmee hij haar hart heeft geraakt. Het lichaam van Theresia lijkt in volledige overgave tot niets meer in staat. Haar kleding wervelt en er wordt wel gedacht dat dit de uitdrukking is van wat er in haar binnenste allemaal teweeggebracht wordt. Zo heftig wordt de aanraking van God niet vaak ervaren, vermoed ik.

Hoe denk je dat je het zou vinden als God jou zou aanraken: vertrouwd, aangenaam of juist niet, angstig, overweldigend, helend? Is er een moment
in je leven geweest waarop je iets ervoer dat je (achteraf) zou kunnen omschrijven als een aanraking door God? Herken je mogelijk iets van die werveling van binnen, een bewogen worden? Bewogen omwille van iets of iemand of bewogen tot doen?

Neely Kok is emeritus predikant, contextueel pastor, begeleider van meditatiegroepen en kloosterweekenden en redacteur van Herademing.

Bovenstaand artikel werd eerder geplaatst in het blad ‘Herademing’ (maart 2020). Voor meer info over dit blad: klik hier.

(Visited 279 times, 1 visits today)
Close