Mijn column God ervaren – hoe doe je dat? leverde o.m. twee aan elkaar tegengestelde reacties op. De ene kreeg ik via derden van Facebook mee: God ervaren, dat doe je niet, dat overkomt je. Terwijl dat in een andere reactie juist weersproken werd: spirituele oefeningen dragen wel degelijk bij aan de Godervaring. In deze column: het is beide waar, passief en actief – maar hoe vul je dat actieve element dan in?
Door: Wim Jansen
Godervaring overkomt je, ja. En je doet het zelf, ja. Het goddelijke is een gegeven en je kunt er dus niet over beschikken. Toch kun je het oefenen. Je hebt er als mens zowel een passieve als een actieve rol in. Je ondergaat het want het is genade. Je ontvangt het en dat kun je alleen zelf.
Het zijn twee kanten van dezelfde mystieke medaille.
Ik moest denken aan die heerlijk cryptische spreuk van de vroegmiddeleeuwse soefi Abu Yazid al-Bistami: ‘Kennis van God kan niet door zoeken verkregen worden, maar alleen zij die haar zoeken zullen haar vinden.’
Zo’n uitspraak krijg je niet op een rijtje en toch weet je dat het klopt.
God is van de paradoxen.
Oplader
Mijmerend over deze zaken liep ik langs een hybride aan de oplader. En ik kon de in mij opkomende metafoor niet tegenhouden, hoewel ik ‘m meteen plat en veel te technisch vond: de actieve Godervaring is net zoiets als een auto aan de oplader.
Hoe plat ook, de overeenkomst is onmiskenbaar: elke dag heb ik het nodig om mij aan te sluiten op de energiebron God. Elke dag komt er een moment dat het hoog tijd is om mij weer te verbinden met mijn bron.
Het lijkt me een algemeen menselijke behoefte. In een van de boeken van Miek Pot las ik dat een lichte malaise zich van haar meester maakt als zij een paar dagen de stilte verwaarloost, ook al praktiseert zij dat nog maar twee keer tien minuten per dag.
Ooit bezocht ik een karmelietes in Nijmegen om een lezing te bespreken die ik zou houden in een door haar georganiseerde cursus. Ze ontving mij toen zij al een hele reeks van dit soort gesprekken had gevoerd en vroeg eerst een ogenblik geduld: ‘Ik moet echt even in de stilte.’
Na al dat extraverte socialiseren was ze leeg.
Dat is wat je er zelf van merkt en tegelijk wat je eraan kunt doen: de leegte ervaren en de leegte zoeken.
De motor van de hybride moet leeg zijn om gevuld te kunnen worden. Leegte is een voorwaarde.
Leegte
Soms creëert het leven die voorwaarde. Als leegte je overkomt. Ziekte kan je in die voorwaarde brengen, de dood kan je met lege handen doen staan, een burn-out, een groot verdriet, of welke andere crisis ook…
Pas als we niets meer in de hand hebben kan uit ons onderbewuste de kracht vrijkomen die we God noemen. Alleen in de leegte kan God binnenstromen.
In dat verband wijst de Tsjechische theoloog Tomás Halík in Trouw (8 april 2020) op de huidige, letterlijke leegte in de kerken vanwege corona. Ook een leegte die ons overkomt. Terecht ziet Halík dat als een ‘momentum’ (Grieks: kairos) voor de kerken om weer wezenlijk kerk te worden, in die zin dat ze het niet meer verwacht van ‘volle’ kerken en van ‘leuk’ en van ‘wij-gevoel’, maar een ruimte wordt voor verticale verdieping. Voor contemplatie. Een echte lege plek voor God.
De lege kerk als voorwaarde voor God, of hoe je het ook noemt: theologisch het heilige, psychologisch het numineuze, filosofisch het transcendente, of universeel de Liefde.
Leegte te zijn, dat is de enige legitimatie voor het bestaan van de kerk.
Soms overkomt dus de leegte je. Dan wordt zelfs de voorwaarde je al geschonken. Maar waar blijft nu je eigen actieve inbreng?
Zelf voorwaarden creëren
Je kunt ook zelf de voorwaarden creëren. Om te beginnen door actief leeg te worden. Jezelf leeg te maken. Het is het geheim van stilte, meditatie, gebed.
