Geschreven door 18:57 Actueel • Een reactie

Meditatie als medicatie – ook voor gezonden

Nee, nee, zeg nu niet te snel dat mediteren niks voor jou is. Dat het niet bij je past. Dat je niets met die zweverige dingen hebt. Dat je er zelf wel uit komt. Of er niet uit komt maar in ieder geval sowieso niet met mediteren. Luister op z’n minst even naar mijn pleidooi voor meditatie als medicatie.

Door: Wim Jansen

Ja, ik spreek jou  aan, jij die net als iedereen wel eens – of heel vaak en heel erg – last hebt van negatieve gedachten en gevoelens. Van zorgen die veel levensvreugde bij je wegkapen. Knagende angsten voor wat je geliefden of jou zelf kan overkomen. Al te structurele melancholie om het leven dat onverbiddelijk voorbij snelt, melancholie die soms echt tot levenspijn wordt, misschien wel tot depressie…
Ja, ik spreek jou aan, die wat vrijer in het leven zou willen staan. Meer lucht en licht om zich heen zou willen hebben – en in zichzelf.

Misschien heb je wel medicatie nodig. Is niet erg. Dat kan soms net het steuntje in de rug zijn dat je over de drempel helpt. Je over je onmacht heen tilt.
Maar daarnaast wijs ik je op die andere, die natuurlijke medicatie die ieder mens in zich heeft. Die maar één letter verschilt: meditatie.
Ja maar…  

Moet je dan niet in God of iets anders geloven?
Nee. Het staat volkomen los van God en geloof. Dat mediteren in alle religies voorkomt betekent niet dat het afhankelijk is van religie. Het heeft niets met religie te maken. En evenmin met de aanname van een hogere macht.
Je hoeft er überhaupt niet zoiets als een levensovertuiging voor aan te hangen. Mediteren is niet het monopoly van enig levensbeschouwelijk of godsdienstig systeem.
Het is een universeel menselijk en natuurlijk vermogen. Het vermogen namelijk om los te komen van je fixatie op problemen en angsten, gedachten en gevoelens. En jezelf in een vrije ruimte te zetten.

De menselijke hersenen hebben de neiging om zich vast te bijten in het negatieve. Daarmee aan de slag te gaan. Soms zelfs dwangmatig. Dan wordt het een vruchteloos malen in je brein. Dat heet piekeren. Het kost mateloos veel energie en het zuigt je naar de afgrond.
Mediteren helpt je om dat proces positief te beïnvloeden, te sturen.

Maar ook als je absoluut geen medicatie nodig hebt, als je van bovenstaande negativisme nauwelijks of geen last hebt – weet je dat wel zeker? – kan het je leven verrijken.

Wat gebeurt er dan precies?
Je richt je naar binnen en observeert wat in je hersenen speelt. Wat er speelt aan licht en donker. Je neemt dat waar, zonder oordeel. Je gaat er dus niet tegen vechten. Je gaat er ook niet aan werken om dingen op te lossen. Je laat alles bestaan.

Die observatie brengt je tot introspectie. Dat wil zeggen dat je probeert te duiden wat er in jou plaatsvindt. Omarm het licht en besef wat jou blij maakt. Maar waar komt die donkere gedachte vandaan? Die jaloezie? Die angst?

Vervolgens mag je dat alles loslaten. Het mag er zijn maar het mag ook verdwijnen. In zichzelf zijn al die gevoelens niets. Het zijn jouw gedachten die ze groot maken. Als je ze loslaat blijft er niets van over. Ze verdwijnen in de oneindige ruimte van je innerlijk universum. Het brein is weidser dan de lucht, zei Emily Dickinson.
Zodra je loslaat kan er in het begin een gevoel van angst ontstaan. Vrees niet want dat is de natuurlijke reactie van de hersenen die immers plotseling in het luchtledige grijpen. Het object van hun adrenaline – jouw gepieker – is er ineens niet meer.
Laat ook die angst bestaan. Hij verdwijnt vanzelf. 

Nu kun je jezelf overgeven in die ruimte. Die veel groter is dan jij zelf bent. Die een en al licht wordt zodra je al die donkere wolken in je hoofd hebt laten wegdrijven. De basis van de menselijke geest is vrede.
Nu komt je leven in een veel breder perspectief te staan dan je hersenen je meestal voorspiegelen. De werkelijkheid is groter dan je gedachten en emoties.  

Je focust je hersenen op het licht. Dat liefde is. Universele liefde. Die in je hersenen woont. Ieder mens heeft in zijn brein een ‘liefdesknop’. Een Godplek. Zo noem ik het zelf, maar dat hoeft niet. 
Het gevolg van dit alles is dat je een aangenamer mens wordt voor jezelf en anderen
En dat willen we toch allemaal?

Het oefenen van je loslaatspier
Het kan heel goed zijn dat je zegt: O, maar dat alles doe ik al. Alleen noem ik het geen mediteren. Ik ga liever vissen. Of door de polder fietsen. Zo maak ik, zeg je dan, mijn hoofd leeg. En maak ruimte voor schoonheid en zuiverheid, voor wat goed is en god is, voor liefde en licht. Voor wat energie geeft. Zo laad ik mij op.
Dat kan. Het is een natuurlijke meditatie die ieder mens eigenlijk als vanzelf zoekt in recreatie en rustmomenten. Ik doe er niets aan af.

Maar uit ervaring – zowel van mezelf als wat ik bij anderen waarneem – weet ik dat het heilzaam is om te oefenen. Je hersenen zijn namelijk erg geprogrammeerd en geconditioneerd. Waarop?  Op werken, zwoegen, oplossen, aandacht geven aan het negatieve.    

Het moet geen nieuwe dwang worden maar het helpt om in een los ritme je momenten te kiezen. De momenten dat je je even terugtrekt uit je adrenaline. Uit de stroom van malende gedachten. Uit het automatisme van negatieve emoties.  

Dat je je hersenen van hun ketenen bevrijdt en ze loslaat in de speeltuin.
Dat je, zoals ik het ooit iemand hoorde noemen, tijd neemt voor het oefenen van je loslaatspier.

Wim Jansen is theoloog, dichter en schrijver. Eind mei verscheen zijn nieuwe boek O hemel, zei de krokodil – 52 dierenverhalen voor jong en oud om zoiets als God ter sprake te brengen. Voor meer informatie: www.wimjansen.nu.

(Visited 65 times, 1 visits today)
Sluiten