In je eentje uitkijken over de leegte. Dat is de plaats waar de mens, vroeger en nu, bezinning en bezieling vond. Nu we in het coronatijdperk afstand moeten houden, kan de kerk een belangrijke functie vervullen.
Door: Jan Goossensen
Hier en daar een verdwaald hoofd. Of twee mensen naast elkaar, die kennelijk in één huis wonen en nu ook in de kerk naast elkaar mogen zitten. Maar de eerste indruk van de anderhalvemeterkerk in het coronatijdperk is toch: leegte. Tweede indruk: wat ziet dat er vreselijk sfeerloos uit. Vroeger – toen alles beter was – ging je ook voor de gezelligheid naar de kerk. Aanschuiven in de bank naast een bekende, elkaar even iets toefluisteren. Dat gaat voorlopig niet meer.
Dat is de ene kant van het verhaal. Er is ook een andere kant: de herbeleving van devotie en spiritualiteit in een schijnbare overdaad aan ruimte. De coronakerk geeft – verplicht – nieuwe uitzichten. Bijna letterlijk. En uitzicht, daar draaide het altijd al om. Want waarom gaan veel mensen in de kerk altijd op de achterste banken zitten? Of in de zijvleugels, waar het geluid altijd minder is? Omdat ze graag, op momenten dat er behoefte is aan bezinning, tegen een veilige achtergrond loom in de verte staren. Noem het een overblijfsel uit de evolutie. Als de oermens ’s avonds uitgejaagd was en zijn grot in dook, wilde hij graag uitkijken over een heuvelachtig landschap met hier en daar een element: een prooidier, een boom, een beekje. Zo gaat het ook in de kerk, als vindplaats van archetypische emoties.
Vermakelijk overzicht
Er is een beroemd onderzoek uit de jaren negentig naar wat mensen over de hele wereld het meest en het minst aantrekkelijke schilderij vinden, voor thuis aan de wand. Een schilderij waar je onderuitgezakt op de bank naar kijkt. Noem het het gecultiveerde uitzicht vanuit de afzondering van de prehistorische grot. Het kunstenaarsduo Komar en Melamid vroeg aan mensen uit elf landen, welke elementen en kleuren zulke schilderijen het liefst moesten bevatten, en welke juist niet. Tot in detail kon je op formulieren je voorkeuren aankruisen. Het resultaat was een vermakelijk overzicht, dat op zijn beurt weer een kunstwerk werd. Maar wat opviel: praktisch overal op aarde ontspannen mensen zich het liefst bij een groot, rustiek landschap aan de muur – precies zoals onze voorouders tot rust kwamen door peinzend over glooiende, lege velden te staren. Toegepast op de coronakerk: het is niet ondenkbaar dat bezoekers, teruggeworpen op hun anderhalvemeterstoeltje, die opgelegde eenzaamheid helemaal niet als beperking zien. Ze kunnen nu in alle rust het kerkelijke ‘landschap’ dat zich voor hun ogen uitstrekt, in zich opnemen. De leegte voedt het brein.Wat er verder nog allemaal wordt gezegd, is van minder belang.
Mystieke verbondenheid
Toen de coronapandemie net was uitgebroken, publiceerde dagblad Trouw een opvallende ingezonden brief. ‘De kerk is gebaat bij enig ongemak’, stond erboven. De schrijver: ‘Al die hang naar gezelligheid in kerkdiensten heeft het godsdienstig karakter wat mij betreft niet versterkt. Als bij de nu gedwongen versobering muziek en stilte meer kans krijgen (…) kan de kerkdienst winnen aan echte godsdienstigheid. Die werd altijd gekenmerkt door terughoudendheid, eerbied, en ook enig ongemak.’
Lees hier verder.
Bron: Kerkindenhaag.nl
Heel goed stuk!