Jezelf leegmaken, ontledigen. Van allerhande ruis en onrust, onbehagen, drukte, prikkels. Van gedachten, emoties, denken, oplossen, piekeren. Van verwachtingen, beelden en voorstellingen die je in de weg zitten. Van je religie, juist ook je eigen beeld van God!
Ik bid God elke dag dat hij me bevrijdt van God, zei Meister Eckhart.
En dan, als aan de voorwaarde van de leegte is voldaan, gaat de ene voorwaarde de andere creëren. In de leegte ontstaat er ruimte voor het verlangen, dat vaak onderdrukte heimwee naar het goddelijke. Het verlangen bewerkt ontvankelijkheid. Die tot openheid wordt. Die tot gerichtheid wordt. Die zich toespitst en tot focus wordt. Die zich richt op het innerlijk, waar God immers woont.
Zo open je de ene deur na de andere voor het goddelijke. Dat al die tijd, in jou, op jou ligt te wachten.
Dit is wat je er zelf aan kunt doen terwijl je tegelijk weet dat het je gegeven is. Wie dit elke dag oefent creëert een hogere gevoeligheid. Maakt het tot een tweede natuur.
Het is niet zo dat je het kunt oproepen maar jarenlange meditatie – vertoeven in de stilte – doet je wel groeien in ontvankelijkheid. Slijpt een bewustzijn in van het goddelijke. Verandert zelfs fysiek je hersenen. Rust ze toe om een dimensie te ervaren die helaas door de meest mensen onbenut wordt gelaten.
Oefening baart God.
Zo ontstaat een permanente onderstroom in je geest die het zelfs van je overneemt – die je leven geleidelijk aan omvormt tot liefde.
Uiteindelijk ‘doe’ je niet veel meer dan: God laten gebeuren.
Wim Jansen
Theoloog en schrijver
“Ik ben aan christendom en religie voorbij – en uitgekomen bij de mystiek van de Liefde. In de woorden van Emily Dickinson: Liefde is alles wat er is…”
Mooi, inspirerend artikel!
Ik voel de rust de stilte het hogere het reiken naar… de nabijheid.
Mij helpt het om, na een body scan en het leegmaken van mijn hoofd, het Onze Vader dagelijks te bidden; mij voor te stellen dat het de regels waarin “is” gebruit wordt, in het Onze Vader, meer wensen en hoop uitdrukken. Dus geen absolute waarheden, want ik kan zelf niets weten over God.
Hans, Maryline, Peter, dank voor jullie reactie en aanvulling.
@ Peter. Zo heeft iedereen gelukkig zijn eigen weggetjes. Die bij hem of haar passen. Dat voel je alleen zelf. Het Onzevader is poëzie, dus geen absolute waarheid.. En dus vrijelijk te interpreteren en aan te wenden in je eigen leven.
Wat mooi gevonden: ‘oefening baart God’. Ook naar mijn ervaring is het een wisselwerking, een relatie die kan groeien. Ik kwam de afgelopen jaren tot het inzicht dat in de kerken zoveel wordt gevraagd, in gebed en zang. Terwijl we er vanuit mogen gaan dat er ‘geen plek is waar God niet is’, zo las ik eens. En zoals Wim ook schrijft in zijn blog van 18 april: ‘God is er altijd. De vraag is of wij er zijn.’ Het is daarom ook volgens mij aan ons het goddelijke te laten groeien.
Dank Anton, ik herken wat je schrijft over de veelheid aan wat er in een kerkdienst moet gebeuren. Alsof er nog van alles onder Gods aandacht gebracht moet worden (dan zou het niet best zijn…) en alsof ‘Hij’ in de stemming gebracht moet worden.
Dank je Wim,
Door die gezondheidscrisis waarin wij allen verkeren, komen we misschien tot een soort inkeer: waar ben ik mee bezig, wat is de grootste waarde in mijn leven, wat zoek ik…
Zeker oefeningen……
En dan gaat er toch iets van vertrouwen groeien, : je hoeft het niet alleen te doen…
Dank voor je column, altijd blij met jouw wijze woorden.
Gonnie.
En jij weer dank voor jouw reactie, Gonnie!
…dank voor de inspirerende woorden ! Voor belangrijk deel herkenbare wegbeschrijving, en ondersteunend helder voor wie de weg zoekt .