De vrouwelijke mystici uit de middeleeuwen namen geen blad voor de mond. Het is een verademing op te merken hoe onbekommerd zij over erotiek schrijven, zoals bijvoorbeeld Hildegard von Bingen over het vrouwelijke orgasme:
Als een vrouw de liefde bedrijft met een man
voelt ze de warmte tot in haar brein.
Dat brengt een zinnelijke verrukking teweeg…
Door: Wim Jansen
Je vraagt je toch af: hoe kan zij dit weten? Non in de middeleeuwen nota bene. Of is het nu net precies om die reden dat zij het blijkbaar kende – namelijk dat zij in de middeleeuwen leefde? Waren de mensen minder preuts dan vanuit onze tijd meestal wordt aangenomen? Of kon Hildegard dit zo treffend beschrijven vanuit de natuurlijke herinnering van haar lichaam? Een in haar vrouwenlijf opgeslagen, intuïtief voorstellingsvermogen – wellicht tot leven geroepen in een fantasie tijdens masturbatie?
Onmiskenbaar verbond zij de verrukking van een orgasme met de genoten geestelijke zaligheid in God, zoals we dat ook uitgedrukt zien in Bernini’s beroemde beeld in Rome: De extase van Theresa. Maar misschien werkte het andersom? Waar ik zelf begin bij de erotiek en die – van beneden uit – associeer met het goddelijke, nemen de mystici hun uitgangspunt in de mystieke ervaring en beschrijven die in erotische termen – van boven uit.
Hoe het ook zij, het is opmerkelijk dat vooral de vrouwelijke mystici zo veelvuldig gebruik maken van erotische metaforiek om de liefde tot God – maar nog meer: tot Christus! – uit te drukken. Mechtild van Maagdenburg bijvoorbeeld vertelt over de eenwording met haar ‘minnaar’ Christus:
De beminde gaat nu naar de schone jongeling
en treedt de kamer van de onzichtbare Godheid binnen.
Daar staat het liefdesbed.
Zo gebeurt waar beiden naar verlangden:
hij geeft zich aan haar en zij zich aan hem.
En in antwoord op iemand die haar vraagt om door gebed van lichamelijke verlangens bevrijd te worden, zegt ze onomwonden:
Zou je het mooi vinden als een ridder in de volle kracht van zijn jaren
en met stevige handen krachteloos zou optreden?
Hoe ver brengt iemand het die geen maliënkolder draagt
en bij gebrek aan een wapenrusting nooit een gevecht zal aangaan?
Gertrudis de Grote beschrijft het visioen waarin Christus haar verschijnt als ‘een beminnelijke en tere jongeling, zo schoon van gestalte als mijn jeugd maar had kunnen wensen, tot streling van mijn ogen.’ En ze geeft de eenwording weer in niet mis te verstane bewoordingen:
Alle innerlijke zoetheid samen
wordt in U gesmaakt.
O aller tederste Streler, zoetste Hartebeweger,
vurigste Minnaar, trouwste Bruidegom, zuiverste IJveraar…
Mystiek is vooral verlangen, hunkeren, donkere nacht zelfs, maar in het moment van vervulling heeft zij een zoete component. Het ‘Godgevoel’ spiegelt geestelijk wat de ‘innerlijke zoetheid’ lijfelijk teweegbrengt. Reductionistisch geformuleerd: de hersenpan spiegelt de onderbuik.
Een sterk voorbeeld daarvan, dat ik nu al een aantal keren in de literatuur ben tegengekomen , is de vergelijking van een bijna doodervaring met een orgasme ‘maar dan in het hoofd’. En minder heftig: tijdens het mediteren ervaren mensen soms een vredigheid in het brein die de associatie oproept met erotisch welbehagen – alsof de grijze massa op die specifieke plek met een lichte, lome wellust wordt gemasseerd.
Het is een ervaring die op een of andere manier liefde genereert. Liefde voor het universum, de aarde, de mensen, je allernaasten, jezelf.
____
Bovenstaande tekst zijn fragmenten uit het boek Dominee zoekt God – Skandalon, 2015.
Over Wim Jansen
Wim Jansen (1950) is theoloog, schrijver en dichter, aan christendom en religie voorbij – en uitgekomen bij de mystiek van de Liefde. Hij is emeritus predikant van Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg en was ook lange tijd werkzaam in het onderwijs, met name aan de Hogeschool Zeeland. Voor meer info: www.wimjansen.nu.
Een vraag op Facebook: waar dat citaat van Hildegard is terug te vinden.
Volgens mijn bronnen in haar boek over geneeskunde: Causae et curae.
Wordt op vele plaatsen geciteerd.
Wim, dit boek van jou heb ik met een aantal andere mensen van een leeskring besproken.
Ben helaas het meeste alweer vergeten maar ga het nu weer lezen.
Marianne Koppenaal
Overigens dacht ik de eerste keer al toen ik een afbeelding van Bernini’s beeld zag: dit is een orgasme in steen.
Marianne Koppenaal
Wat leuk, Marianne, dat jullie mijn boek in een groep gelezen hebben!
En dat dit je inspireert om het nog een keer te lezen.
Wat dat beeld van Bernini betreft: tja, onmiskenbaar, maar dus daarom heel mooi. Echte extase.